Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Boeseken, Meinoldus: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (cat, redactie)
Regel 1: Regel 1:
Meinoldus Boeseken was van 1677 tot 1724 dominee van [[Zeddam]]. Hij volgde Isaacus Caatman op. Na hem werd Johannes Eerligh dominee te [[Zeddam]].
+
'''Meinoldus Boeseken''' was van [[1677]] tot [[1724]] [[Dominees|dominee]] van [[Zeddam]]. Hij volgde Isaacus Caatman op. Na hem werd Johannes Eerligh dominee van Zeddam.
 
   
 
   
Meinoldus is omstreeks 1655 geboren in [[Zevenaar]], als zoon van Henricus Boeseken en Agnes Boesen. Zijn broer Casper Boeseken heeft daar dan een leerlooierij en schoenmakerij. Waarschijnlijk is hij de kleinzoon van de Zeddamse koster Meinoldus Suevius. Op 6 januari treedt hij in het huwelijk met Clara van Sprangh, dochter van Adrianus van Sprangh, predikant te Pannerden, en in de volgende jaren noteert dominee successievelijk zijn tien kinderen in het doopboek van [[Zeddam]].
+
Meinoldus werd omstreeks [[1655]] geboren in [[Zevenaar]] als zoon van Henricus Boeseken en Agnes Boesen. Zijn broer Casper Boeseken had daar dan een leerlooierij en schoenmakerij. Waarschijnlijk is hij de kleinzoon van de Zeddamse koster Meinoldus Suevius. Op 6 januari … trad hij in het huwelijk met Clara van Sprangh, dochter van Adrianus van Sprangh, predikant te Pannerden. In de volgende jaren noteerde hij successievelijk zijn tien kinderen in het doopboek van Zeddam.
  
Als Clara sterft, hertrouwt Meinoldus op 13-12-1715 met Swaantje van Salingen, lidmaat van de Zeddamse gemeente; uit dit huwelijk worden nog twee kinderen geboren. Zijn zoon Adriaan Boeseken (gedoopt 23-8-1691) wordt predikant in Vorden. Als hij op 7-11-1714 zijn proefpreek en examen en "de eed van suiveringe" voor de classis aflegt, noteert de scriba in de Acta: "De vergaderinge hadde wel gewenst dat wat meerder genoegen hadde gegeven" wat zijn kennis betreft, maar ook "ten opsigt van sijn gelaat en gedragh, terwijl daar in sigh niet vertoonde die sedigheit en nedrigheit die een Leeraar betaamde".
+
Na het overlijden van Clara, hertrouwde Meinoldus op 13 december [[1715]] met Swaantje van Salingen, lidmaat van de Zeddamse gemeente. Uit dit huwelijk werden nog twee kinderen geboren. Zijn zoon Adriaan Boeseken (gedoopt 23 augustus [[1691]]) werd predikant in [[Vorden]]. Toen hij op 7 november [[1714]] zijn proefpreek en examen en "de eed van suiveringe" voor de classis aflegde, noteerde de scriba in de Acta: "De vergaderinge hadde wel gewenst dat wat meerder genoegen hadde gegeven" wat zijn kennis betreft, maar ook "ten opsigt van sijn gelaat en gedragh, terwijl daar in sigh niet vertoonde die sedigheit en nedrigheit die een Leeraar betaamde".
  
In 1677 legt dominee Meinoldus Boeseken het oudste trouwboek aan dat bewaard is gebleven. Hij is een graag gezien en bemind man: hij komt uit de buurt en kent de mentaliteit van zijn dorpsgenoten. Ook in kerkelijke bestuurskringen staat hij hoog aangeschreven. In [[1694]] werkt hij als veldprediker. Zelf zegt hij daarover: "29 Mei 1694, ik ds M.Boeseken, op ordre van de Classis Zutphen, naar 't leger der Verenigde Nederlanden gereisd en hebbe de gehele veldtocht bij 't regiment van de heer Generaal-Majoor Wijnbergen de predikdienst bedient, na welke veldtocht ik in goede gezondheid en met loffelijke getuigenissen betreffende mijn leer en leven (Gode zij dank) tot mijn gemeente weergekeerd en voor 't eerst gepreekt 7 october 1694".  
+
In [[1677]] legde dominee Meinoldus Boeseken het oudste trouwboek aan dat bewaard is gebleven. Hij was een graag gezien en bemind man: hij kwam uit de buurt en kende de mentaliteit van zijn dorpsgenoten. Ook in kerkelijke bestuurskringen stond hij hoog aangeschreven. In [[1694]] werkte hij als veldprediker. Zelf zei hij daarover: "29 Mei [[1694]], ik ds M.Boeseken, op ordre van de Classis Zutphen, naar 't leger der Verenigde Nederlanden gereisd en hebbe de gehele veldtocht bij 't regiment van de heer Generaal-Majoor Wijnbergen de predikdienst bedient, na welke veldtocht ik in goede gezondheid en met loffelijke getuigenissen betreffende mijn leer en leven (Gode zij dank) tot mijn gemeente weergekeerd en voor 't eerst gepreekt 7 october 1694".  
  
Tijdens zijn afwezigheid vervult de inspector van de classis Dominee Evert Mattheus enkele predikbeurten in [[Zeddam]], waarvoor hij bij de [[kerkmeesters]] ƒ15,00 declareert.
+
Tijdens zijn afwezigheid vervulde de inspector van de classis Dominee Evert Mattheus enkele predikbeurten in Zeddam, waarvoor hij bij de [[kerkmeesters]] vijftien gulden declareerde.
Boeseken is een van de weinige Zeddamse predikanten die een bijzonder spoor nalaten: op 13-4-1686 geeft de Classikale vergadering hem permissie om zijn tractaat "De welgelucksaligheden van tvolck des Heeren" te laten drukken. Het is een geschrift dat in [[1688]] wordt gedrukt te Amsterdam bij Johannes Wolters, boekverkoper aan 't Water. in het boekje, 366 bladzijden op een formaat van 100 x 150 mm, staat een loflied op [[Zeddam]] in latijnse versregels, gedicht door de zoon van zijn voorganger Winand van Lindt die koster-schoolmeester is te [['s-Heerenberg]]. Het boekje is in te zien in de Atheneum Bibliotheek te Deventer. Een foto van het titelblad is afgedrukt in 'Hervormde Kerken Zeddam'.  
 
  
In 1711 verschijnt bij Henricus Teering in Leiden opnieuw een wetenschappelijke studie: "Disquissitionum Philogarum biga, et ad Gen III:15 et ad Act III:24 (254 blz), waarvoor hij in de classicale vergadering van 29-4-1710 "approbatie" krijgt "en is over sijn neerstigheit en goede Meijninge van de Eerw: vergaderinge gelaudeert".-
+
Boeseken is een van de weinige Zeddamse predikanten die een bijzonder spoor hebben nagelaten: op 13 april [[1686]] gaf de Classicale vergadering hem toestemming om zijn traktaat "De welgelucksaligheden van tvolck des Heeren" te laten drukken. Het geschrift werd in [[1688]] gedrukt in Amsterdam bij Johannes Wolters, boekverkoper aan 't Water. In het boekje, 366 bladzijden op een formaat van 100 x 150 mm, staat een loflied op Zeddam in Latijnse versregels, gedicht door de zoon van zijn voorganger Winand van Lindt, die koster-schoolmeester was in [['s-Heerenberg]]. Het boekje is in te zien in de Atheneum Bibliotheek te Deventer. Een foto van het titelblad is afgedrukt in [[Hervormde Kerken Zeddam 400 jaar|Hervormde Kerken Zeddam]].
Op 26-4-1718 legt hij een derde werk aan de Classis voor: "Dissertatio philologica ad vers 24, 25, 26 Cap: 3 ad Rom:"; tot een uitgave schijnt dit niet te komen, want dominee wordt steeds meer met "lijfsswackheijd" bezocht. Gememoreerd moet ook nog worden dat het Meinoldus Boeseken is die op 24-4-1688 in de Classis te Zutphen voorstelt om gelden in te zamelen voor "een nieuwe predikplaats tot Weel". Het duurt vele jaren, voordat dit plan waarmee alle broeders instemmen, gerealiseerd wordt. In [[1721]] krijgt [[Wehl]] zijn eigen gereformeerde gemeente en een jaar later zijn eerste predikant.
 
  
Uit: Hervormde kerken [[Zeddam]]. Historische notities bij het 400-jarig bestaan op 16 juli 1998. (auteur [[Thoben, John|John Thoben]]).
+
In [[1711]] verscheen bij Henricus Teering in Leiden opnieuw een wetenschappelijke studie: "Disquissitionum Philogarum biga, et ad Gen III:15 et ad Act III:24 (254 blz.), waarvoor hij in de Classicale vergadering van 29 april [[1710]] "approbatie" kreeg "en is over sijn neerstigheit en goede Meijninge van de Eerw: vergaderinge gelaudeert".
  
{{Onderwerp|Dominees}}
+
Op 26 april [[1718]] legde hij een derde werk aan de Classis voor: "Dissertatio philologica ad vers 24, 25, 26 Cap: 3 ad Rom:". Tot een uitgave lijkt het niet te zijn gekomen, want de dominee werd steeds meer met "lijfsswackheijd" bezocht. Gememoreerd moet ook nog worden dat het Meinoldus Boeseken was die op 24 april [[1688]] in de Classis te Zutphen voorstelde om gelden in te zamelen voor "een nieuwe predikplaats tot [[Wehl|Weel]]". Het duurde vele jaren, voordat dit plan waarmee alle broeders instemden, gerealiseerd werd. In [[1721]] kreeg Wehl zijn eigen gereformeerde gemeente en een jaar later zijn eerste predikant.
 +
 
 +
== Bron ==
 +
*[[Hervormde Kerken Zeddam 400 jaar]]
 +
 
 +
[[Categorie:Dominees Zeddam]]

Versie van 5 mei 2016 om 12:03

Meinoldus Boeseken was van 1677 tot 1724 dominee van Zeddam. Hij volgde Isaacus Caatman op. Na hem werd Johannes Eerligh dominee van Zeddam.

Meinoldus werd omstreeks 1655 geboren in Zevenaar als zoon van Henricus Boeseken en Agnes Boesen. Zijn broer Casper Boeseken had daar dan een leerlooierij en schoenmakerij. Waarschijnlijk is hij de kleinzoon van de Zeddamse koster Meinoldus Suevius. Op 6 januari … trad hij in het huwelijk met Clara van Sprangh, dochter van Adrianus van Sprangh, predikant te Pannerden. In de volgende jaren noteerde hij successievelijk zijn tien kinderen in het doopboek van Zeddam.

Na het overlijden van Clara, hertrouwde Meinoldus op 13 december 1715 met Swaantje van Salingen, lidmaat van de Zeddamse gemeente. Uit dit huwelijk werden nog twee kinderen geboren. Zijn zoon Adriaan Boeseken (gedoopt 23 augustus 1691) werd predikant in Vorden. Toen hij op 7 november 1714 zijn proefpreek en examen en "de eed van suiveringe" voor de classis aflegde, noteerde de scriba in de Acta: "De vergaderinge hadde wel gewenst dat wat meerder genoegen hadde gegeven" wat zijn kennis betreft, maar ook "ten opsigt van sijn gelaat en gedragh, terwijl daar in sigh niet vertoonde die sedigheit en nedrigheit die een Leeraar betaamde".

In 1677 legde dominee Meinoldus Boeseken het oudste trouwboek aan dat bewaard is gebleven. Hij was een graag gezien en bemind man: hij kwam uit de buurt en kende de mentaliteit van zijn dorpsgenoten. Ook in kerkelijke bestuurskringen stond hij hoog aangeschreven. In 1694 werkte hij als veldprediker. Zelf zei hij daarover: "29 Mei 1694, ik ds M.Boeseken, op ordre van de Classis Zutphen, naar 't leger der Verenigde Nederlanden gereisd en hebbe de gehele veldtocht bij 't regiment van de heer Generaal-Majoor Wijnbergen de predikdienst bedient, na welke veldtocht ik in goede gezondheid en met loffelijke getuigenissen betreffende mijn leer en leven (Gode zij dank) tot mijn gemeente weergekeerd en voor 't eerst gepreekt 7 october 1694".

Tijdens zijn afwezigheid vervulde de inspector van de classis Dominee Evert Mattheus enkele predikbeurten in Zeddam, waarvoor hij bij de kerkmeesters vijftien gulden declareerde.

Boeseken is een van de weinige Zeddamse predikanten die een bijzonder spoor hebben nagelaten: op 13 april 1686 gaf de Classicale vergadering hem toestemming om zijn traktaat "De welgelucksaligheden van tvolck des Heeren" te laten drukken. Het geschrift werd in 1688 gedrukt in Amsterdam bij Johannes Wolters, boekverkoper aan 't Water. In het boekje, 366 bladzijden op een formaat van 100 x 150 mm, staat een loflied op Zeddam in Latijnse versregels, gedicht door de zoon van zijn voorganger Winand van Lindt, die koster-schoolmeester was in 's-Heerenberg. Het boekje is in te zien in de Atheneum Bibliotheek te Deventer. Een foto van het titelblad is afgedrukt in Hervormde Kerken Zeddam.

In 1711 verscheen bij Henricus Teering in Leiden opnieuw een wetenschappelijke studie: "Disquissitionum Philogarum biga, et ad Gen III:15 et ad Act III:24 (254 blz.), waarvoor hij in de Classicale vergadering van 29 april 1710 "approbatie" kreeg "en is over sijn neerstigheit en goede Meijninge van de Eerw: vergaderinge gelaudeert".

Op 26 april 1718 legde hij een derde werk aan de Classis voor: "Dissertatio philologica ad vers 24, 25, 26 Cap: 3 ad Rom:". Tot een uitgave lijkt het niet te zijn gekomen, want de dominee werd steeds meer met "lijfsswackheijd" bezocht. Gememoreerd moet ook nog worden dat het Meinoldus Boeseken was die op 24 april 1688 in de Classis te Zutphen voorstelde om gelden in te zamelen voor "een nieuwe predikplaats tot Weel". Het duurde vele jaren, voordat dit plan waarmee alle broeders instemden, gerealiseerd werd. In 1721 kreeg Wehl zijn eigen gereformeerde gemeente en een jaar later zijn eerste predikant.

Bron