Don Rua

Don Rua is een voormalig klooster in 's-Heerenberg. De naam werd aan het klooster gegeven na de komst van de Salesianen van Don Bosco. Michelle Rua was de rechterhand van Don Bosco en eerste opvolger als Overste van de Salesianen.

‎Slaapzaal / Don Rua

Het klooster werd in 1910 gesticht door Duitse Jezuïeten die als gevolg van de Kulturkampf hun eigen land waren ontvlucht. Zij noemden het klooster Sint-Bonifatiushuis. Later trokken de Witte Paters en vervolgens Salesianen van Don Bosco in het klooster om er tot begin jaren 70 te blijven. Het klooster functioneerde als juvenaat, jongens werden er opgeleid tot kloosterling, maar al gauw werd het een bijzonder internaat van katholieke signatuur. Tot en met medio 1971 woonden er jongens, maar het aantal aanmeldingen en roepingen daalde en de paters van Don Bosco verkochten het pand. Nadat de functie van klooster verviel, was er jarenlang het creativiteitscentrum Gouden Handen in het gebouw gevestigd.

Achter het klooster ligt een klein park dat vroeger tot het klooster behoorde. In het park bevindt zich een kruisweg, bestaande uit kapelletjes met reliëfs, die binnenkort gerestaureerd zullen worden. Ook lag er een kloosterkerkhof waarvan de laatste graven eind jaren 70 verplaatst werden naar de begraafplaats van de Salesianen in Leusden (Dodeweg 6). Na de verkoop van dit klooster werden hun overledenen te ruste gelegd op het katholieke kerkhof aan het einde van de Dodeweg.

Het voormalig klooster is gelegen vlak bij de zogenaamde Oude Grens, de grensovergang richting Emmerik nabij het historische centrum van 's-Heerenberg. In het gebied tussen het klooster en de grens is sinds ongeveer 2005 een nieuwbouwwijk verrezen. Het klooster heeft een flink deel van haar terrein moeten prijsgeven, zoals de sportvelden, het minizwembad en de boerderij.

In 2010 is Don Rua een aantal keren landelijk in opspraak gekomen vanwege sexueel misbruik van kinderen door de paters.