Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Gertsen, Johannes Frederikus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Gertsen, Johannes Frederikus.jpg

Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog

Gertsens Japanse interneringskaart

Johannes Frederikus Gertsen was KNIL-militair. Hij werd op 28 oktober 1920 geboren in Zeddam als zoon van Everardus Johannes Gertsen en Maria Margaretha Vermeulen.

Hij woonde in Stokkum toen hij op 25 april 1939 tekende voor een dienstverband van vijf jaar bij het KNIL, ingaande op de dag van geschiktbevinding voor uitzending. Die dag was 5 augustus, waarop hij tevens een premie van 100 gulden in ontvangst kon nemen.

Diezelfde maand nog, op 23 augustus, is hij met het motorschip Sibajak van Rotterdam naar Indië vertrokken. Onderweg brak op 1 september de Tweede Wereldoorlog uit. De Sibajak voer toen in de Middellandse Zee en heeft zijn reis naar Indië ongestoord kunnen voortzetten. In Colombo op Ceylon gingen zestig Duitse Joden van boord voor doorreis naar Australië. De aankomst in Batavia was op 22 september. Onder de passagiers waren toen nog ruim vijftig Duitse Joden, die eveneens doorreisden naar Australië.

In januari 1940 werd Gertsen bevorderd tot soldaat 1e klas, maar verder zijn er over deze periode geen bijzonderheden bekend. Bij de Japanse inval in Nederlands-Indië werd hij op 8 maart 1942 krijgsgevangen genomen. Dat was de dag waarop het KNIL capituleerde.

De Japanners legden van al hun krijgsgevangenen een interneringskaart aan. Op die van Gertsen staat de dag van gevangenneming vermeld als 17.3.8, ofwel 8 maart in het 17e jaar van de regering van keizer Hirohito. Als plaats van gevangenneming staat er Bandoeng (バンドン). Het nummer 49647 in het veld Remarks is pas na 1955 door de Stichting Administratie Indonesische Pensioenen toegevoegd.

De landen en de kampen waar de betreffende militair gevangen heeft gezeten, staan met stempels vermeld; de landen in de linker- en de kampen in de rechterbovenhoek. Het doorgestreepte stempel 爪 哇 linksboven op Gertsens kaart betekent Java, het doorgestreepte stempel II rechtsboven betekent krijgsgevangenkamp № 2.

Het Javaanse krijgsgevangenenkamp № 2 in Tjilatjap (nu Cilicap) op de zuidkust van Java werd in februari 1943 opgeheven. De ongeveer 4800 krijgsgevangenen werden toen overgebracht naar Thailand () om er als dwangarbeider aan de Birma-spoorweg te werken.

Gertsen kwam terecht in het Thaise krijgsgevangenenkamp № 6 (VI), dat lag aan het traject van de aan te leggen spoorlijn. Het was op 21 januari 1943 opgericht in Kinsayok, maar werd in maart 1943 (rond de tijd dat Gertsen en zijn medegevangenen aankwamen) verplaatst naar Hindato. Vandaaruit werkten de gevangenen aan een deeltraject van enkele tientallen kilometers. In december 1943 was de spoorlijn klaar en werd het kamp omgenummerd in № 1. De gevangenen werden toen ingezet voor het onderhoud van de spoorlijn. Dit was nodig omdat geallieerde bommenwerpers regelmatig aanvallen uitvoerden. Daarbij maakten ze veel slachtoffers onder de dwangarbeiders, want hun kampen lagen vlak langs de spoorlijn.

Gertsen heeft zijn krijgsgevangenschap overleefd en bevond zich bij de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 in Bangkok, Thailand.

Gertsens KNIL-stamboekgegevens


Radiotelegrafist bij de ML-KNIL

Na de Tweede Wereldoorlog bleef Gertsen in dienst van het KNIL. Hij werd ingedeeld bij de Militaire Luchtvaart, de luchtmachtafdeling van het KNIL en gestationeerd op onder meer Borneo, waarschijnlijk op Vliegbasis 4 (4 VB) bij Balikpapan. Later werd hij overgeplaatst naar 5 VB, de vliegbasis Penfoei bij Koepang op Timor.

Op 13 maart 1947 werd hij bevorderd tot korporaal. Op 13 januari 1948 is hij met de Kota Inten met verlof naar Nederland vertrokken. Daar debarkeerde hij op 10 februari in de haven van Rotterdam.

Op 30 april 1948 trouwde hij in 's-Heerenberg met Anna Bernardina Derksen. Zij was op 3 mei 1921 geboren in Zeddam als dochter van Hendrikus Theodorus Derksen en Maria Bisselink.

Op 18 juni 1948 zat zijn verlof erop en is hij met de Groote Beer naar Indië teruggekeerd. Het schip vertrok van Amsterdam en meerde op 12 juli af in Tandjong Priok, de haven van Batavia. Zijn vrouw kon hem een halfjaar later volgen. Zij reisde met de Sibajak, hetzelfde schip waarmee Gertsen de eerste keer naar Indië was vertrokken. De afvaart van Rotterdam was op 22 januari 1949, de aankomst in Tandjong Priok op 21 februari.

Na terugkeer van verlof werd Gertsen bij de Militaire Luchtvaart opgeleid tot luchtvaart-radiotelegrafist (LVRT; de naoorlogse benaming van boordtelegrafist). De opleiding duurde anderhalf jaar en begon met een half jaar basisopleiding in Bandoeng, gevolgd door een half jaar stage op een grondstation. In het laatste half jaar werd ook in vliegtuigen geoefend.

Na het LVRT-examen werd hij op 16 november 1949 bevorderd tot sergeant en was hij zowel op de grond als in de lucht inzetbaar voor het radioverkeer in zowel de militaire als de civiele luchtvaart; ook in het internationale vliegverkeer.

Op 26 juli 1950, ruim een half jaar nadat Nederland de Indonesische onafhankelijkheid had erkend, werd het KNIL opgeheven. Op die dag is Gertsen met de rang van sergeant overgegaan naar de Koninklijke Landmacht.

Op 22 september 1950 is Gertsen, vermoedelijk met zijn vrouw, met het Britse troepentransportschip Chitral naar Nederland vertrokken. Aan boord waren zo'n 700 voormalige KNIL-militairen en hun gezinnen. De aankomst in Amsterdam was op 18 oktober.

Het ligt voor de hand dat hij op 11 maart 1953, toen de Koninklijke Luchtmacht werd opgericht, is overgegaan naar dit krijgsmachtonderdeel. Over zijn verdere levensloop zijn geen gegevens voorhanden.

Onderscheidingen

Bronnen