Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Höpink, Andreas Gerrit

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 25 jan 2016 om 09:45 (Bronnen: cat)
Ga naar: navigatie, zoeken

Andreas Gerrit Höpink was in mei 1940 als reservekapitein commandant van 1-IV Bat. Pag., de compagnie waar Wim Berntsen bij diende toen hij op 13 mei 1940 sneuvelde.

Aan kapitein Höpink werd bij Koninklijke Besluiten van 23 en 29 mei 1947 de Bronzen Leeuw toegekend. De toelichting op deze toekenning luidde als volgt:


Heeft zich door het bedrijven van bijzonder moedige en beleidvolle daden in de strijd tegenover de vijand onderscheiden, door op 11 en 12 Mei 1940 tijdens de gevechten op de Grebbeberg als Commandant van een compagnie pantserafweergeschut deze op voorbeeldige wijze aan te voeren.
Voorts door op 13 Mei 1940 op onverschrokken wijze onder zwaar vijandelijk vuur van nagenoeg alle zijden, persoonlijk met mitrailleur en geweer, onder leiding van de Commandant van het 1e Bataljon van het 8e Regiment Infanterie, deel te nemen aan het tot het uiterste verdedigen van een, achter de stoplijn de aanvalsas des vijands beheersend gebouw. Teneinde de uitwerking van een verwachte eigen tegenaanval te bevorderen, gedurende vier uren tot de laatste patroon tegenover een overmachtige vijand stand te houden, waarbij tenslotte het, nagenoeg geen dekking biedend, gebouw vlam vatte en instortte.


Tijdens de oorlog was Höpink directeur van een dakpannenfabriek in Giesbeek, maar hij was ook commandant van de Ordedienst in de Liemers. De Ordedienst was een verzetsorganisatie die voor een groot deel bestond uit militairen van het verslagen Nederlandse leger. Na de oorlog is de Ordedienst opgegaan in de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten.

Als verzetsman leidde Höpink militair inlichtingenwerk voor de geallieerden. Een van de mensen die voor hem werkten, was Clemens Berntsen, een broer van Wim. Het feit dat Höpink commandant van Wim was geweest, staat helemaal los van het contact dat hij later met Clemens heeft gehad.

Clemens was wel met stomheid geslagen toen Höpink bij de eerste ontmoeting met hem een bidprentje van Wim te voorschijn haalde. Hij zei toen: "Ik zal je na de oorlog wel zeggen hoe ik daaraan kom", maar al een paar weken later vertelde hij hem hoe de vork in de steel zat.

Höpink was een van de mensen die op de begrafenis van Wim Moorman het woord hebben gevoerd.

Bronnen