Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Hendrik van den Bergh (1573-1638): verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Huwelijken en kinderen: link Bergen op Zoom)
k (Bronnen: categorie)
Regel 66: Regel 66:
 
* Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (van der Aa): http://www.inghist.nl/retroboeken/vdaa/#aa__001biog02_01.xml:394
 
* Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (van der Aa): http://www.inghist.nl/retroboeken/vdaa/#aa__001biog02_01.xml:394
  
{{Onderwerp|Personen|Graven|Militairen}}
+
{{Onderwerp|Militairen}}
 +
 
 +
[[Categorie:Graven van den Bergh]] [[Categorie:Huis van der Leck]]

Versie van 3 jan 2016 om 05:35

Hendrik graaf van den Bergh (Bremen, 1573 - 22 mei 1638), was de zoon van Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau. Hij was heer van Stevensweert, was een Nederlands militair in Spaanse dienst tijdens de Tachtigjarige Oorlog en stadhouder van Spaans Opper-Gelre.

Leven

Graaf Hendrik van den Bergh

Hendrik was de zevende zoon van graaf Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau, de oudste zuster van prins Willem van Oranje. Als al zijn broers maakte hij carrière in Spaanse dienst. Hij streed onder meer bij Gulik, Breda, Grol en in 1629 bij 's-Hertogenbosch, waar hij de inname door prins Frederik Hendrik niet kon verhinderen. Onder Ambrogio Spinola onderscheidde hij zich zo, dat hij na het Twaalfjarig Bestand in het leger van Albrecht en Isabella de op een na hoogste commandant werd.

Hierdoor werd hij de leider van de met name adellijke partij die ontevreden was met de overheersende Spaanse invloed in de Zuidelijke Nederlanden. Hij onderhandelde met René van Renesse en Frederik Hendrik en trad door omkoping in 1632 aan de zijde van de stadhouder. In diens Veldtocht langs de Maas speelde hij Roermond en Venlo in Staatse handen; in 1633 werd hij openlijk lid van het Staatse leger, evenwel zonder dat hij bij zijn volgelingen veel navolging vond. Hij stierf in 1638.

Hendrik van den Bergh. Onbekende schilder.

Huwelijken en kinderen

Hendrik huwde in 1612 met Margaretha van Wittem van Beersel (1582-1627), dochter van Jan van Wittem en Maria Margaretha van Merode. Uit dit huwelijk werden twee kinderen geboren:

Hendrik hertrouwde in 1629 met Hiëronyma Catharina gravin van Spaur-Flavon (1600-1683), dochter van George Frederik van Spaur-Flavon. Uit dit huwelijk werden geboren:

Bij een andere vrouw verwekte hij nog:

Het Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek (van der Aa) schrijft over Hendrik

BERGH (Hendrik Graaf van den), Heer van Stevensweerd, de zevende zoon van Willem, geboren te Bremen in 1573, had zich, even als zijn vader, in dienst des Konings van Spanje begeven. In 1595 zich met eene bende Ruiters binnen Weert bevindende, werd hij aldaar overvallen en gevangen genomen, doch drie maanden later, op het woord van zijnen broeder, voor 5000 gulden ontslagen. Toen Spinola in 1606 Groenlo had ingenomen, werd Graaf Hendrik tot bevelhebber benoemd en wist het dapper tegen Prins Maurits te verdedigen. In het jaar 1607 werd Erkelens, door Prins Frederik Hendrik bij verrassing ingenomen, en bij die gelegenheid, werd Graaf Hendrik zijn neefs gevangene, doch spoedig weder geslaakt. - Nadat hij uit zijne gevangenis ontslagen was, scheen het geluk hem weder gunstig te zijn. Zoo sloeg hij in het jaar 1621, na het huis te Rheden ingenomen te hebben, het beleg voor Gulik, hetwelk hij bij verdrag innam, zoo als hij ook, in het volgende jaar, Goch en de Schans Papemuts bemagtigde. In het jaar 1624 zich van de strenge vorst bedienende, deed hij een inval in de Veluwe. Het vlugten der dorpelingen, die niet onder brandschatting zaten, werd algemeen; doch de strenge koude bragt ook hem veel nadeel toe. Den 21sten Februarij veranderde het weder spoedig: zoodat bij zich genoodzaakt zag, de Veluwe weldra te verlaten, hetwelk men toen den Spaanschen Vasten-avond noemde, bij welken naam nog heden een der Historieprenten van dien tijd bekend is. Veel droeg Graaf Hendrik ook bij tot de verovering van Breda in 1625, door steeds de leeftogt van Lier naar het leger te geleiden en dit met zoo veel beleid te doen, dat geen enkel convooi opgeligt werd. Met eenig voordeel viel hij in 1626 der Staten leger, tusschen Emmerik en Rees, aan, doch zoodra het op de been was, vond hij zich gedrongen terug te keeren.

Toen Prins Frederik Hendrik in het jaar 1629, het beleg voor 's Hertogenbosch geslagen had, begaf Graaf Hendrik van den Bergh zich in de maand Mei, aan het hoofd van het Spaansche leger, op weg, met oogmerk om de stad te ontzetten, slaande hij zich te Turnhout neder. Zijne magt bestond uit 30,000 knechten en 70 korvetten paarden. Kort daarna legerde hij zich te Sprang, doch hoe meer de Graaf naderde, hoe meer de Prins op zijne hoede was. Vruchteloos deed van den Bergh onderscheidene aanvallen op het Staatsche leger, en zag dus alle zijne pogingen verijdeld; 's Hertogenbosch moest zich eindelijk aan den Prins overgeven. Gelukkiger slaagde de Graaf in zijnen togt over den IJssel, en deed daarop eenen tweeden inval in de Veluwe, bemagtigde Amersfoort, en andere sterkten, doch het innemen van Wesel deed hem de Veluwe wederom verlaten.

Graaf Hendrik van den Bergh, in het jaar 1632 den Koning van Spanje een veertigjarige dienst bewezen hebbende, begon, uit mismoedigheid over het gezag, dat den Spanjaarden in de Nederlanden gegeven werd, een afkeer van de dienst te krijgen, en werd te rade van partij te veranderen. Door den Graaf van Warfusé had hij reeds in het voorjaar in het geheim, met den Prins van Oranje doen handelen. Nadat hij Venlo, Roermond en Stralen, bijna zonder slag of stoot had overgegeven, begaf hij zich naar Luik, van waar hij, van dit zijn voornemen en besluit, bij bijzondere en openbare brieven, aan de Infante en aan het gemeen kennis gaf; noodigende al het krijgsvolk, dat onder hem, of onder de Spaansche Veldoversten gediend had, tot voorstand van de Roomsche Godsdienst, zich bij hem te voegen, om de Spanjaarden te verjagen; dan er vielen hem minder toe, den hij gedacht had. De Algemeene Staten besloten ook, op 's Prinsen raad, op zijnen naam eenig volk te werven. Te Brussel begreep men, dat de Luikenaars, door hem te ontvangen, de onzijdigheid geschonden hadden, doch de Graaf erkende openlijk, dat zij van zijn voornemen geen kennis gehad hadden. Hij werd te Brussel voor een landverrader en muiter verklaard, en eene belooning beloofd aan elk, die hem in handen wist te krijgen. In het volgende jaar werd hij, benevens het volk, dat hij verzameld had, bij voorraad, in eed en dienst van de Vereenigde Gewesten aangenomen. Op deze wijze was het, dat de zoon wederkeerde tot hen, die door den vader verlaten waren. De Aartshertogin Izabella Clara Eugenia poogde hem door vleijende brieven wel weder ten Hove te lokken, doch hij sloeg daaraan geen geloof, noch gehoorzaamde aan de daarop gevolgde indaging, diensvolgens werd zijn goed en leven, als van eenen halstarrigen, bij vonnis van den Hoogen Raad van Mechelen verbeurd verklaard; terwijl tevens de gift van Montfoort, welke hem voorheen gedaan was, door een plegtig vonnis van den zelfden Raad herroepen werd. Te 's Gravenhage werd hij daarentegen statelijk ontvangen en wist aldaar zoo veel te weeg te brengen, dat hem het bezit van het Markgraafschap Bergen op Zoom werd toegewezen. Kort daarna bemagtigde hij het stadje 's Heerenberg, en deed zich, na dit met eenig volk bezet te hebben, door het geheele graafschap huldigen als erfgenaam van zijne overledene nicht, de dochter van zijnen broeder Herman.

Hij overleed in 1638 en was driemalen gehuwd geweest, eerst met Margaretha van Witthem, zuster van zijns broeders huisvrouw, in 1612. Uit dit huwelijk zijn geboren: Maria Elizabeth, gehuwd aan Itel Frederik, Vorst von Hohenzollern-Hechingen, die, bij transactie met haren vollen neef Albert, het Markgraafschap Bergen op Zoom verkreeg, en eene andere dochter, wier naam men niet vermeld vindt, gehuwd met den Graaf van Renesse Warfusé, in 1637 te Luik gedood. De naam van de tweede vrouw van Graaf Hendrik, door sommigen slechts voor een bijzit gehouden, vindt men mede niet vermeld, doch zij baarde hem: Herman Graaf van den Bergh, Heer van Goor en Stevensweerd, gehouwd met Josina Walburg, Gravin van Löwenstein Werthheim, kinderloos overleden; Anna Maria, gehuwd aan Bernard Albert, Graaf van Styrum. Zijne derde vrouw was Hieronyma Catharina, Gravin van Spauer, waaruit vijf dochters: Amalia Lucia, gehuwd met Paris Jacob, Graaf Truchsess zu Zeyll; Isabella Catharina, gehuwd met Johan, Graaf van Hohen-Rechberg; Maria Agnes en Anna Carolina, Geestelijken; Juliana, eerst gehuwd met Bernard, Graaf van Wittgenstein, vervolgens met Karel Eugenius, Hertog van Croy, Graaf van Mijlendonk.

Zijn portret komt voor in Kok, Vaderl. Woordenb. en in Chalmot, Biogr. Woordenb.

Zie van Reyd, Nederl. Oorl., bl. 272; van den Sande, Nederl. Hist., bl. 91, 107, 128, 140-149, 164 en 170; de la Pise, Hist. des Princ. et Princip. d'Orange; pag. 733, et suiv.; de Groot, Nederl. Hist., bl. 244, 510 en 525; van Meteren, Nederl. Hist. D. VI. bl. 256, D. IX. bl. 155 en 177, van Loon, Nederl. Historip., D. II. bl. 7, 97 en volg.; Commelin, Fred. Hendr. van Nassau zijn Leven en Bedrijf, D. I. bl. 4, 6 enz.; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. IX. bl. 226, D. X. bl. 422, 445, 486, D. XI. bl. 36, 93-97 en 160; Nalez. op Wagenaar, D. II. bl. 5-7, 9. 10, 17-19; Kok, Vaderl. Woordenb., D. VI. bl. 424-426; Chalmot, Biogr. Woordenb., D. II. bl. 322-323; van Kampen, Vaderl. Karakt., D. II. bl. 182; Nyhoff, Bijdr. voor de Vaderl. Geschied., D. V. bl. 11, 38 en 39; Geschiedk. Aant. over het jaar 1629, bl. 49, 60, 63 en 100.


Literatuurlijst

  • Deze kleine literatuurlijst is afkomstig uit de Tentoonstellingscatalogus Graaf Hendrik van den Bergh 1573 - 1638, neef en tegenstander van Prins Maurits en Prins Frederik Hendrik. De tentoonstelling was in De Munt te 's-Heerenberg van 28 juni - 23 oktober 1988.
  • Beurden, A.F. van: s-Heerenberger acten. In: Limburg's Jaarboek XX, 1914. Blz 286-295 (ad. 3: Huwelijksverdrag tussen graaf Hendrik van den Bergh en Margaretha Maria van Witthem; ad. 5 Schenking van Stevensweert van Hendrik van den Bergh, met recht van jacht op Annadaal)
  • Boer, M.G. de: Die Friedesunterhandlungen zwischen Spanien und die Niederlanden in den Jahren 1632 und 1633. 1898.
  • Boer, M.G. de: Het verraad van Hendrik van den Bergh en de veldtocht langs de Maas. In: Tijdschrift voor Geschiedenis, Land en Volkenkunde, 1898. Blz 17-34
  • Bordes, J.P. de: De verdediging van Nederland in 1629. Utrecht 1856.
  • Dalen, A.G. van: Bergh; Heren, Land en Volk. Nijmegen 1979.
  • Dederich, A.: Hinrichtung des Pastors Otten. In: Annalen der Stadt Emmerich, 1867. Blz 444-450.
  • Dodt van Flensburg, J.J.: Bericht aangaande het overlijden van Henrik Graaf van den bergh in 1638. In: Bijdragen voor Vaderlandse Geschiedenis en Oudheidkunde; verzameld en uitgegeven door Is.An. Nijhoff. Werdeweel. Arnhem, 1842. Blz.153-156.
  • Dufour, R.: De poging tot ontzet van 's-Hertogenbosch in 1629 en hare afweer. In: orgaan der Vereniging ter beoefening van de Krijgswetenschap. 1907-1908. blz 162-230.
  • Flament, A.J.A.: De schaking van eene abdis van Thorn door den graaf van den Bergh. In: Publications, 1917.
  • Gachard, L.P.: Actes des etats-Generaux de 1632. Brussel, 1853.
  • Geyl, P.: Geschiedenis van de Nederlandse stam.
  • Israel, J.J. The Dutch Republic and the Spanish Worlds, 1601-1661. 1982.
  • Juste, Th.: Conspiration de la noblesse Belge contre l'Espagne en 1632; Etude historique. Brussel, 1851. Blz 12, 13, 22, 23.
  • Kamphuis, G: Revius' Verlossinghe van de Veluwe. In: TNTL LXIX, afl. 2, 1951. Blz 138-146.
  • Kok, J.: Vaderlandsch Woordenboek. Vijfde deel BAA-BE. Tweede druk. Amsterdam, Johannes Allart, 1786. blz 424-426 en blz 418-424.
  • Lonchay, H., J. Cuveller en J. Lefevre: Correspondance de la Cour d'Espagne sur les affaires des Pays Bas au XVIIe seicle. Brussel, 1923-1937. 6 dln.

Zie ook

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp