Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Kerkkoor staakt

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Toen de kerk in Wijnbergen in 1813 grote waterschade had geleden, gingen er stemmen op om in Doetinchem een nieuwe kerk te bouwen. Pastoor Klein Tünte was het er niet mee eens en gaf een afwijzend advies. Om de pastoor te dwingen toe te geven, gingen de Doetinchemse leden van het kerkkoor staken. De Doetinchemmers waren in de meerderheid. Maar de pastoor gaf niet toe en vulde het koor aan met zangers uit Dichteren en Wijnbergen. Weliswaar waren sommigen minder getalenteerd dan de oude zangers, maar de gezongen missen konden mooi doorgaan.

In 1823 kwam er een nieuwe pastoor in Wijnbergen en nog wel ééntje die in Doetinchem was geboren: Theodorus Messing. De oude leden van het kerkkoor zagen hun kans schoon en probeerden pastoor Messing mee te krijgen in hun plannen voor een nieuwe kerk in Doetinchem. Maar ook hij weigerde mee te werken aan een splitsing van de parochie. Hij weigerde ook de oude zangers weer op te nemen in het koor omdat dit al compleet was.

Toen op een zondag tijdens de Hoogmis het kerkkoor boven op het koor aan het zingen was, begonnen plotseling beneden ook de geroyeerde leden van het zangkoor te zingen. "Vermaningen noch bevelen van den Herder baatten. Toen niets hielp zag de Pastoor zich genoodzaakt, al was het met een zwaar hart, de hulp in te roepen der Overheid. Hij wendde zich tot den Burgemeester, toen Schout genoemd, en deed er zijn beklag." De Hoofdschout in Doesburg liet weten dat hij niet op de hoogte was met de Kerkelijke voorschriften, maar dat men er zeker van kon zijn dat de katholieke kerk nooit toestond, dat er meer dan één koor tegelijk in de kerk zingen mochten.

Ook de burgemeester van Ambt Doetinchem was tegen een nieuwe kerk.

Bron