Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Martin, Richard L.: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Bronnen: cat)
k (Bronnen: cat)
Regel 19: Regel 19:
 
*[[GAB|Gemeentearchief Bergh]], Archief 1942-1983, inventarisnummer 189
 
*[[GAB|Gemeentearchief Bergh]], Archief 1942-1983, inventarisnummer 189
  
[[Categorie:WO II gesneuveld Airforce]]
+
[[Categorie:WO II gesneuveld Airforce]] [[Categorie:Lengel Korenhorsterweg]]

Versie van 4 jul 2020 om 15:35

De grafsteen van Martin op de Mount Olivet Cemetery in Forth Worth, Texas.
Foto: teafor2

Staff sergeant Richard L. Martin, geboren op 11 september 1925, was de radiotelegrafist van de Amerikaanse bommenwerper die op 4 januari 1944 in Vinkwijk is neergestort. Martin is de enige van de tien bemanningsleden die hierbij is omgekomen. Hij was nog maar achttien jaar oud.

Op de terugweg van een aanval op Kiel in Noord-Duitsland werd het vliegtuig geraakt door luchtafweergeschut en aanvallen van jachtvliegtuigen. Hierbij brak er brand uit en raakte Martin gewond. Desondanks heeft hij geprobeerd de brand te blussen. Hierdoor heeft de bemanning kans gezien het vliegtuig tijdig te verlaten. Ook Martin is nog gesprongen, maar hij sloeg te pletter aan de rand van een sloot tussen de Stille Hoeve en de Korenhorst aan de Korenhorsterweg in Lengel.

Wim Driessen van de Stille Hoeve, toen een jongen van elf jaar, was er als eerste bij. Hij schrok heel erg, want het was voor het eerst in zijn leven dat hij een dode zag. Martins lichaam had een diepe kuil in de slootkant geslagen en hij was gedeeltelijk bedekt door zijn witte parachute. Op zijn hoofd had hij een leren vliegersmuts. Wim haalde zijn vader erbij, die vaststelde dat de man inderdaad dood was.

Al gauw stond er een menigte nieuwsgierigen om de dode heen. Zij besloten hem uit zijn kuil te trekken en met zijn parachute te bedekken. Tegen de tijd dat dat gedaan was, kwam er een luxe auto met Duitsers bij de Stille Hoeve het erf oprijden. Een officier eiste de namen van iedereen die bij het lijk van das Schwein was geweest, maar die kon de familie Driessen natuurlijk niet geven. Er volgden dreigementen die uiteindelijk, gelukkig, loos alarm bleken.

Er werden Duitse wachtposten rond Martins lichaam geplaatst, die daar de rest van de dag rondhingen. Pas 's avonds kwamen de Duitsers bij Driessen een ladder halen. Daar werd Martin opgelegd en naar de Korenhorst gedragen, waar een auto stond die hem afvoerde naar een Duitse kazerne in 's-Heerenberg.

Martin werd op 7 januari onder toezicht van opperwachtmeester Brouwer begraven op het protestante kerkhof in Zeddam. Op 19 maart 1946 werd hij opgegraven en overgebracht naar de Amerikaanse militaire begraafplaats in Margraten. Om onduidelijke reden werd zijn lichaam verder getransporteerd naar de Ardennes American Cemetery and Memorial te Neuville-en-Condroz in Wallonnië, waar hij op 27 april 1946 om 12.30 werd herbegraven in graf J-10-241 als onbekende soldaat no. X-3362. Het is onduidelijk waarom hij als onbekende soldaat werd herbegraven, want in Bergh was zijn identieteit bekend. Hoe dan ook, later werd zijn identiteit opnieuw vastgesteld. Vervolgens werd hij in juni 1949 nogmaals herbegraven, nu in zijn vaderland op de Mount Olivet Cemetery in Forth Worth, Texas. Zijn piloot, luitenant Hughes, heeft hem in juni 1945 voorgedragen voor een postume onderscheiding.

Zijn naam staat op de plaquette bij het Canadese kanon op de Bleek in 's-Heerenberg.

Bronnen