Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Nales, Johannes Theodorus: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(interne links)
(revisie en aanvulling)
Regel 1: Regel 1:
'''Johannes Theodorus Nales''' was van 13 februari [[1860]] tot 27 maart [[1905]] [[Pastoors en Kapelaans|pastoor]] te [['s-Heerenberg]] van de [[Pancratiuskerk|Pancratiusparochie]].<br/>
+
== Pastoor van 's-Heerenberg ==
Hij is geboren in [[Groenlo]] op 30 november [[1821]]. Zijn theologiestudie maakte hij in Warmond, waar hij op 18 augustus [[1847]] tot priester werd gewijd. Achteeenvolgens was hij kapelaan in [[St. Martinus Wijnbergen|Wijnbergen]], (1847), [[Gendringen]] ([[1851]]) en [[Doesburg]] ([[1852]]).  
+
[[Bestand:Nales 40j 21-2-1900 NvdD.jpg|thumb|right|500px|'''Bericht in ''Het Nieuws van den Dag'' van 21 februari 1900]]
<br/>Na zijn eerste pastoorsplaats Varik ([[1857]]) kwam hij op 13 februari 1860 naar 's-Heerenberg.
+
'''Johannes Theodorus Nales''' was van 13 februari [[1860]] tot 27 maart [[1905]] [[Pastoors en Kapelaans|pastoor]] van de [[Pancratiuskerk|Pancratiusparochie]] te [['s-Heerenberg]].
 +
Hij werd geboren in [[Groenlo]] op 30 november [[1821]] als zoon van Adam Petrus Nales en Henrica Ovink. Zijn theologiestudie deed hij aan het grootseminarie in Warmond bij Leiden, waar hij op 18 augustus [[1847]] tot priester werd gewijd. Daarna was hij kapelaan in achtereenvolgens [[St. Martinus Wijnbergen|Wijnbergen]], (1847), [[Gendringen]] ([[1851]]) en [[Doesburg]] ([[1852]]). Na zijn eerste pastoorsplaats Varik ([[1857]]) kwam hij op 13 februari 1860 naar 's-Heerenberg. Hij zou er meer dan veertig jaar pastoor zijn.
  
 +
Hij overleed in 's-Heerenberg op 23 maart 1905 op 84-jarige leeftijd.
  
'''Karakter'''<br/>
+
== Zijn projecten in 's-Heerenberg ==
[[Meijer, Laurentius|Rentmeester Meijer]] beschrijft op verzoek van de [[Hoffkammer]] het karakter van de pastoor. (ON 38 blz 38 kolom midden)<br/>
+
=== De nieuwe katholieke begraafplaats ===
Hij is een brave priester die het goed voorheeft met zijn parochie. Maar hij is verschrikkelijk eigenwijs: alleen zijn mening en wil tellen. Hij kiest zich alleen ja-knikkers in het kerkbestuur; mensen met een egen mening zijn zo weer weg. Geldzaken houdt hij onder zich: daar hebben zijn medebestuurders niets mee te maken. Zijn contacten in de stad beperken zich tot vier dames: families waar een man in huis is die een eigen mening heeft en die niet alles mooi vindt, wat mijneer pastoor zegt en doet, vereert hij hoogst zelden met een bezoek...
+
Pastoor Nales was een actieve man, en hij heeft in 's-Heerenberg een aantal projecten ten uitvoer gebracht. Het eerste was de aanleg van een nieuwe [[Oude kerkhof 's-Heerenberg|katholieke begraafplaats]] op een stuk bouwland buiten de [[Molenpoort]], dat was aangekocht van de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen. Op 2 januari [[1863]] deelde Nales het [[politiek|gemeentebestuur]] mee dat het kerkbestuur een nieuwe begraafplaats had aangelegd, waar hij van plan was "voortaan de lijken der parochie te begraven".
  
'''bracht tot stand'''
+
=== Het Sint Aloysius Gesticht ===
*[[Oude kerkhof 's-Heerenberg|Nieuw kerkhof]]
+
Ongeveer te zelfder tijd begon hij de bouw van het [[St. Aloysius Gesticht|Sint Aloysius Gesticht]]. Na de voltooiing in [[1866]] namen de [[Zusters Franciscanessen van Heythuysen]] er hun intrek.
*[[St. Aloysius Gesticht]]
 
*Pancratiuskerk
 
*Sint Jozef
 
*
 
  
'''Vondeling'''<br/>
+
=== De Sint Pancratiuskerk ===
Er zijn meerdere aanwijzingen die tot het vermoeden hebben geleid dat hij de vader is van een [[Vondelingen|vondeling]]: [[Hofstraat, Johannes Wilhelmus|Hofstraat]].
+
Nales' grootste project was de nieuwe kerk ter vervanging van de te kleine en vervallen [[Baustetterkerk]]. Al vrij snel na zijn aantreden begon hij plannen te maken, waarbij hij de nodige notabelen betrok, zoals [[Politiek|burgemeester]] [[Hugenpoth tot Aerdt, Carolus Antonius Ludovicus baron van|Van Hugenpoth tot Aerdt]] (die weer contact opnam met de commissaris des konings in [[Gelderland]], graaf Van Limburg Stirum) en de [[Administrateurs en Rentmeesters Huis Bergh|administrateur]] van [[Huis Bergh]], [[Grimm, Joseph|Joseph Grimm]]. Het ging er in deze fase vooral om de financiering rond te krijgen, waarbij met name de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen als geldschieter werd gezien.  
  
==Bron==
+
De financiering kwam in [[1872]] goeddeels rond met de ondertekening van een contract wegens de tijdelijke schenking van vorstelijke inkomsten voor de bouw. Er kwam dus geen bedrag in één keer, maar bepaalde vorstelijke inkomsten werden voor de kerk bestemd. Aldus zou het nog tot [[1890]] duren voor het geld ook daadwerkelijk bijeengebracht was. Voor pastoor Nales waren de jaren van sparen niet gemakkelijk, want hij liet zich ontvallen dat hij bang was de voltooiing van de kerk niet meer mee te maken. Toen het geld eind [[1889]] zo goed als binnen was, kon hij dan ook niet laten dit in zijn kerstpreek te verkondigen. Dat maakte zo'n indruk dat het in de krant kwam, zoals hieronder te zien is.
Old Ni-js nummer 38
+
[[Bestand: Nales kerk 30-12-1889 De Tijd.jpg|right|500px|thumb|'''Bericht in ''De Tijd'' van 30 december 1889]]
 +
De bouw kon echter niet maar zo beginnen. Er moest niet alleen een architect gekozen worden (dat werd [[Tepe, Alfred|Alfred Tepe]]), maar ook een plaats voor de kerk worden aangewezen. In de bouwcommissie kwam het daarbij openlijk tot een conflict tussen pastoor Nales en rentmeester [[Meijer, Laurentius|Meijer]]. Het is nooit meer goed gekomen tussen die twee, maar op 6 september [[1894]] was de zaak rond: de toestemmingen waren binnen, uit Sigmaringen van [[Leopold van Hohenzollern-Sigmaringen|vorst Leopold]] en uit Utrecht van aartsbisschop Snickers. De kerk kon gebouwd worden op de plek waar hij nu staat.
  
{{Onderwerp|Pastoors en Kapelaans}}
+
In [[1895]] werd de grond bouwrijp gemaakt, dat wil zeggen de panden die er stonden, werden gesloopt. Naast een drietal gewone woningen was dit het kapitale pand waar tot [[1892]] de [[kostschool van Bastiaan Kouwenberg]] gevestigd was.
 +
 
 +
Op 22 mei [[1896]] werd de eerste steen gelegd, en op 17 augustus [[1897]] werd de Sint Pancratiuskerk door aartsbisschop Van de Wetering ingewijd. Voor pastoor Nales kon deze datum niet beter gekozen zijn, want de volgende dag vierde hij zijn gouden priesterjubileum.
 +
 
 +
== Onderscheidingen ==
 +
[[Bestand: Nales huisorde 10-1-1892 TC.jpg|thumb|right|400px|'''Bericht in de ''Tilburgsche Courant'' van 10 januari 1892]]
 +
Pastoor Nales kreeg in januari [[1892]] het  erekruis 3e klasse van de [[Onderscheidingen#Vorstelijk Hohenzollernse Huisorde|Vorstelijk Hohenzollernse Huisorde]]. Twee maanden later werd hem per Koninklijk Besluit toestemming verleend deze buitenlandse onderscheiding aan te nemen.
 +
 
 +
In augustus [[1900]] werd hij benoemd tot [[Onderscheidingen#Orde van Oranje-Nassau (1892)|ridder]] in de Orde van Oranje-Nassau. De aanleiding voor deze toekenning was waarschijnlijk zijn 40-jarig jubileum als pastoor van 's-Heerenberg.
 +
<br clear="all"/>
 +
== Vondeling ==
 +
Er zijn meerdere aanwijzingen die tot het vermoeden hebben geleid dat hij de vader is van de  [[Vondelingen|vondeling]] [[Hofstraat, Johannes Wilhelmus| Johannes Wilhelmus Hofstraat]].
 +
 
 +
== Bronnen ==
 +
*[http://www.genlias.nl Genlias]
 +
*[[Old Ni-js]] nummer 38, blz. 34-51
 +
*[http://kranten.kb.nl Historische kranten]
 +
 
 +
{{Onderwerp|Personen|Pastoors en Kapelaans|'s-Heerenberg|Onderscheidingen}}

Versie van 9 sep 2010 om 16:09

Pastoor van 's-Heerenberg

Bericht in Het Nieuws van den Dag van 21 februari 1900

Johannes Theodorus Nales was van 13 februari 1860 tot 27 maart 1905 pastoor van de Pancratiusparochie te 's-Heerenberg. Hij werd geboren in Groenlo op 30 november 1821 als zoon van Adam Petrus Nales en Henrica Ovink. Zijn theologiestudie deed hij aan het grootseminarie in Warmond bij Leiden, waar hij op 18 augustus 1847 tot priester werd gewijd. Daarna was hij kapelaan in achtereenvolgens Wijnbergen, (1847), Gendringen (1851) en Doesburg (1852). Na zijn eerste pastoorsplaats Varik (1857) kwam hij op 13 februari 1860 naar 's-Heerenberg. Hij zou er meer dan veertig jaar pastoor zijn.

Hij overleed in 's-Heerenberg op 23 maart 1905 op 84-jarige leeftijd.

Zijn projecten in 's-Heerenberg

De nieuwe katholieke begraafplaats

Pastoor Nales was een actieve man, en hij heeft in 's-Heerenberg een aantal projecten ten uitvoer gebracht. Het eerste was de aanleg van een nieuwe katholieke begraafplaats op een stuk bouwland buiten de Molenpoort, dat was aangekocht van de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen. Op 2 januari 1863 deelde Nales het gemeentebestuur mee dat het kerkbestuur een nieuwe begraafplaats had aangelegd, waar hij van plan was "voortaan de lijken der parochie te begraven".

Het Sint Aloysius Gesticht

Ongeveer te zelfder tijd begon hij de bouw van het Sint Aloysius Gesticht. Na de voltooiing in 1866 namen de Zusters Franciscanessen van Heythuysen er hun intrek.

De Sint Pancratiuskerk

Nales' grootste project was de nieuwe kerk ter vervanging van de te kleine en vervallen Baustetterkerk. Al vrij snel na zijn aantreden begon hij plannen te maken, waarbij hij de nodige notabelen betrok, zoals burgemeester Van Hugenpoth tot Aerdt (die weer contact opnam met de commissaris des konings in Gelderland, graaf Van Limburg Stirum) en de administrateur van Huis Bergh, Joseph Grimm. Het ging er in deze fase vooral om de financiering rond te krijgen, waarbij met name de vorst van Hohenzollern-Sigmaringen als geldschieter werd gezien.

De financiering kwam in 1872 goeddeels rond met de ondertekening van een contract wegens de tijdelijke schenking van vorstelijke inkomsten voor de bouw. Er kwam dus geen bedrag in één keer, maar bepaalde vorstelijke inkomsten werden voor de kerk bestemd. Aldus zou het nog tot 1890 duren voor het geld ook daadwerkelijk bijeengebracht was. Voor pastoor Nales waren de jaren van sparen niet gemakkelijk, want hij liet zich ontvallen dat hij bang was de voltooiing van de kerk niet meer mee te maken. Toen het geld eind 1889 zo goed als binnen was, kon hij dan ook niet laten dit in zijn kerstpreek te verkondigen. Dat maakte zo'n indruk dat het in de krant kwam, zoals hieronder te zien is.

Bericht in De Tijd van 30 december 1889

De bouw kon echter niet maar zo beginnen. Er moest niet alleen een architect gekozen worden (dat werd Alfred Tepe), maar ook een plaats voor de kerk worden aangewezen. In de bouwcommissie kwam het daarbij openlijk tot een conflict tussen pastoor Nales en rentmeester Meijer. Het is nooit meer goed gekomen tussen die twee, maar op 6 september 1894 was de zaak rond: de toestemmingen waren binnen, uit Sigmaringen van vorst Leopold en uit Utrecht van aartsbisschop Snickers. De kerk kon gebouwd worden op de plek waar hij nu staat.

In 1895 werd de grond bouwrijp gemaakt, dat wil zeggen de panden die er stonden, werden gesloopt. Naast een drietal gewone woningen was dit het kapitale pand waar tot 1892 de kostschool van Bastiaan Kouwenberg gevestigd was.

Op 22 mei 1896 werd de eerste steen gelegd, en op 17 augustus 1897 werd de Sint Pancratiuskerk door aartsbisschop Van de Wetering ingewijd. Voor pastoor Nales kon deze datum niet beter gekozen zijn, want de volgende dag vierde hij zijn gouden priesterjubileum.

Onderscheidingen

Bericht in de Tilburgsche Courant van 10 januari 1892

Pastoor Nales kreeg in januari 1892 het erekruis 3e klasse van de Vorstelijk Hohenzollernse Huisorde. Twee maanden later werd hem per Koninklijk Besluit toestemming verleend deze buitenlandse onderscheiding aan te nemen.

In augustus 1900 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau. De aanleiding voor deze toekenning was waarschijnlijk zijn 40-jarig jubileum als pastoor van 's-Heerenberg.

Vondeling

Er zijn meerdere aanwijzingen die tot het vermoeden hebben geleid dat hij de vader is van de vondeling Johannes Wilhelmus Hofstraat.

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp