Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Hamers, Ludovicus Johannes Fredericus Bernardus

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Ludovicus Johannes Fredericus Bernardus (Louis) Hamers was KNIL-militair. Hij werd op 11 maart 1821 geboren in 's-Heerenberg als zoon van Pieter Hamers en Berndina Johanna Muijselaar.

Het begin van zijn militaire loopbaan

Hamers was pas zestien jaar toen hij op 25 oktober 1837 vrijwillig in militaire dienst trad. Zijn vader had nooit militaire scholing gehad en was door zijn verdiensten opgeklommen tot majoor, maar Hamers wilde een echte officiersopleiding volgen. Hieraan begon hij op 22 november 1838, en drie jaar later, op 13 augustus 1841, toen hij nog maar sergeant-titulair was, vertrok hij met het schip Delft naar Nederlands-Oost-Indië.

Na aankomst in Batavia op 22 november 1841 werd hij ingedeeld bij het 12e Bataljon Infanterie van het (KNIL). Op 16 mei 1845 werd hij bevorderd tot sergeant-majoor en op 3 december 1846 bereikte hij de officiersrangen en werd 2e luitenant. Tegelijk met deze bevordering werd hij overgeplaatst naar het 8e Bataljon Infanterie. Vanaf deze tijd nam Hamers deel aan veldtochten in de Indische Archipel. Zo was hij in 1849 op Bali.

Zijn huwelijk en ontslag uit de dienst

Op 18 februari 1850 kreeg Hamers twee jaar verlof om in Nederland aan te sterken. Tijdens dat verlof leerde hij Emma Johanna Susanna von Gimborn kennen, een zes jaar jongere vrouw die op 13 mei 1827 was geboren in Emmerik. Voor hij met haar kon trouwen, zat zijn verlof erop, en Hamers keerde met de Willem I naar Indië terug, waar hij op 6 februari 1852 aankwam. Drie weken na terugkeer werd hij bevorderd tot 1e luitenant. In januari 1854 werd hij overgeplaatst van het 8e naar het 5e Bataljon Infanterie, en op 24 december 1856 naar het 10e Bataljon Infanterie onder gelijktijdige bevordering tot kapitein.

In die tijd was het op veel plaatsen in de kolonie onrustig, zodat het er niet naar uitzag dat Hamers het verlof kon opnemen waar hij na vijf Indië recht op had. Hij wilde echter met Emma trouwen, en toen hij werd aangewezen om aan een veldtocht op Timor deel te nemen, werd er besloten "met de handschoen" te trouwen. In Nederland vond het huwelijk plaats op 11 september 1857 in Arnhem, de woonplaats van Emma. Hamers werd hierbij vertegenwoordigd door zijn zwager Eduard Derksen. Van Hamers werd vermeld dat hij kapitein der Infanterie was, gelegerd in het garnizoen Weltevreden bij Batavia, maar in de praktijk zat hij op dat moment al op Timor.

Op Timor raakte Hamers ernstig gewond, waarop zijn vrouw besloot naar Indië af te reizen. Als echtgenote van een militair kon zij dit doen; verloofdes hadden het recht niet naar hun aanstaande man in Indië te reizen. Na honderd dagen kwam zij in Batavia aan, en moest daarna nog doorreizen naar Soerabaja, alwaar ze haar gewonde echtgenoot aantrof.

Vanwege zijn inzet tijdens de expeditie naar Timor in augustus en september 1857 werd Hamers op 17 februari 1858 onderscheiden met Militaire Willemsorde 4e klasse. Hij verzocht rond die tijd, gezien zijn verminkingen, uit de dienst te worden ontslagen, aan welk verzoek op 18 maart 1858 werd voldaan. Op 2 april 1858 werd hij gepensioneerd met een jaarpensioen van 1500 gulden.

Hamers' stamboekgegevens


Terug in Nederland

Na zijn pensionering keerde Hamers met zijn vrouw terug naar Nederland, waar zij in Doesburg gingen wonen. Hier werden de eerste twee van hun zeven kinderen, allen dochters, geboren. In 1862 woonden het gezin in Elten en het jaar daarop verhuisde het naar Arnhem. Daar was kort daarvoor aan de Velperweg het "Koloniaal Militair Invalidenhuis op Bronbeek" geopend, en toen in 1863 de eerste bewoners aankwamen, werd Hamers benoemd tot kapitein-adjudant van de commandant van het huis, generaal-majoor Smits. Smits was ook in Nederlands-Indië Hamers' meerdere geweest.

Als beloning voor zijn 25 jaar dienst op Bronbeek werd Hamers bevorderd tot majoor, en hij heeft in die tijd meerdere hoge onderscheidingen ontvangen. Aanvankelijk woonde hij op Bronbeek zelf, maar later heeft hij met zijn gezin de villa "Emma" tegenover dit rusthuis betrokken. Daar overleed hij op 7 september 1890, 69 jaar oud. Zijn weduwe blijft met vier dochters achter.

Bronnen