Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Jansen, Wilhelmus Bernardus

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 22 jan 2016 om 11:00 (Bronnen: cat)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Ga naar: navigatie, zoeken

Wim Jansen uit 's-Heerenberg werd geboren op 15 september 1929 als zoon van Bernardus Johannes Jansen en Angela Schulte.

Nederlands-Indië

Fuselier bij 7 GRPI

Wim was fuselier bij het 7e bataljon van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene (7 GRPI, tactisch nummer 434 BI), een onderdeel van de H-Brigade. Dit was het laatste infanteriebataljon dat naar Indië werd gezonden. Het vertrok op 28 september 1949 met de Volendam uit Nederland, en kwam op 27 oktober (slechts twee maanden voor de soevereiniteitsoverdracht!) aan in Padang op Midden-Sumatra.

Op Sumatra heeft 434 BI slechts korte tijd doorgebracht, want half december 1949 werd het verplaatst naar Nieuw-Guinea, dat bij de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949 een Nederlandse kolonie zou blijven. Hier was slechts één KNIL-compagnie gelegerd, die 434 BI nu moest gaan versterken. Hiermee is 434 BI het enige bataljon dienstplichtigen van de landmacht geweest, dat in zijn geheel op Nieuw-Guinea heeft gelegen. In het uitgestrekte gebied werden zeer verspreid posten ingericht, zodat het bataljon volledig uit elkaar gerukt werd. In augustus 1950 ging het bataljon met de Waterman naar Soerabaja, waarna het over heel Oost-Java verspreid raakte.

In het dagboek van Wim Velthausz komt Wim voor als “Wim Jansen van de Lengelseweg”. Die toevoeging gebruikte Velthausz om hem te onderscheiden van een andere Wim Jansen, die toen ook op Oost-Java zat. Deze laatste duidde Velthausz aan als “Wim Jansen-Bouwman”.

De repatriëring van 434 BI is moeizaam verlopen. In kleine detachementen is het bataljon tussen januari en april 1951 naar Nederland teruggekeerd.

Andere Fuseliers

Fuseliers bij 7 GRPI:

Fuseliers bij andere bataljons van het Garderegiment Fuseliers Prinses Irene:

Zie ook

Zijn verdere leven

...

Bronnen