Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Pospischil, Karl: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (schilderijen toegevoegd)
 
(5 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
'''Karl Pospischil''' was een landschaps-schilder die op 56-jarige leeftijd vanuit Oostenrijk naar Emmerik verhuisde en vriendschap sloot met enkele toenmalige notabelen aan beide zijden van de grens, zoals pastoor [[Sonsbeeck, Gerardus Antonius van|Van Sonsbeeck]] in [[Stokkum]] en [[Meisters, Peter|Peter Meisters]] van [[De Bijvanck]] in [[Beek]].
+
[[Bestand:Pospischil 1933 Birkenallee mit Blick auf den Eltenberg.jpg|thumb|right|400px|<center>'''''Birkenallee mit Blick auf den [[Eltenberg]]''<br>uit 1933 is een van Pospischils laatste werken.</center>]]
 +
'''Karl Pospischil''' was een landschapsschilder die op 56-jarige leeftijd vanuit Oostenrijk naar [[Emmerik]] verhuisde en vriendschap sloot met enkele toenmalige notabelen aan beide zijden van de [[grens]]. In Nederland waren dit [[Pastoors en Kapelaans|pastoor]] [[Sonsbeeck, Gerardus Antonius van|Van Sonsbeeck]] in [[Stokkum]], [[Meisters, Peter|Peter Meisters]] van de [[Byvanck]] en [[Vermeulen, Hendrikus Johannes Alphonsus Hubertus|meester Vermeulen]] in [[Beek]].
  
 
==Jeugd==
 
==Jeugd==
Hij werd in [[1869]] in '''Tullnitz''' (toen Oostenrijk-Hongarije, tegenwoordig Tsjechië) geboren en ging hier ook naar school. In de schoolvakanties was hij ganzenhoeder. Zijn vader was er gemeentedienaar. Met 14 jaar ging hij in de leer bij een knopenmaker, voornamelijk omdat er goed en voldoende te eten was. Veel plezier had hij echter niet bij het uitoefenen van zijn beroep. Hij wilde wat anders, hij wilde kunstenaar worden.
+
Pospischil werd in [[1869]] geboren in Tullnitz in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije (tegenwoordig Dolenice in Tsjechië; Pospischil is de Duitse vorm van het Tsjechische Pospíšil) en ging daar ook naar school. In de schoolvakanties was hij ganzenhoeder. Zijn vader was er gemeentedienaar. Met veertien jaar ging hij in de leer bij een knopenmaker, voornamelijk omdat er goed en voldoende te eten was. Veel plezier had hij echter niet bij het uitoefenen van zijn beroep. Hij wilde wat anders, hij wilde kunstenaar worden.
 
   
 
   
Daarom pakte hij op een dag zijn spullen samen en volgde een rontrekkende komediantengroep, sloot zich later aan bij een circus en eindigde uiteindelijk in Wenen. Hier was hij aanvankelijk een hulp in de bouw, daarna kleurenmenger en tenslotte binnenschilder. Het feit dat hij als kind al graag tekende kwam hem hierbij goed van pas. In de loop van de tijd deed hij zo steeds meer ervaring in zijn vak op. Enige cursussen hielpen hem daarbij al snel werkte hij als hulp bij decoratieschilders.
+
Daarom pakte hij op een dag zijn spullen samen en volgde een rondtrekkende komediantengroep, sloot zich later aan bij een circus en eindigde uiteindelijk in Wenen. Hier was hij aanvankelijk een hulp in de bouw, daarna kleurenmenger en tenslotte binnenschilder. Het feit dat hij als kind al graag tekende kwam hem hierbij goed van pas. In de loop van de tijd deed hij zo steeds meer ervaring in zijn vak op. Enige cursussen hielpen hem daarbij, en al snel werkte hij als hulp bij decoratieschilders.
  
 
==Studie in Wenen==
 
==Studie in Wenen==
Dertig jaar oud, hij was al getrouwd en vader in een gezin, besloot hij de Kunstgewerbeschule in Wenen te gaan bezoeken. Het feit dat hij van de onderbouw al vrij snel in de bovenbouw opgenomen werd, is een bewijs voor zijn vaardigheden en kunde. Een aanbieding als assistent aan deze school sloeg hij af, want zijn doel was een studie aan de kunstacademie in Wenen. Een beurs van de vorst van Liechtenstein hielp hem hierbij en in [[1907]] werd hij met voorrang toegelaten.
+
Dertig jaar oud, hij was al getrouwd en vader in een gezin, besloot hij de ''Kunstgewerbeschule'' in Wenen te gaan bezoeken. Het feit dat hij van de onderbouw al vrij snel in de bovenbouw opgenomen werd, is een bewijs voor zijn vaardigheden en kunde. Een aanbieding als assistent aan deze school sloeg hij af, want zijn doel was een studie aan de kunstacademie in Wenen. Een beurs van de vorst van Liechtenstein hielp hem hierbij en in [[1907]] werd hij met voorrang toegelaten.
  
'''Pospischil''' bracht het in de schilderkunst tot zeer opmerkelijke prestaties, vooral op het gebied van de landschaps-schilderkunst. Dankzij zijn makkelijk omgang met allerlei soorten mensen kwam hij in de gunst bij de vorst van Lichtenstein in Eisgrub. Deze “Eisgruber Periode” rond [[1912]] was de tijd van een snel groeiende bekendheid voor de kunstnaar Pospischil.
+
Pospischil bracht het in de schilderkunst tot zeer opmerkelijke prestaties, vooral op het gebied van de landschapschilderkunst. Dankzij zijn makkelijk omgang met allerlei soorten mensen kwam hij in de gunst bij de vorst van Liechtenstein in Eisgrub. Deze ''Eisgruber Periode'' rond [[1912]] was de tijd van een snel groeiende bekendheid voor de kunstenaar Pospischil.
  
Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] schilderde hij portretten van militairen en een groot doek met een landschap bij Eisgrub met eiken. De meeste van zijn werken die hij tijdens zijn verblijf in Znaim en Eisgrub schilderde, zo’n 50 schilderijen, kwamen in bezit van de vorst van Lichtenstein. Waar deze schilderijen zich tegenwoordig bevinden is onbekend. Na de oorlog waren al diegenen die hem altijd financieel ondersteund hadden verarmd en de klasse van de nieuwe rijken waren in zijn kunst niet geïnteresseerd.
+
Tijdens de [[Eerste Wereldoorlog]] schilderde hij portretten van militairen en een groot doek met een landschap bij Eisgrub met eiken. De meeste van de ongeveer vijftig schilderijen die hij tijdens zijn verblijf in Znaim en Eisgrub maakte, kwamen in bezit van de vorst van Liechtenstein. Waar deze schilderijen zich tegenwoordig bevinden, is onbekend. Na de oorlog waren al diegenen die hem altijd financieel ondersteund hadden verarmd en de nieuwe rijken waren niet in zijn kunst geïnteresseerd.
  
 
==Naar Emmerik==
 
==Naar Emmerik==
In [[1925]] verhuisde hij naar [[Emmerik]] aan de [[Niederrhein]]. Het rijke Nederland lag open voor hem en hier legde hij zich toe op de portretkunst. In deze tijd sloot hij ook vriendschap met [[Meisters, Peter|Peter Meisters]] van de [[Byvanck]] , [[Vermeulen, Hendrikus Johannes Alphonsus Hubertus|meester Vermeulen]] uit [[Beek]] en pastoor [[Sonsbeeck, Gerardus Antonius van|Van Sonsbeeck]] uit [[Stokkum]]. Karl Pospischil kwam regelmatig in [[Beek]] en [[Stokkum]] en heeft er verschillende landschapsschilderingen gemaakt. Een panorama van Stokkum in de zomer, gezien vanaf de [[Molenbult]], is in bezit van [[Nollen, Herman|pastoor Nollen]]. Daarnaast bestaat er een serie van vier kleine schilderijtjes, allen uit een ander seizoen. Alle vier zijn in particulier bezit in [[Beek]]. Met uitzondering van deze en enkele andere doeken, die zich in de collectie van zijn tegenwoordig in Wenen levende dochter bevinden, zijn de meeste van zijn werken wegens onvakkundige behandeling tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan.
+
[[Bestand:Van Sonsbeeck door Pospischil.jpg|thumb|right|400px|<center>'''Pastoor Van Sonsbeek</center>]]
 +
In [[1925]] verhuisde Pospischil naar Emmerik. Het rijke Nederland lag voor hem open en hier legde hij zich toe op de portretkunst. In [[1928]] schilderde hij een portret van pastoor Van Sonsbeeck van Stokkum.
  
Op 8 november [[1933]] stierf Karl Pospischil in [[Emmerik]] en is daar ook begraven.
+
In deze tijd sloot hij de al genoemde vriendschappen. Hij kwam regelmatig in Beek en Stokkum, en heeft er verschillende landschapsschilderingen gemaakt. Een panorama van Stokkum in de zomer, gezien vanaf de [[Molenbult]], was in bezit van [[Nollen, Herman|pastoor Nollen]]. Daarnaast bestaat er een serie van vier kleine schilderijtjes, allen uit een ander seizoen. Alle vier zijn in particulier bezit in Beek. Met uitzondering van deze en enkele doeken die hij aan zijn dochter in Wenen had gegeven, zijn de meeste van zijn werken wegens onvakkundige behandeling tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] verloren gegaan.
  
{{Onderwerp|Personen|Kunst}}
+
Karl Pospischil stierf op 8 november [[1933]] in Emmerik en werd daar ook begraven.
 +
<br clear=all/>
 +
== Bron ==
 +
*Biografie op [http://www.suedmaehren.at ''Südmähren'']
 +
 
 +
[[Categorie:Kunstschilders]]

Huidige versie van 27 feb 2021 om 09:30

Birkenallee mit Blick auf den Eltenberg
uit 1933 is een van Pospischils laatste werken.

Karl Pospischil was een landschapsschilder die op 56-jarige leeftijd vanuit Oostenrijk naar Emmerik verhuisde en vriendschap sloot met enkele toenmalige notabelen aan beide zijden van de grens. In Nederland waren dit pastoor Van Sonsbeeck in Stokkum, Peter Meisters van de Byvanck en meester Vermeulen in Beek.

Jeugd

Pospischil werd in 1869 geboren in Tullnitz in het toenmalige Oostenrijk-Hongarije (tegenwoordig Dolenice in Tsjechië; Pospischil is de Duitse vorm van het Tsjechische Pospíšil) en ging daar ook naar school. In de schoolvakanties was hij ganzenhoeder. Zijn vader was er gemeentedienaar. Met veertien jaar ging hij in de leer bij een knopenmaker, voornamelijk omdat er goed en voldoende te eten was. Veel plezier had hij echter niet bij het uitoefenen van zijn beroep. Hij wilde wat anders, hij wilde kunstenaar worden.

Daarom pakte hij op een dag zijn spullen samen en volgde een rondtrekkende komediantengroep, sloot zich later aan bij een circus en eindigde uiteindelijk in Wenen. Hier was hij aanvankelijk een hulp in de bouw, daarna kleurenmenger en tenslotte binnenschilder. Het feit dat hij als kind al graag tekende kwam hem hierbij goed van pas. In de loop van de tijd deed hij zo steeds meer ervaring in zijn vak op. Enige cursussen hielpen hem daarbij, en al snel werkte hij als hulp bij decoratieschilders.

Studie in Wenen

Dertig jaar oud, hij was al getrouwd en vader in een gezin, besloot hij de Kunstgewerbeschule in Wenen te gaan bezoeken. Het feit dat hij van de onderbouw al vrij snel in de bovenbouw opgenomen werd, is een bewijs voor zijn vaardigheden en kunde. Een aanbieding als assistent aan deze school sloeg hij af, want zijn doel was een studie aan de kunstacademie in Wenen. Een beurs van de vorst van Liechtenstein hielp hem hierbij en in 1907 werd hij met voorrang toegelaten.

Pospischil bracht het in de schilderkunst tot zeer opmerkelijke prestaties, vooral op het gebied van de landschapschilderkunst. Dankzij zijn makkelijk omgang met allerlei soorten mensen kwam hij in de gunst bij de vorst van Liechtenstein in Eisgrub. Deze Eisgruber Periode rond 1912 was de tijd van een snel groeiende bekendheid voor de kunstenaar Pospischil.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog schilderde hij portretten van militairen en een groot doek met een landschap bij Eisgrub met eiken. De meeste van de ongeveer vijftig schilderijen die hij tijdens zijn verblijf in Znaim en Eisgrub maakte, kwamen in bezit van de vorst van Liechtenstein. Waar deze schilderijen zich tegenwoordig bevinden, is onbekend. Na de oorlog waren al diegenen die hem altijd financieel ondersteund hadden verarmd en de nieuwe rijken waren niet in zijn kunst geïnteresseerd.

Naar Emmerik

Pastoor Van Sonsbeek

In 1925 verhuisde Pospischil naar Emmerik. Het rijke Nederland lag voor hem open en hier legde hij zich toe op de portretkunst. In 1928 schilderde hij een portret van pastoor Van Sonsbeeck van Stokkum.

In deze tijd sloot hij de al genoemde vriendschappen. Hij kwam regelmatig in Beek en Stokkum, en heeft er verschillende landschapsschilderingen gemaakt. Een panorama van Stokkum in de zomer, gezien vanaf de Molenbult, was in bezit van pastoor Nollen. Daarnaast bestaat er een serie van vier kleine schilderijtjes, allen uit een ander seizoen. Alle vier zijn in particulier bezit in Beek. Met uitzondering van deze en enkele doeken die hij aan zijn dochter in Wenen had gegeven, zijn de meeste van zijn werken wegens onvakkundige behandeling tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren gegaan.

Karl Pospischil stierf op 8 november 1933 in Emmerik en werd daar ook begraven.

Bron