Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Solingen, Johannes Adrianus van

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Van Solingens graf op het Ereveld Loenen
Foto Oorlogsgravenstichting

Johannes Adrianus van Solingen werd op 9 november 1918 geboren in Rotterdam als zoon van Andries van Solingen en Maria Wilhelmina Franken. Hij trouwde met Hendrika Susanna de Pijper. Het echtpaar ging op het adres Gouvernestraat 140 in Rotterdam wonen. Zijn beroep was magazijnbediende.

Van Solingen werd opgepakt bij de grote razzia die onder de codenaam Aktion Rosenstock op 10 november 1944 plaatsvond in de buitenwijken van Rotterdam en in Schiedam, en de dag daarna in het centrum van Rotterdam. Het was de eerste groots opgezette razzia, zodat het verrassingseffect totaal was: van de aanwezige 70.000 mannen van zeventien tot veertig jaar werden er ruim 50.000 opgepakt. Van hen werden er 20.000 afgevoerd per rijnaak, 20.000 te voet en 10.000 per trein. Een groep van 500 man moest naar Amersfoort fietsen.

Mogelijk behoorde Van Solingen tot de groep dwangarbeiders die naar Kamp Rees werden overgebracht, want hij komt voor in de Apeldoornse lijst (zie Bronnen) van slachtoffers van Kamp Rees. Hij raakte echter in 's-Heerenberg gewond door oorlogsgeweld en overleed op 25 maart 1945 om twee uur 's middags, 26 jaar oud, in het noodziekenhuis in het Patersklooster. Bergh lag in die dagen in de frontlinie.

Van Solingens overlijden is op 26 maart 1945 aangegeven in de gemeente Bergh door Peter Wilhelmus Johannes van de Pas, een verpleger uit Eindhoven die in het noodziekenhuis werkte, waar hij Piet van de Pas werd genoemd. Hij bevond zich aan de verkeerde kant van de frontlinie, want Eindhoven was al op 18 september 1944 bevrijd. Van de Pas heeft in totaal twaalf overlijdens aangegeven; dat van Van Solingen en verder dat van Boeljon, Buis, Van der Drift, Kamstra, Kleinleugenmors, Kurtz, Leenders, Reijnders, Strijaards, Udo en Vermaat.

Van Solingen werd begraven op de nieuwe r.-k. begraafplaats (sinds 1990 de algemene begraafplaats) in 's-Heerenberg. Naast hem werd een onbekende Nederlander begraven. Volgens correspondentie van de Oorlogsgravenstichting (OGS) zou er in Van Solingens graf nog een andere onbekende Nederlander zijn begraven. Dit blijkt echter niet uit de grafstenen die de OGS op 29 augustus 1956 heeft laten plaatsen ter vervanging van de oorspronkelijke houten kruizen. Onderstaande foto van deze graven is gemaakt op 2 juli 1968.

Toen de grafstenen na bijna twintig jaar aan vernieuwing toe waren, deed de OGS op 18 december 1975 het voorstel de stoffelijke resten van Van Solingen en de twee onbekende Nederlanders te herbegraven op het Ereveld Loenen. Van Solingens weduwe gaf hiervoor op 21 december haar toestemming. In januari 1976 stemde ook het kerkbestuur van de Pancratiusparochie in, waarna op 30 januari burgemeester Van Breemen de vereiste vergunning verleende voor het opgraven en het vervoer van de stoffelijke resten. Hierbij baseerde hij zich mede op het advies dat de geneeskundig inspecteur van de volksgezondheid in Arnhem op 21 januari had gegeven.

De stoffelijke resten van Van Solingen en de onbekende Nederlanders werden op 11 maart 1976 opgegraven en herbegraven op het Ereveld Loenen. Van Solingen rust daar nu in vak D, graf 361. De onbekende Nederlanders rusten in vak E, graf 1190 en graf 1191.

Op 10 november 2010 is in voetbalstadion De Kuip in Rotterdam een plaquette onthuld ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de razzia van 10 en 11 november 1944.

Van Solingens overlijdensakte, opgemaakt op
26 maart 1945 in 's-Heerenberg.
Van Solingens graf en dat van een onbekende Nederlander in 's-Heerenberg. De foto is van 2 juli 1968. De graven zijn op 11 maart 1976 verplaatst naar het Ereveld Loenen.
Foto Oorlogsgravenstichting

Bronnen