Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Wilting, Willem

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
De inschrijving van Willem Wiltings doop op 3 mei 17990 in het r.-k. doopregister van Zeddam.
Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Willem Wilting is soldaat geweest in de Grande Armée van Napoleon Bonaparte. Hij werd geboren in Groot-Azewijn als zoon van Everhardus Wilting en Anna Bunks. Op 3 mei 1790 werd hij rooms-katholiek gedoopt in Zeddam.

Wilting heeft onder stamboeknummer 877 gediend bij het 88e Cohort van de Nationale Garde van het Franse Keizerrijk. Het stamboek van deze eenheid is nog niet online beschikbaar, zodat nadere bijzonderheden nog niet gegeven kunnen worden.

De Nationale Garde van het Franse Keizerrijk was een thuisleger dat in maart 1812 door Napoleon werd opgericht in verband met de komende Veldtocht naar Rusland. Tijdens de afwezigheid van de Grande Armée zou Frankrijk (waar het Nederlandse grondgebied toen ook toe behoorde) onbeschermd achterblijven. De Nationale Garde kreeg zo de taak grenzen, kustgebieden en strategische objecten te beschermen en binnenlands de openbare orde te handhaven. Het aantal dienstplichtigen dat voor de Nationale Garde werden opgeroepen was relatief klein. Het arrondissement Zutphen van het Département d'Yssel-Supérieur, zoals de provincie Gelderland toen heette, moest 102 man leveren voor het 88e Cohort, dat gelegerd was in Amsterdam.

De Nationale Garde was dus niet bedoeld voor inzet in het buitenland, maar na de enorme verliezen van de Grande Armée in Rusland werd deze bepaling al in februari 1813 losgelaten. Het 88e Cohort werd overgeheveld naar de Grande Armée, waar het met het 3e, 76e en 77e Cohort werd samengevoegd tot het 146e Regiment Infanterie van Linie. Het stamboek van dit regiment is verloren gegaan.

Nadere gegevens over Wiltings diensttijd zijn niet voorhanden.

Bij het 88e Cohorte en het 146e Regiment Infanterie van Linie dienden ook:

Het lijkt erop dat Wilting zijn diensttijd niet heeft overleefd. Hij staat als nummer 7 op de lijst van twaalf vermiste Zeddamse soldaten die burgemeester De Bellefroid van de gemeente Zeddam in december 1814 heeft laten opstellen in opdracht van de gouverneur van Gelderland.

Volgens de oorspronkelijke handgeschreven lijst was Wilting ruiter; volgens de voorgedrukte lijst diende hij bij een cavalerieregiment. Dit strookt niet met het gegeven dat hij was ingedeeld bij het 88e Cohort, een infanterie-eenheid, maar wellicht had hij daar toch een functie te paard. Een andere mogelijkheid is dat hij inderdaad naar een cavalerieregiment is overgeplaatst, waarna de andere Berghenaren bij het 88e Cohort hem uit het oog zijn verloren. Van die Berghenaren heeft Gradus Meurs zijn diensttijd overleefd. Als hij wetenschap heeft gehad van Wiltings dood, dan heeft dit nieuws de familie in Groot-Azewijn moeten bereiken. Dit is klaarblijkelijk niet gebeurd, zodat Wilting op de lijst van burgemeester De Bellefroid is terechtgekomen.

Wilting komt na 1813 niet meer voor in de Nederlandse archieven, zodat inderdaad moet worden aangenomen dat hij in Franse dienst is omgekomen.

Bronnen