Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Bus, Josephus Franciscus Gerardus: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
(afbeeldingen toegevoegd, tekst aangevuld en gecorrigeerd)
Regel 18: Regel 18:
  
 
Ook van de commandant van 36 AAT kreeg Josef een getuigschrift met de waardering ''zeer goed''. Dit getuigschrift vermeldt ook dat Josef tot 25 maart [[1950]] bij 36 AAT in dienst is geweest. Het is (nog) niet bekend of hij op die dag ook naar Nederland is vertrokken. Gezien de datum van zijn terugkeer, 30 april 1950, is dat waarschijnlijk ongeveer een week later geweest. Het is (nog) niet bekend met welk schip Josef gerepatrieerd is.
 
Ook van de commandant van 36 AAT kreeg Josef een getuigschrift met de waardering ''zeer goed''. Dit getuigschrift vermeldt ook dat Josef tot 25 maart [[1950]] bij 36 AAT in dienst is geweest. Het is (nog) niet bekend of hij op die dag ook naar Nederland is vertrokken. Gezien de datum van zijn terugkeer, 30 april 1950, is dat waarschijnlijk ongeveer een week later geweest. Het is (nog) niet bekend met welk schip Josef gerepatrieerd is.
 +
 +
Foto's archief Jan Meurs
  
 
Andere militairen van de 14 AAT:
 
Andere militairen van de 14 AAT:

Versie van 18 aug 2009 om 14:38

Josef Bus in Indië met een KNIL-hoed. Vanwege het kogelgat wilde iedereen daar even mee op de foto.

Josef Bus uit Kilder werd geboren in Zeddam op 25 april 1927 als zoon van Antonius Jozef Everardus Bus (Zevenaar, 7 november 1891) en Johanna Petronella Buiting (Didam, 16 januari 1891). Het gezin Bus kwam op 18 juli 1925 van Zevenaar naar Zeddam waar aan de Benedendorpsstraat een café werd overgenomen. Later werd vader Bus makelaar in varkens. Op 2 april 1936 verhuisde het gezin naar Vinkwijk en drie maanden later (13 augustus) naar Kilder waar de huisnummers 86, 124 en 183 in het bevolkingsregister staan genoteerd. (Het is nog niet bekend of dit een hernummering of verhuizing betreft.)

Josef trouwde in 1953 met Josepha Theresia Maria Snelting uit Doetinchem. Zij zocht de stamboom van de families Bus en Snelting uit. Josef was onder andere conciërge aan een muziekschool in Doetinchem. Hij overleed op 9 februari 1982 in Wehl.

Nederlands-Indië

Josef (legernummer 27.04.25.161) staat vermeld bij de Indiëgangers in 100 Jaar "Sint Jan" Kilder.

Hij is op 4 december 1947 als dienstplichtig soldaat naar Indië vertrokken, waarschijnlijk met de 34e compagnie Aan- en Afvoertroepen (34 AAT) aan boord van de Sloterdijk. Na aankomst in Indië werd hij overgeplaatst naar het A-peloton (een van de drie transportpelotons) van de 14e compagnie Aan- en Afvoertroepen (14 AAT). 14 AAT bestond oorspronkelijk uit oorlogsvrijwilligers en was al sinds 4 november 1946 in Indië. Begin januari 1948 kwam Josef, waarschijnlijk met een aantal andere chauffeurs, de sterkte weer op peil brengen.

Aanvankelijk moest hij vanuit Batavia konvooirijden op West-Java, vooral tussen Batavia en Bandoeng. Dit was vanwege landmijnen, bermbommen en hinderlagen gevaarlijk werk. Vlak voor de Eerste Politionle Actie werd 14 AAT naar Bandoeng verplaatst. Vandaaruit heeft de compagnie de opmars van de Nederlandse troepen naar Cheribon ondersteund (hieraan heeft onder anderen Joseph Berendsen deelgenomen). Na nog wat omzwervingen kwam 14 AAT aan het eind van de Eerste Politionele Actie (augustus 1947) in Semarang op Midden-Java terecht. Daar bleef ze tot het begin van de Tweede Politionele Actie in december 1948.

Een persoonlijke kerst- en nieuwjaarskaart uit Indië
De oorkonde die Josef kreeg uitgereikt van 14 AAT toen hij overging naar 36 AAT


Er zijn nog geen gegevens bekend over het verdere verblijf van 14 AAT in Indië, maar op 1 oktober 1949 repatrieerden de oorlogsvrijwilligers met de Groote Beer. Omdat Josef op dat moment zijn diensttijd nog niet vol had, moest hij bij 36 AAT zijn tijd uitdienen. 36 AAT lag ook op Midden-Java. Bij zijn overplaatsing kreeg Josef van zijn commandant bovenstaande oorkonde, die vermeldt dat hij als goed en onvermoeid chauffeur zijn dienst zeer goed heeft vervuld. Dat is gezien het gevaar waar de chauffeurs toen in hun ongepantserde vrachtwagens blootstonden (de voornoemde landmijnen, bermbommen en hinderlagen) een verdiende waardering.

Ook van de commandant van 36 AAT kreeg Josef een getuigschrift met de waardering zeer goed. Dit getuigschrift vermeldt ook dat Josef tot 25 maart 1950 bij 36 AAT in dienst is geweest. Het is (nog) niet bekend of hij op die dag ook naar Nederland is vertrokken. Gezien de datum van zijn terugkeer, 30 april 1950, is dat waarschijnlijk ongeveer een week later geweest. Het is (nog) niet bekend met welk schip Josef gerepatrieerd is.

Foto's archief Jan Meurs

Andere militairen van de 14 AAT:

Militairen van andere eenheden van de Aan- en Afvoertroepen:

Sjabloon:Onderwerp