Brontekst bekijken van Rijkskarolingische nederzetting

'''Rijkskarolingische nederzetting''' waren vestigingen van Frankische soldaten die in de tijd van keizer [[Karel de Grote]] (dus rond [[800]]) de opdracht kregen om de vanuit het Frankische rijk de [[Rijn]] over te steken en zich in de huidige [[Liemers]], [[Achterhoek]], [[Twente]] en [[Westfalen]] als boer en soldaat te vestigen. Zij dienden dan als een militaire buffer tegen een eventuele aanval van de [[Saksen]] uit het noorden van het huidige Duitsland. Ook plaatsen als [[Zeddam|Sydeheim (Zeddam)]], [[Azewijn|Aswihem (Azewijn)]], [[Elten|Altheim (Elten)]], [[Hüthum|Hutheim (Hüthum)]][[Didam|Diedeheim (Didam]]), [[Doetinchem|Dotincheim (Doetinchem]]), [[Zelhem|Saleheim (Zelhem]]) en [[Arnhem|Arneym (Arnhem]]) zijn allen rond deze tijd ontstaan.