Brontekst bekijken van Hönig, Walter

'''Walter Hönig''' werd geboren op 6 januari [[1925]] in Kappel am Rhein, een dorp bij Freiburg in het Zwarte Woud. In oktober [[1943]] werd hij opgeroepen voor militaire dienst bij de Duitse ''Wehrmacht''.
[[Afbeelding:Hoenig.jpg|thumb|left|600px|'''Foto, gemaakt in de herfst van 1952, met daarop afgebeeld dochter Hönig, haar man en twee kleinkinderen Arthur, toen 7, en Walter, toen 3, beiden genoemd naar hun gesneuvelde ooms. Rechts Magdalena Hönig. De foto is achter haar huis gemaakt.''''<br/>Foto: [[Zweers, Edwin|Edwin Zweers]].]]

Begin [[1945]], toen de geallieerde legers [[gemeente Bergh|Bergh]] naderden, was ''Gefreiter'' Hönig met andere manschappen van zijn onderdeel ingekwartierd op de boerderij van Wittenhorst in [[Stokkum]]. Daar maakte Hönig kennis met [[Wittenhorst, Bernardus Johannes|Bernard Wittenhorst]]. Bernard beloofde Hönigs moeder te schrijven in het geval haar zoon iets zou overkomen.

Na enige tijd werden Hönig en zijn collega’s overgeplaatst naar [[Beek]], waar ze werden ingekwartierd in de boerderij van Leyting aan de Hietlandersweg en het nabijgelegen woonhuis van [[Vermeulen, Hendrikus Johannes Alphonsus Hubertus|meester Vermeulen]]. Hönig was ondergebracht op de deel van de boerderij van Leyting.

De boerderij fungeerde als commandocentrum, veldhospitaal, centrale keuken en verzamelplaats van geroofde goederen. Via een loopgraaf was de boerderij verbonden met een uitgebreid netwerk van loopgraven. Dit netwerk was aangelegd door de [[Organisation Todt]], die voor de uitvoering gebruik maakte van dwangarbeiders uit het westen van het land en uit Beek zelf.

Eind maart 1945 lagen grote delen van Bergh onder [[Bergh in de frontlinie|zwaar artillerievuur]] van Canadese en Britse eenheden in de buurt van [[Kleef]]. Op 31 maart rond acht uur 's avonds sloeg een granaat in op de deel van de boerderij van Leyting. Door de klap werd Walter Hönig gedood en de gehele deel werd vernield. Korte tijd later overleden twee andere ''Wehrmacht''-soldaten op weg naar een veldhospitaal aan hun verwondingen. Hönig werd begraven in de tuin van meester Vermeulen.

Bij het aanbreken van de dag stopten de beschietingen. Het was Paaszondag 1 april 1945, en even later reden de Canadese bevrijders Beek binnen. De laatste overgebleven Duitsers hadden zich rond vier uur 's morgens in de richting van [[Didam]] teruggetrokken. Het is waarschijnlijk dat ze later diezelfde dag krijgsgevangen zijn genomen.

Het lichaam van Walter Hönig werd tussen 24 en 31 mei [[1954]] overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn bij Venray. Daar rust hij nu in graf 139 van rij 6 in blok CS, tussen [[Werner, Roland|Roland Werner]] en [[Lorenz, Martin|Martin Lorenz]]. Er is sprake van dat Walters lichaam al in juli of augustus 1945 is opgegraven. Waarschijnlijk is hij toen herbegraven op het kerkhof in Beek, want hij is vandaar overgebracht naar Ysselsteyn.

Bernard Wittenhorst heeft zijn belofte gehouden en in [[1946]], toen het internationale postverkeer weer op gang was gekomen, Hönigs moeder in een brief verteld over de dood van haar zoon. Hierop volgde een briefwisseling die tot [[1953]] heeft geduurd.

=== Bronnen ===
*[[Old Ni-js 032|Old Ni-js nr. 32]], blz. 55-59
*[http://www.arga-nl.nl Karl Lusink / ARGA]
*[http://www.volksbund.de Volksbund Deutsche Kriegsgräberfürsorge]

[[Categorie:WO II gesneuveld Wehrmacht (Heer)]]