Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Kluitman en Klutman: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k
Regel 3: Regel 3:
 
Frans A.M. van Gorkum schreef een boek: Genealogie Klutman en Ross - de herkomst van de houtzagersgeslachten Klutman en Ross uit Babberich en Oud-Zevenaar (Doetinchem, 1994).
 
Frans A.M. van Gorkum schreef een boek: Genealogie Klutman en Ross - de herkomst van de houtzagersgeslachten Klutman en Ross uit Babberich en Oud-Zevenaar (Doetinchem, 1994).
  
Inmiddels heeft hij er enkele generaties bijgevonden in Brabant.
+
Inmiddels heeft hij er enkele generaties bijgevonden in Brabant en schreef hij onderstaand artikel.
 +
 
 +
'''Het voorgeslacht van Bart Kluitman uit Beek'''
 +
 
 +
De stamvader van het Beekse geslacht Kluitman is de Bartholomeus Kluitman. Hij is de oudste zoon van Jacobus Kluitman en Gudula van Bindsbergen. Bart wordt ongeveer een maand voordat zijn vader en moeder in de Oud-Zevenaarse Sint Martinuskerk trouwen, geboren. De pastoor schrijft in het doopboek op 18 maart 1786, dat hij illigatimus is. Zelf trouwt Bart op 15 mei 1815 in dezelfde Sint Martinuskerk met Gerada (Gertje) Hetterscheid, gedoopt te Beek op 7 maart 1791. Zij is een dochter van Wilhelmus Hetterscheid en Anna Maria Jansen.
 +
 
 +
Het echtpaar Kluitman-Hetterscheid betrekt de kaatstede Dat Neijhuis, gelegen aan de Steegseweg 9 in Beek. De woning wordt in 1923 afgebroken. Bart en Gertje zorgen voor een omvangrijk nageslacht. Eén tak trekt naar Warbeyen (Duitsland) die van daaruit wegwaaiert naar diverse Duitse gebiedsdelen.
 +
Bart trouwt met Gertje een vrouw die behoort tot de daglonersklasse in Beek, maar wier voorvaderen lang daarvoor van betekenis waren in het Kleefse land. Zij stamt af van het adellijk geslacht Von Hetterschede dat tussen 1300 en 1500 diverse lenen had in het toenmalige Hertogdom Kleef, waaronder de lenen Hetter, Veen en Xanten, Aspel en Rees in Duitsland. Bart overlijdt te Beek op 8 mei 1836. Zijn vrouw volgt hem 42 jaar later op 27 maart 1878.
 +
 
 +
De vader van Bart is Jacobus Kluitman/Cluytmans. Hij wordt gedoopt in het Limburgse Maasdorp Helden op 12 mei 1748. Jacobus Kluitman belandt in de tachtiger jaren van de achttiende eeuw in het nu Gelderse Babberich, waar hij het beroep van schaapherder uitoefent. Op 20 april 1786 trouwt de katholieke Jacobus met de Nederduyts Gereformeerde Gudula (Guyke, Goeke) van Binsbergen, dochter van Gerrit van Binsbergen en Johanna Wassink.
 +
 
 +
Het soldatenbestaan is de reden geweest voor Jacobus om zich in de Liemers te vestigen. Bijna één jaar na het huwelijk van Petrus Cluytmans en Cornelia Janssen wordt hij als eerste zoon geboren. Op 2 maart 1777 trouwt Jacob in Bochum als Jacob Kluthman, soldaat onder het Koninklijk Pruissisch Regiment Von Brietzke, met Anna Margaretha de Boy, dochter van herbergier Carolus Anthonius de Boy. Het kerkboek van de vroegere Lutherse gemeente Bochum meldt, dat Jacob 32 jaar oud is en afkomstig is van Helden in het hertogdom Gelder.
 +
Zijn vrouw Anna Margaretha de Boy bevalt op 13 april 1780 van een zoon, Friederich Wilhelm Conrad Klutmann. Anna Kluthman-de Boy sterft te Bochum 13 september 1800. Volgens de overlijdensakte is haar man Jacob dan al 9 1/2 jaar dood. In het overlijdensregister van Bochum is Jacob echter niet ingeschreven! Op 20 april 1786 trouwt in de Sint Martinuskerk te Oud-Zevenaar Jacobus Klutmans namelijk met Gudula van Binsbergen. De vraag rijst natuurlijk waarom Jacob naar de Liemers trok en daar zelfs in het huwelijk trad? Mogelijk zijn Jacob en Anna gebrouilleerd. Het kan de reden zijn geweest om uit Bochum te vertrekken. Mogelijk is hij op veldtocht  niet teruggekeerd naar huis, omdat hij in Babberich verwikkeld raakte in een affaire met een dochter uit een familie van belangrijke pachtboeren, schepenen van de Heerlijkheid Grondstein en diakenen van de plaatselijke Nederduyts Gereformeerde Kerk (Gudula kreeg een maand voor het huwelijk met Jacobus een kind van hem).
 +
 
 +
Overigens is het opvallend, dat zich rond het begin van de negentiende eeuw meer Heldenaren in deze streek vestigden. Bijvoorbeeld de bouwman Jacobus Beursken, afkomstig van Helden. Beursken werd op 3 januari 1767 geboren/gedoopt in dit Maasdorp. Op 12 augustus 1801 trouwt hij te Didam Gerritje Bolder. Op 10 september 1800 trouwt te Zevenaar Geertruida Meijer met de uit Helden afkomstige Hannes Jansen, geboren 22 februari 1766, zoon van Wilhelmus en Helena Janssen. Uit het Heldense gezin Cluytmans-Janssen trekt Wilhelmus Klu[i]tman naar Babberich. Hij vindt er als dagloner werk. Op 5 december 1775 trouwt hij in de Oud Zevenaarse Sint Martinuskerk met Hermina Jansen. Wilhelmus vestigt zich te Babberich vanuit het dichtbij gelegen Angeren. Aangenomen wordt, dat al deze Heldenaren als soldaten de streek aandeden en daar hun huwelijkspartner vonden
 +
 
 +
Jacobus’ overgrootvader is mr. Joannes Reynder Rutten Cluytmans. Deze bouwt een indrukwekkende carrière op binnen het openbaar bestuur van Gemert. Hij wordt geboren omstreeks 1570 in Deurne. In de archieven komt hij te Gemert voor als  schout, magister en notaris. In die laatste functie wordt hij geadmitteerd in 1597. Op 1 december 1598 wordt hij secretaris van Gemert. Hij beëindigt dit werk in 1634. Ook bekleedt hij de post van  rentmeester van de commanderij van Sint Jan te Gemert. In de nadagen van zijn ambtelijke carriere is mr. Cluytmans (tot 1644) actief als secretaris van Meijel en daar woonachtig is geweest. Daar wordt ook de grootvader van Jacobus geboren, Jacobus Cluytmans.
 +
 
 +
Het voorgeslacht van mr. Joannes Reynder Rutten Cluytmans is afkomstig uit Deurne. In deze Peelse plaats komt de familie vanaf de veertiende eeuw tot groei en bloei. De stamvader van de familie is Heer Macharius de Rutte alias De Buck. Hij was presbyter, vicaris, rector en pastoor van de kerken van Bakel en Deurne. Hij leefde tussen 1350 en 1427.
 +
In die tijd was het in Brabant heel gewoon dat de pastoor samenleefde met een vrouw. Uit Makarius’ relatie met Aleyt de Rutte wordt Rutger Smeyts geboren. De toenaam Smeyts duidt mogelijk op het beroep van smid. Rutger leeft tussen 1390 en 1450 op het leengoed Rutte of Ruth. Ook hij trouwt niet, maar krijgt bij Luijtgard, dochter van Henrick Boeyaert, twee natuurlijke kinderen Aleit en Jan.
 +
 
 +
Rutger Smeyts natuurlijke zoon Jan is de eerste drager van de familienaam. Hij wordt in de cijnsboeken vermeld als “Jan de Ruth alias van de Cluidt geheten Cluijtmans”, ofwel Jan de Ruth afkomstig van het grondstuk De Cluidt. Hiermee wordt de herkomst van de familienaam verklaard. Het is een toponiem.
 +
 
 +
Jan leeft te Deurne tussen circa 1420 en 1480. Uit de cijnsboeken blijkt, dat hij dicht bij de kerk van Deurne woont. Hij is momber en provisor van de Tafel van de Heilige Geest te Deurne, tiendpachter van de Duitse Orde te Deurne. Ook jij trouwt niet, maar heeft wel een relatie met Aleide.
 +
 
 +
Jan de Ruth Cluytmans krijgt een zoon Rutgher Jan. Deze wordt leenman van de Abt van Echternach. Rutgher trouwt met Heylkenen. Het bewijs levert een verkoopakte uit 1505, waarin de kinderen van dit echtpaar de bezittingen van hun ouders verdelen. Zo wordt onder meer afgesproken, dat “offter enighe scult stont noch onbetaelt ende gemaeckt waer, bij leven Heylkenen Rutten, des voirs. kijnderen moeder, die suilen allen die voirs. kijnderen gelijck dragen, behalve Mr. Rutghere”. Met mr. Rutghere wordt hun broer Rutger bedoeld, die priester en rector is en in 1556 het beneficie krijgt van het Altaar van het H. Kruis in de oude kerk van Deurne.
 +
 
 +
Uit het huwelijk tussen Jan en Heylken wordt onder andere geboren Jan Rutten die auste Cluytmans. Hij wordt in Bakel of Deurne geboren omstreeks 1470. Hij trouwt Cristine Jan Reynderts (Swevers soen), dochter van Jan Reynderts van Koenraert en Yde Henrics van der Water. Hij is de grootvader van mr. Joannes Cluytmans.

Versie van 20 jun 2008 om 16:20

Kluitman begint in Beek in 1815 als Bart Kluitman uit Oudzevenaar trouwt met Gertje Hetterscheid. In de 19e eeuw komt het nog vaak voor dat de achternaam van personen uit één gezin op verschillende manieren wordt geschreven: Kluitman en Klutman. Bij de volkstelling van 1947 komt in Bergh Kluitman 22 keer voor en Klutman drie keer. Ook Kluitmann komt dan drie keer voor in Bergh. Frans A.M. van Gorkum schreef een boek: Genealogie Klutman en Ross - de herkomst van de houtzagersgeslachten Klutman en Ross uit Babberich en Oud-Zevenaar (Doetinchem, 1994).

Inmiddels heeft hij er enkele generaties bijgevonden in Brabant en schreef hij onderstaand artikel.

Het voorgeslacht van Bart Kluitman uit Beek

De stamvader van het Beekse geslacht Kluitman is de Bartholomeus Kluitman. Hij is de oudste zoon van Jacobus Kluitman en Gudula van Bindsbergen. Bart wordt ongeveer een maand voordat zijn vader en moeder in de Oud-Zevenaarse Sint Martinuskerk trouwen, geboren. De pastoor schrijft in het doopboek op 18 maart 1786, dat hij illigatimus is. Zelf trouwt Bart op 15 mei 1815 in dezelfde Sint Martinuskerk met Gerada (Gertje) Hetterscheid, gedoopt te Beek op 7 maart 1791. Zij is een dochter van Wilhelmus Hetterscheid en Anna Maria Jansen.

Het echtpaar Kluitman-Hetterscheid betrekt de kaatstede Dat Neijhuis, gelegen aan de Steegseweg 9 in Beek. De woning wordt in 1923 afgebroken. Bart en Gertje zorgen voor een omvangrijk nageslacht. Eén tak trekt naar Warbeyen (Duitsland) die van daaruit wegwaaiert naar diverse Duitse gebiedsdelen. Bart trouwt met Gertje een vrouw die behoort tot de daglonersklasse in Beek, maar wier voorvaderen lang daarvoor van betekenis waren in het Kleefse land. Zij stamt af van het adellijk geslacht Von Hetterschede dat tussen 1300 en 1500 diverse lenen had in het toenmalige Hertogdom Kleef, waaronder de lenen Hetter, Veen en Xanten, Aspel en Rees in Duitsland. Bart overlijdt te Beek op 8 mei 1836. Zijn vrouw volgt hem 42 jaar later op 27 maart 1878.

De vader van Bart is Jacobus Kluitman/Cluytmans. Hij wordt gedoopt in het Limburgse Maasdorp Helden op 12 mei 1748. Jacobus Kluitman belandt in de tachtiger jaren van de achttiende eeuw in het nu Gelderse Babberich, waar hij het beroep van schaapherder uitoefent. Op 20 april 1786 trouwt de katholieke Jacobus met de Nederduyts Gereformeerde Gudula (Guyke, Goeke) van Binsbergen, dochter van Gerrit van Binsbergen en Johanna Wassink.

Het soldatenbestaan is de reden geweest voor Jacobus om zich in de Liemers te vestigen. Bijna één jaar na het huwelijk van Petrus Cluytmans en Cornelia Janssen wordt hij als eerste zoon geboren. Op 2 maart 1777 trouwt Jacob in Bochum als Jacob Kluthman, soldaat onder het Koninklijk Pruissisch Regiment Von Brietzke, met Anna Margaretha de Boy, dochter van herbergier Carolus Anthonius de Boy. Het kerkboek van de vroegere Lutherse gemeente Bochum meldt, dat Jacob 32 jaar oud is en afkomstig is van Helden in het hertogdom Gelder. Zijn vrouw Anna Margaretha de Boy bevalt op 13 april 1780 van een zoon, Friederich Wilhelm Conrad Klutmann. Anna Kluthman-de Boy sterft te Bochum 13 september 1800. Volgens de overlijdensakte is haar man Jacob dan al 9 1/2 jaar dood. In het overlijdensregister van Bochum is Jacob echter niet ingeschreven! Op 20 april 1786 trouwt in de Sint Martinuskerk te Oud-Zevenaar Jacobus Klutmans namelijk met Gudula van Binsbergen. De vraag rijst natuurlijk waarom Jacob naar de Liemers trok en daar zelfs in het huwelijk trad? Mogelijk zijn Jacob en Anna gebrouilleerd. Het kan de reden zijn geweest om uit Bochum te vertrekken. Mogelijk is hij op veldtocht niet teruggekeerd naar huis, omdat hij in Babberich verwikkeld raakte in een affaire met een dochter uit een familie van belangrijke pachtboeren, schepenen van de Heerlijkheid Grondstein en diakenen van de plaatselijke Nederduyts Gereformeerde Kerk (Gudula kreeg een maand voor het huwelijk met Jacobus een kind van hem).

Overigens is het opvallend, dat zich rond het begin van de negentiende eeuw meer Heldenaren in deze streek vestigden. Bijvoorbeeld de bouwman Jacobus Beursken, afkomstig van Helden. Beursken werd op 3 januari 1767 geboren/gedoopt in dit Maasdorp. Op 12 augustus 1801 trouwt hij te Didam Gerritje Bolder. Op 10 september 1800 trouwt te Zevenaar Geertruida Meijer met de uit Helden afkomstige Hannes Jansen, geboren 22 februari 1766, zoon van Wilhelmus en Helena Janssen. Uit het Heldense gezin Cluytmans-Janssen trekt Wilhelmus Klu[i]tman naar Babberich. Hij vindt er als dagloner werk. Op 5 december 1775 trouwt hij in de Oud Zevenaarse Sint Martinuskerk met Hermina Jansen. Wilhelmus vestigt zich te Babberich vanuit het dichtbij gelegen Angeren. Aangenomen wordt, dat al deze Heldenaren als soldaten de streek aandeden en daar hun huwelijkspartner vonden

Jacobus’ overgrootvader is mr. Joannes Reynder Rutten Cluytmans. Deze bouwt een indrukwekkende carrière op binnen het openbaar bestuur van Gemert. Hij wordt geboren omstreeks 1570 in Deurne. In de archieven komt hij te Gemert voor als schout, magister en notaris. In die laatste functie wordt hij geadmitteerd in 1597. Op 1 december 1598 wordt hij secretaris van Gemert. Hij beëindigt dit werk in 1634. Ook bekleedt hij de post van rentmeester van de commanderij van Sint Jan te Gemert. In de nadagen van zijn ambtelijke carriere is mr. Cluytmans (tot 1644) actief als secretaris van Meijel en daar woonachtig is geweest. Daar wordt ook de grootvader van Jacobus geboren, Jacobus Cluytmans.

Het voorgeslacht van mr. Joannes Reynder Rutten Cluytmans is afkomstig uit Deurne. In deze Peelse plaats komt de familie vanaf de veertiende eeuw tot groei en bloei. De stamvader van de familie is Heer Macharius de Rutte alias De Buck. Hij was presbyter, vicaris, rector en pastoor van de kerken van Bakel en Deurne. Hij leefde tussen 1350 en 1427. In die tijd was het in Brabant heel gewoon dat de pastoor samenleefde met een vrouw. Uit Makarius’ relatie met Aleyt de Rutte wordt Rutger Smeyts geboren. De toenaam Smeyts duidt mogelijk op het beroep van smid. Rutger leeft tussen 1390 en 1450 op het leengoed Rutte of Ruth. Ook hij trouwt niet, maar krijgt bij Luijtgard, dochter van Henrick Boeyaert, twee natuurlijke kinderen Aleit en Jan.

Rutger Smeyts natuurlijke zoon Jan is de eerste drager van de familienaam. Hij wordt in de cijnsboeken vermeld als “Jan de Ruth alias van de Cluidt geheten Cluijtmans”, ofwel Jan de Ruth afkomstig van het grondstuk De Cluidt. Hiermee wordt de herkomst van de familienaam verklaard. Het is een toponiem.

Jan leeft te Deurne tussen circa 1420 en 1480. Uit de cijnsboeken blijkt, dat hij dicht bij de kerk van Deurne woont. Hij is momber en provisor van de Tafel van de Heilige Geest te Deurne, tiendpachter van de Duitse Orde te Deurne. Ook jij trouwt niet, maar heeft wel een relatie met Aleide.

Jan de Ruth Cluytmans krijgt een zoon Rutgher Jan. Deze wordt leenman van de Abt van Echternach. Rutgher trouwt met Heylkenen. Het bewijs levert een verkoopakte uit 1505, waarin de kinderen van dit echtpaar de bezittingen van hun ouders verdelen. Zo wordt onder meer afgesproken, dat “offter enighe scult stont noch onbetaelt ende gemaeckt waer, bij leven Heylkenen Rutten, des voirs. kijnderen moeder, die suilen allen die voirs. kijnderen gelijck dragen, behalve Mr. Rutghere”. Met mr. Rutghere wordt hun broer Rutger bedoeld, die priester en rector is en in 1556 het beneficie krijgt van het Altaar van het H. Kruis in de oude kerk van Deurne.

Uit het huwelijk tussen Jan en Heylken wordt onder andere geboren Jan Rutten die auste Cluytmans. Hij wordt in Bakel of Deurne geboren omstreeks 1470. Hij trouwt Cristine Jan Reynderts (Swevers soen), dochter van Jan Reynderts van Koenraert en Yde Henrics van der Water. Hij is de grootvader van mr. Joannes Cluytmans.