Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Smeenk, dokter C (kinderarts): verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Regel 1: Regel 1:
'''Dokter C. Smeenk''' kinderarts te [[Doetinchem]]
 
  
Herinnering aan een zeer markante vrouw die graag ontwikkelingswerk zou willen
 
doen.
 
 
Zij was zeer onder de indruk van het werk van Dr. Schweitzer en wilde graag
 
ontwikkelingswerk gaan doen.
 
 
Maar door de oorlog kon zij niet naar de tropen.
 
 
Na haar opleiding als kinderarts in het Juliana-Kinderziekenhuis te Utrecht werd
 
Dr. C. Smeenk op 1 januari [[1943]] benoemd tot districts-kinderarts door de
 
Gelderse Kruisverenigingen waar zij ook pionierswerk kon gaan verrichten.
 
 
In de Achterhoek was werk genoeg in de zorg voor moeder en kind. Er was
 
hier nog geen kinderarts werkzaam, ook niet in de ziekenhuizen. Zij werd daar
 
al snel binnengehaald en merkte dat daar ook geen voorzieningen waren voor het
 
verplegen van kinderen.
 
 
In de Achterhoek waren nog maar enkele consultatiebureaus voor zuigelingen en
 
geen voor kleuters, er werd geen zuigelingenbezoek gedaan en de kraamzorg was
 
"wild", d.w.z. dat men geen diploma's had. Dus kennis was slecht en er waren
 
slechte woningen. Hygiëne en zwak maatschappelijke toestanden hadden meestal de
 
overhand.
 
 
Ziektebeelden kwamen soms voor die in oude boeken werden beschreven, infecties
 
en voedingsstoornissen zoals difterie, kinkhoest en de complicaties daarvan.
 
 
In de [[Ziekenhuizen Doetinchem|beide ziekenhuizen]] was een klein zaaltje voor
 
kinderen maar die waren meestal bezet door volwassenen.
 
 
Als in het St.Jozefziekenhuis een patiëntje verpleegd moest worden was Leiden in
 
last.
 
 
Er werd gebruik gemaakt van alle hoeken en gaten in het gebouw en herhaaldelijk
 
stond een kind met meningitis of kinkhoest naast bezems en dweilen in de
 
werkkast.
 
 
Een behandelkamer was er niet en aan het instrumentarium ontbrak ook van alles.
 
 
Als er een infuus nodig was liep men met gewone injectienaalden naar een
 
bakstenen muur en werd het puntje er af geslepen.
 
 
Ook de verpleging was veelal ongediplomeerd maar wel vol toewijding en
 
onvoorstelbare werkkracht.
 
 
Vervoer was moeilijk en moest meestal per fiets.
 
 
Enige malen is Dr. Smeenk met een uitgedroogde baby of een benauwd kinkhoestkind
 
in de fietstas naar Doetinchem gefietst. Meestal ging dat nog goed ook.
 
 
In [[1947]] werd in St.Jozef een zaaltje verbouwd tot 5 boxen.
 
Achter drie boxen werd een smal balkon gebouwd want bijvoorbeeld bij waterpokken
 
moest het personeel even in de buitenlucht verblijven om de infectie te laten
 
overwaaien.
 
 
In [[1950]] kwam de belangrijke verbetering. Het Wilhelmina-Ziekenhuis kreeg een
 
kinderpaviljoen en in [[1965]] kwam het nieuwe ziekenhuis.
 
 
In die tijd kwam er ook een verbetering in de personeelsbezetting.
 
 
Dr. Smeenk heeft ook in die tijd de gemeentebesturen bezocht om subsidie te
 
krijgen voor de inentingen voor difterie, kinkhoest en tetanus.
 
 
Het was soms moeilijk om de mensen er van te overtuigen  dat voorkomen beter was
 
dan genezen.
 
 
In [[1959]] werd de enting ook tegen polio van rijkswegen bekostigd.
 
 
Nu lag de Achterhoek 5 jaar voor en aan langdurige ziektes kwam al gauw een
 
einde.
 
 
De zorg aan zwangeren werd verbeterd. Kraamverpleegsters en -verzorgsters werden
 
opgeleid. Huisartsen gingen zuigelingen- en kleuterbureaus doen. Dit alles onder
 
de bezielende leiding van Dr. Smeenk.
 
 
==Samenwerking 1958-1975==
 
Van [[1958]] tot [[1975]] heb ik met Dr. Smeenk gewerkt.
 
 
Zij was steeds de voorvechtster voor de kinderen. Ze was atijd op de werkplek en
 
op haar zogenaamde vrije dagen maakte ze statistieken.
 
 
Ze zocht zelfs het wasmiddel uit waarin het beste de luiers gewassen konden
 
worden voor de baby's.
 
 
Als het moest zat ze een hele nacht bij het ziekbed van een kind. Voor zichzelf
 
had ze niets nodig.
 
 
Wanneer er moeilijkheden waren met een kind en we dat met haar bespraken had ze
 
meteen een antwoord klaar... Ophalen dat kind, aan vader en moeder werd op dat
 
moment niet gedacht, nee het kind stond voorop. Ik kan me niet herinneren dat
 
ze er niet was.
 
 
In 1975 heb ik nog meegewerkt aan het samenstellen van huisartsen die van haar
 
instructies kregen om zuigelingen en kleuterbureaus te verzorgen.
 
 
Haar bevindingen stak ze niet onder stoelen of banken maar zei tegen collega's,
 
artsen, verpleegsters, ouders of wie dan ook hoe zij over de situatie dacht.
 
Dat gaf soms wel gespreksstof maar men wist waar men aan toe was.
 
 
Voor de moeders was het niet altijd makkelijk, vooral als er geen borstvoeding
 
was en men flesvoeding moest geven, kon het moeilijk zijn om de juiste woorden
 
te vinden om het aan de moeder uit te leggen wat en hoe ze het moest doen.
 
 
Vaak waren de moeders al zenuwachtig en onzeker als ze naar het bureau moesten.
 
Deden ze alles wel goed? Kinderen verzorgen en opvoeden is weliswaar geen
 
makkelijke taak. En als ze dan tegenover een wetenschapsvrouw instonden die
 
precies wist wat er moest gebeuren en waar alles gesneden koek voor was, die
 
door haar inzicht via onderzoek en statistische planningen een leven lang voor
 
kinderen gewerkt heeft, voor zichzelf niets nodig vond en had, dan konden er
 
vervelende situaties ontstaan maar gelukkig waren de wijkzusters er om de zaak
 
weer helder te maken, en kwamen de moeders toch weer op het bureau want dokter
 
Smeenk was toch een "fantastische kinderarts".
 
 
Ik denk dat menige moeder aan haar te danken heeft dat haar kind
 
overlevingskansen had. Wat waar is - is waar.
 
 
Het ontwikkelingswerk wat ze als jonge arts zo graag wilde gaan doen heeft voor
 
de Achterhoek zijn vruchten zeker afgeworpen.
 
 
Dit is een samenvatting uit een verhaal van dokter Smeenk zelf en een toevoeging
 
over de jaren van pionierswerk verricht door Dokter Smeenk in de Achterhoek.
 
 
'''Cis van der Meijden''' 
 
 
 
 
{{Onderwerp|Gezondheidszorg|Artsen}}
 

Versie van 28 jan 2008 om 22:57