Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Meijer, Laurentius
Test: overgenomen van heemkunde.nl
Laurens Meijer was "Boschbeheerder en rentmeester" in dienst van Huis Bergh, commissaris Nederlandsche Heidemaatschappij.
Foto: blz 43 van Old Ni-js 38 het themanummer over 100 Jaar Sint Pancratiuskerk 's-Heerenberg. Hij heeft zich samen met pastoor Johannes Theodorus Nales en burgemeester baron Carolus Antonius Ludovicus van Hugenpoth tot Aerdt ingezet voor een nieuwe kerk.
Geboren: Montferland 31-01-1831, overleden 's-Heerenberg 23-01-1911, zoon van Franciscus Meijer, jager, boschbeheerder en tapper op Montferland en Theodora Meurs, trouwt Bergh 18-09-1863 (26) met molenaarsdochter Louisa Maria Wijnanda Pierik, geb Bergh 13-09-1829
Van vader Frans is de 'Beschrijving van Houtcultuur onder het Vorsterambt Montferland' in 1831 afkomstig, dat gepubliceerd is in Old Ni-js nummer 46 (mei 2000) blz 95-108.
Dat hij een plekje verdient in deze rubriek moge blijken uit het volgende citaat uit 'Het Huis Bergh' door Mr A.P. van Schilfgaarde (Maastricht 1950), blz 27, 54, 55: Laurens Meijer volgde in 1880 Wilhelm Steinberger op als rentmeester van Huis Bergh. Hij was sedert 1847 als assistent, tevens als "Forstgehilfe", bij de administratie werkzaam. In 1865 was hij benoemd tot "Forstverwalter" van de Revierverwaltung Wisch, in 1874 ook van de Revierverwaltung Montferland. Na 50-jarige dienst - zijn diensttijd gold van zijn 20e jaar af - werd hij in 1901 vereerd met de titel van "Domänenrat"; hij stierf in het harnas op 23 januari 1911, een week voor zijn 80e verjaardag en na een 64-jarige trouwe ambtsvervulling. (blz 27) Laurens Meijer was als zoon van de vorster Frans Meijer vanaf zijn jeugd vertrouwd geraakt met de gang van zaken in het Berghse bosbedrijf. Reeds in 1865 was hij tot opvolger benoemd van August Buk als Forstverwalter van Wisch, in welke functie hij woonde op het huis Schuylenburg bij Silvolde. Nu hij in 1874 tevens het beheer te 's-Heerenberg kreeg, besloot men de beide revieren te combineren. Met de naam Wisch verdwenen door successievelijke verkopingen in de daarop volgende jaren ook de bezittingen aldaar. Gedurende het beheer van Laurens Meijer verkreeg het Bergherbos een grote bekendheid in bosbouwkundige kringen, vooral omdat in die tijd de belangstelling voor de bebossing van onze woeste gronden sterk toenam. Verschillende leerlingen in de bosbouw ontvingen hier hun practische opleiding. Meijer zelf was commissaris van de in 1888 opgerichte Nederlandsche Heidemaatschappij. De leden van deze vereniging maakten in 1905 een excursie naar 's-Heerenberg, naar aanleiding waarvan majoor H.M. Werner in zijn boek "Geldersche kasteelen" schreef: "de exploitatie geschiedt zeer regelmatig, methodisch en oordeelkundig; nergens in ons land kan men het beter en doelmatiger ingericht vinden". De vermaardheid van het Bergherbos blijkt echter ook reeds uit vroegere publicaties. Zo lezen we in een Duits bosbouwtijdschrift uit de vijftiger jaren: "Das hier übliche Kulturverfahren ist so lohnend, erfolgreich und eigentümlich, dass es schon mehrfach die algemeine Aufmerksamkeit erregt und fremde Forstleute behufs der örtlichen Berichtigung herbei gezogen hat". Laurens Meijer, die sedert 1880 tevens het rentmeesterschap uitoefende, gaf het bosbeheer in 1903 over aan de Brabander Leo le Mire, een oud-leerling van de toenmalige bosbouwschool te Frederiksoord.