Geseling

Geseling was een straf die vaak door de rechter werd opgelegd. Met zweep of stok werd de veroordeelde geslagen. Deze straf moesten in het Landdrostambt Bergh o.a. ondergaan: Garrit Everts (1665), Jan ten Ham (1665), Andries Faessen en Jenneken Busser in Didam (1669), Berent Arntsen (1673), Herman Scheperhein (1675), Enneklen Beeftinck (1679), Frederik Derrix, Enneken Cornelissen, Derck Peters en Berentjen Stokman (allen in 1685), Louis Constant de dansmeester van de gravin (1685), Willem Hegmisse en zijn stiefdochter Gerritjen Berentsen (1687), Herman ter Horst (1690), Christina Anthoni (1694), Frans Libertijn en Daelje en Jenne Willems heidenen (1713), Peter Lieftinck (1713), Berend Huijsman en zijn vrouw Anna van Herwaerden (1714), Wesseltje Wanders (1715), Johan Conrad Puls (1716), Trijn Berentsen (1720), Christoffel la Coste, Anna Waters en Johan Wilhelm Vinck (allen in 1723), Hendrick lammers (1725), Gertrud Morelle heidinne (1728), Jacob Moses jood (1733), Frederik Joling (1787), Hendrik Schoemaker (1795).

Bron

• Kerspel Beek in de Liemers deel I blz 660, 662