Paddestoelen

Paddestoelen zijn de zichtbare vruchtlichamen van een schimmel. Onder de grond of in het hout van een boom ontwikkeld zich de eigenlijke schimmel, in de vorm van schimmeldraden. Dit deel noemen we de zwamvlok ofwel mycelium. In de hoed van de paddestoel worden sporen gevormd waaruit zich weer nieuwe schimmels ontwikkelen. We vinden in ons Berghse landschap veel verschillende soorten paddestoelen. Het grootste deel komt in de bossen voor, bij voorkeur in de zomer en de herfst, vaak op een speciale standplaats.

Paddestoelen die we in deze streek aan kunnen treffen zijn:

• Vliegenzwam - Amanita Muscaria
• Groene Knolamaniet - Amanita Phalloides
• Gewone Zwavelkop - Hypholoma Fasciculare
• Honingzwam - Armilariella Mellea
• Eekhoorntjesbrood - Boletus Edulis
• Elfenbankje - Coriolus Versicolor
• Paarse violetsatijnzwam - Entomola Nitidum
• Zwavelzwam - Polyporus Sulphureus
• Eikhaas - Polyporus Frondosus
• Aardappelbovist - Scleroderma Aurantium