Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
St. Elisabethsvereeniging te Zeddam
Op 21 maart 1890 richtte pastoor Leijser van de parochie Zeddam de St. Elisabethsvereeniging te Zeddam op. De toevoeging te Zeddam geeft aan dat er in meer parochies in Nederland een St. Elisabethvereniging heeft bestaan. Het doel van deze verenigingen was "armen van beide geslacht te kleeden". In de statuten van de Zeddamse vereninging uit 1914 wordt dit in meer algemene termen als volgt omschreven: "De vereeniging stelt zich ten doel het beoefenen der naastenliefde onder patronaat van de H. Elisabeth, overeenkomstig de beginselen van den R.-K. godsdienst." Bij de verstrekking van kleding richtte de Zeddamse vereniging zich vooral zich op arme kinderen, die daarbij meteen werden aangespoord de school en de catechismusles te bezoeken. Bovendien kregen arme meisjes materiaal voor naai- en breiwerk op school.
Als startkapitaal kon pastoor Leijser een bedrag van tweehonderd gulden gebruiken uit de nalatenschap van pastoor Van den Bosch van Amersfoort, die eind 1888 was overleden. Van den Bosch was van 1861 tot 1867 kapelaan in Zeddam geweest.
Het bestuur, aanvankelijk bestaande uit pastoor Leijser en een aantal ongehuwde dames, kwam iedere donderdag na de ochtendmis bijeen om te vergaderen en om kledingstukken te maken en te herstellen. Met deze kledingstukken werden eens per jaar de "armen van beide geslacht gekleed". Daartoe werd de kleding eerst op een aantal kijkdagen ten toon gesteld en vervolgens op een nader vastgestelde dag verloot. Gegadigden (of rechthebbenden) konden hiervoor loten kopen van 25 cent per stuk. De kledingverstrekking werd "bedeling" genoemd, maar nam in de praktijk dus de vorm aan van een verloting.
De vereniging voerde een register, het Memoriale genaamd, waarin nauwkeurig werd opgeschreven wie wat had gekregen. Er staan namen in uit Zeddam, Lengel en Braamt, kortom uit de hele toenmalige parochie Zeddam. Kapelaan Thuis heeft het Memoriale op 19 november 1894 aan de vereniging geschonken.
De vereniging werd in 1944 opgeheven.
Bron
- Achterhoeks Archief, archieftoegang no. 1041
