Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Duits jachtvliegtuig (Loolaan)
In de herfst van 2014 vertelden de Berghenaren Broer te Boekhorst en Gerrit Stienezen onafhankelijk van elkaar over een Duits gevechtsvliegtuig dat op een zondagmorgen in de winter van 1945 een noodlanding had gemaakt aan het eind van de Loolaan bij Kilder.
Het toestel was vanaf de Hettenheuvel laag komen aanscheren en schampte het smeltende ijs op de gracht van het voormalig Huis 't Loo. Het ontweek een paar beuken, ploegde dwars door het prikkeldraad over een weiland en kwam op een akker tot stilstand. De piloot, een jonge vent amper twintig jaar, stapte uit en de eerste die hij zag, was vrouw Elbers. Hij was blijkbaar de koers kwijt, want hij vroeg haar wie ter plaatse de bezetter was. Toen zij antwoordde dat het de Duitsers waren, riep hij: "Gott sei dank!". Hij vertelde nog dat hij nu al voor de derde keer was neergeschoten. Daarna kreeg hij van OT-werkers die vlakbij aan het werk waren, een fiets. Hij stapte op en maakte dat hij wegkwam.
Het vliegtuig is korte tijd bewaakt door een of enkele NSB'ers, maar de Duitsers hadden er geen belangstelling voor. Ze hebben in elk geval niet geprobeerd het te bergen, hoewel het lang het beleid is geweest neergeschoten vliegtuigen te bergen en zo mogelijk weer inzetbaar te maken. Duitse soldaten die vlakbij in een boerderij ingekwartierd waren, hebben (in een poging het te vernietigen of uit baldadigheid?) zelfs op het vliegtuig een paar pantservuisten op afgeschoten.
De plaatselijke jeugd had op zijn manier wel belangstelling voor het vliegtuig. Er werd van alles uitgesloopt, zoals de mica ruiten in de koepel. Daarvan konden dingen als kammen gemaakt worden. Ook werden er strookjes van gezaagd, die in een blikje op tafel aangestoken werden. Dat gaf veel licht, maar stonk verschrikkelijk.
Het vliegtuig is wel een jaar blijven staan. De boer van wie de akker was, ploegde er gewoon omheen. Uiteindelijk is het opgeruimd, mogelijk door een oudijzerhandelaar.
Beide ooggetuigen vertelden dat het vliegtuig landde toen het net was gaan dooien. Volgens Gerrit Stienezen gebeurde het op een zondag: op weg naar huis uit de kerk had hij het zien dalen. Dan moet het op zondag, 4 februari 1945 zijn geweest. Die winter was het vlak voor Kerstmis 1944 's nachts gaan vriezen, maar pas rond 20 januari kwam ook overdag de temperatuur niet meer boven het vriespunt. Tot en met 30 januari heeft het toen 's nachts matig tot streng gevroren. Daarna draaide de oostenwind naar westelijke richtingen en zette de dooi in. Toen het Duitse vliegtuig zijn noodlanding maakte, stond er al water op het ijs, maar dat was nog zo dik dat het niet brak toen het landingsgestel erlangs schampte. Anders was het misschien over de kop geslagen.
Mogelijk wordt, gezien de landingsplaats, dit vliegtuig verward met bovengenoemd vliegtuig.
Bronnen
- Broer te Boekhorst en Gerrit Stienezen in De achterkant van Montferlands vrijheid, blz. 38-39 resp. 121-122
- Weergegevens van het KNMI (Voor bovenstaand verhaal is het weer in De Bilt gevolgd. In Bergh was het toen minstens zo koud of nog kouder.)