Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Heijden, Engelbertus Theodorus van der (1942-1945)
Engelbertus Theodorus (Bart) van der Heijden is een oorlogsslachtoffer. Hij werd op 30 juli 1942 geboren in Batavia, Nederlands-Indië, als zoon van Engelbertus Theodorus (Bart) van der Heijden en Maria Johanna Theodora (Marie) Fenneman. Ook zijn ouders zijn allebei oorlogsslachtoffer.
Zijn vader, die diende bij de Koninklijke Marine in Nederlands-Indië, is op 7 maart 1942 verdronken toen het schip waarop hij voer door Japanse gevechtsvliegtuigen tot zinken werd gebracht. Bart junior is dus bijna vijf maanden na de dood van zijn vader geboren. Het lot van zijn vader was toen nog niet bekend, maar al maanden was er geen bericht van hem ontvangen. Zijn moeder heeft hem daarom naar zijn vader vernoemd.
Tijdens de Japanse bezetting van Nederlans-Indië is Bartje met zijn moeder en zijn oudere zus Wilma geïnterneerd in Kamp Tjideng in Batavia. Daar is hij op 10 januari 1945 aan beri-beri en hongeroedeem overleden. Hij was nog maar tweeënhalf jaar oud. Zijn moeder overleed op 24 mei 1945, maar zijn zus heeft de oorlog overleefd en is naar Nederland teruggekeerd.
Na Bartjes dood heeft een andere moeder in het kamp het hier afgebeelde In memoriam getekend. Op de achterkant heeft zij het volgende geschreven. Uit de tekst blijkt dat in het kamp niemand wist dat Bartjes vader toen al bijna drie jaar dood was.
- Ter droeve herinnering aan
- BARTJE VAN DER HEYDE [sic]
- die Jezus tot zich nam, toen hij nog maar nauwe-
- lijks twee jaar was.
- Bartje, was 't U niet goed als Uw ouders U kusten?
- Was 't U niet goed in hun armen te rusten?
- Engeltje lief, waarom gingt ge toch heen?
- Beter is, zoeter de omhelzing des Heeren!
- Laat toch Uw droefheid in vreugde verkeeren,
- Ouders! Liefde als van God is er maar één.
- Liefde op aarde is een straal van de zon.
- 'k Drink hier het Licht en de Liefde aan
- de bron.
- "Laat de kleinen tot mij komen, want aan hen
- behoort het Rijk der Hemelen" (Marc. X:14)
- Mijn beste ouders, mijn lieve zusje, gij moet
- naar mij verlangen als naar een afwezige, niet
- als naar een doode. Verwacht mij terug. Gij
- hebt mij niet voor goed verloren.
- Ik speel met mijn palmtakken en kronen voor het
- altaar van het Goddelijk Lam, maar denkt toch niet dat
- ik U vergeet. Hoe zou ik U ooit kunnen vergeten, aan
- wie ik na God al het geluk dank, dat ik nu in
- eeuwigheid geniet. Ik heb al aan Jezus gevraagd en ik
- zal Hem blijven vragen: troost en berusting voor U.
- Uw verdriet is fel en diep, ik weet dat, maar ik weet
- ook dat gij eens allen bij mij komt en dan zal God
- die Liefde is, elke traan wegwissen uit Uw oogen.
- Ter droeve herinnering aan
Bartje ligt niet begraven op een van de Nederlandse erevelden in Indonesië, maar hij staat wel vermeld in Gedenkboek 40 van de Oorlogsgravenstichting.
Hij staat met zijn ouders vermeld op het oorlogsmonument in 's-Heerenberg als Fam. E.Th. van der Heijden.