Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Heek, Goderd van

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
Goderd van Heek op 26 maart 2009. Foto Gert-willem Römer.
Goderd van Heek werd geboren op 28 april 1923 in Lonneker, gemeente Enschede, als zoon van dr. Jan Herman van Heek en Anna van Wulfften Palthe. Hij is 21 februari 2021 op 97-jarige leeftijd overleden.

Dagboek bevrijding

In Old Ni-js nr. 23 is het dagboek van Goderd van Heek over de periode 7 februari tot 9 april 1945 afgedrukt: De bevrijding van 's-Heerenberg.

Nederlands-Indië

Luitenant bij 4-9 RI

Goderd van Heek meldde zich op 28 mei 1945 in Eindhoven aan als oorlogsvrijwilliger om uitgezonden te worden naar Nederlands-Indië. Zijn ervaringen daar heeft hij vastgelegd in het boek Front op Java, dat in 1952 is verschenen. Een samenvatting van dit boek is te lezen op de pagina Front op Java, maar de belangrijkste gebeurtenissen uit Van Heeks Indiëtijd volgen hieronder.

De motivatie om zich aan te melden was de mensen daar te bevrijden uit de Jappenkampen. Met de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 verviel dit argument, maar Van Heek bleef in dienst. Na een officiersopleiding in Engeland, kwam hij eind september 1946 terug naar Nederland, waar hij in Steenwijk als pelotonscommandant deelnam aan de opleiding van het infanteriebataljon 4-9 RI, een onderdeel van de Palmboom-Divisie. Dit bataljon vertrok op 20 juni 1947 met de Sloterdijk naar Makassar op Zuid-Celebes. De stafcompagnie zou daar blijven, en de rest van het bataljon zou van daaruit over een groot gebied verspreid worden. De 1e compagnie zou naar Bali gaan, de 2e (waartoe Van Heek behoorde) naar Menado op Noord-Celebes, de 3e naar Flores, enzovoorts. Op al die bestemmingen waren al kwartiermakers van 4-9 RI aanwezig. De spanning op Java liep echter steeds verder op, en toen de Sloterdijk in de Straat van Malakka voer, werd de bestemming gewijzigd in Java.

Deze tekening van de vulkanen Merapi (rechts) en Merbabu (links) maakte Goderd van Heek omstreeks juni 1949 op de buitenpost Karangpandan bij Solo, Midden-Java.

Aanvankelijk lag 4-9 RI op West-Java, maar werd in januari 1948 verplaatst naar Midden-Java. Met name daar werd het bataljon vanaf september 1948 actief ingezet in de strijd tegen de TNI-troepen van Soekarno. In december 1948 nam 4-9 RI actief deel aan de Tweede Politionele Actie, waarbij het ingezet werd bij de bezetting van Solo.

In de guerrilla-oorlog na de Tweede Politionele Actie, raakte Van Heek op 7 augustus 1949 gewond; hij kreeg een kogel in zijn linkerlong en een in zijn hand.

Via het ziekenhuis van Solo en het Militair Hospitaal in Batavia werd hij overgebracht naar een revalidatiehuis. Vandaar aanvaardde hij op 24 december 1949 de thuisreis met de Waterman. Aan boord van dit troepentransportschip waren ook Joseph Berendsen en Joh Smeenk van 3-2 RI, en Reint Welling van 4-1 AAT. Wim Kupers was ook aan boord, maar het is nog onbekend met welk onderdeel. De aankomst in Rotterdam was op 15 januari 1950.

"Wij trokken naar Solo", het gedenkboek van 4-9 RI, vertelt over Van Heek het volgende:

Bij Co. Order nr. 155 werd de 1e luitenant G. v. Heek door de Territoriaal- tevens Troepencommandant Midden Java als volgt eervol vermeld:
"Heeft in een moeilijke periode, terwijl elders in het Brigadevak de Troep door het defensief optreden slechts weinig successen boekte, bij herhaling een voorbeeld gegeven van durf, doortastendheid en een offensieve geest".

Toen U in April van 1949 bij ons wegging
[overgeplaatst naar een andere compagnie van 4-9 RI, red.] viel dit afscheid ons allen zwaar. Als er één man is geweest die veel voor zijn jongens deed dan was U het. Van U gingen destijds in Batavia de uitstapjes uit en de sportwedstrijden in Madjenang en zoveel andere dingen. Wij zagen U dus node vertrekken, te meer daar het was in de moeilijke Klatense periode, waar behoefte was aan commandanten zoals U. Groot was dan ook de ongerustheid onder ons bij het horen, dat U gewond was geraakt in de buurt van Karangpandan, waarheen U destijds werd overgeplaatst.
Als ik dit schrijf, bent U reeds bijna hersteld doch vermoedelijk zien wij U hier op de buitenpost niet terug. Als pleister op de wonde moge Uw eervolle vermelding door de Divisie Commandant zijn, al weet ik dat U liever terug kwam om weer actief werkzaam te zijn met de troep. De geest waarin U altijd Uw werk deed, moge voor ons een voorbeeld zijn. Wij allen van 2-4-9 R.I. roepen U vanaf deze plaats een hartelijk weerziens toe.

Voor zijn optreden in Indië is Van Heek bij Koninklijk Besluit no. 6 van 24 augustus 1950 onderscheiden met de Bronzen Leeuw. Deze werd hem op 28 februari 1951 opgespeld door koningin Juliana in het Paleis op de Dam.

Op 23 april 1992 is Van Heek het Draaginsigne Gewonden toegekend. Het werd hem op 6 november daarop volgend opgespeld door de burgemeester van Rheden.

Op 28 oktober 2009 was hij aanwezig in het Barghse Huus bij de lezing van Marcel Messing over Oud-Indiëgangers. Na afloop daarvan schonk hij de Heemkundekring Bergh een kopie van zijn boek Front op Java.

In 2020 verscheen Revolusi van de Belgische historicus David Van Reybrouck. Hij beschrijft de Indonesische vrijheidsstrijd in dit boek niet als een oorlog tussen Nederland en zijn kolonie, maar als het begin van het wereldwijde dekolonisatieproces. Indonesië was na de Tweede Wereldoorlog immers het eerste land dat zich onafhankelijk verklaarde. Voor zijn boek interviewde Van Reybrouck de allerlaatste getuigen; in Nederland, in Indonesië en elders. Een van de geïnterviewden was Goderd van Heek. Tijdens het eerste gesprek – Van Heek was toen 93 jaar – duidde hij als enige van alle getuigen de kolonie aan als Insulinde, zoals Multatuli de Indische archipel noemt in de Max Havelaar. Verspreid door Revolusi (Indonesisch voor revolutie) passeren de herinneringen van Van Heek en de andere getuigen de revue als achtergrond bij de ontwikkelingen op het hogere politieke, diplomatieke en militaire niveau. In april 2020, kort voor het verschijnen van zijn boek, belde Van Reybrouck nog naar Van Heek met een detailvraag. Van Heek was toen 97 jaar. Hij vond het "eenzaam aan de top".

Andere militairen van 4-9 RI

Andere Berghse officieren

Zie ook

Het eerste Indië-monument in Nederland

Het Indië-monument in Enschede
Foto gemeente Enschede

Na zijn terugkeer uit Nederlands-Indië wilde Van Heek een monument oprichten voor de Enschedese militairen die in de jaren van de Politionele Acties het leven hadden verloren. Hij koos voor Enschede, omdat daar de textielfabrieken van de familie Van Heek stonden. Toen hij zijn plan aan de burgemeester voorlegde, stelde deze voor om het monument ook op te dragen aan de militairen en burgers uit Enschede die al tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Verre Oosten waren omgekomen. Van Heek stemde hiermee in, waarna de voorbereidingen konden beginnen.

Aldus ontstond het eerste Indië-monument in Nederland. Het werd op 14 januari 1960 onthuld door de weduwe van generaal Spoor, Mans Spoor-Dijkema. Het staat in het Blijdensteinpark aan Boulevard 1945 in Enschede.

Het monument, een meer dan levensgroot bronzen beeld van een vallende man, is gemaakt door de kunsternaar Hans Petri. Het toont geen stoerheid of moed, maar droefenis en smart. De poging van de man om weer op te staan, geeft uitdrukking aan het lichamelijk en geestelijk lijden van de mens destijds in Indië en het Verre Oosten. Op de sokkel staat Nederlands-Indië 1941-1945, maar het monument eert de Enschedeërs die gedurende de hele jaren veertig in Nederlands-Indië en het Verre Oosten zijn omgekomen.

Jaarlijks vindt bij dit Indië-monument een herdenking plaats; op zondag 15 augustus 2010 voor de vijftigste keer. Bij deze herdenking hield Van Heek een toespraak, waarin hij de geschiedenis van het monument memoreerde. Een samenvatting van deze toespraak is te zien op YouTube (zie link hieronder).

Externe links:


Lezing op kasteel Huis Bergh

Op donderdag 26 oktober 2006 hield de heer Goderd van Heek in het kasteel Huis Bergh te 's-Heerenberg een lezing: 60 Jaar Stichting Huis Bergh (1946-2006).

In 1912 kocht dr. Jan van Heek sr., een industrieel uit Twente, het Huis Bergh en de omliggende landgoederen en bossen van het geslacht Von Hohenzollern-Sigmaringen. Dankzij Van Heek werd dit alles voor het nageslacht bewaard en kunnen wij er nu nog van genieten. In 1946 heeft Van Heek zijn bezittingen ondergebracht in de Stichting Huis Bergh. Zijn zoon Goderd liet de aanwezigen tijdens de lezing door middel van dia`s kennismaken met het leven van zijn vader.

Behalve de liefde voor kunst, cultuur, natuur en geschiedenis kwamen ook een aantal onbekende aspecten van zijn vader aan bod.

Monument op de Dam

Goderd van Heek en kleindochter, foto Benny Schuurman

Bij de Nationale Dodenherdenking op de Dam in Amsterdam op 4 mei 2016 heeft Goderd van Heek samen met zijn kleindochter een krans gelegd voor de gesneuvelde militairen in Indië.

Gezin en overlijden

Goderd van Heek is op 20 januari 1953 getrouwd met Louise Marie Boom, geboren op 5 januari 1931 in Hengelo (O). Ze hebben elkaar leren kennen in Hengelo tijdens een Twentse jongerenbijeenkomst. Ze hebben tijdens hun huwelijk gewoond in Enschede, ’s-Heerenberg, Utrecht, Bilthoven en woonden als laatste in Velp. Uit hun huwelijk zijn 2 dochters en 1 zoon geboren, ze hebben 6 kleinkinderen. Op 20 januari 2018 vierden zij hun 65-jarig huwelijk. Goderd is zondag 21 februari 2021 op 97-jarige leeftijd overleden. De afscheidsceremonie vond plaats in kasteel Huis Bergh op 26 februari 2021.

Bronnen



Tekst artikel website 4-en-5mei.nl

(Tekst hier afgebeeld omdat de website van 4-en-5mei.nl periodiek veranderd qua layout) Goderd van Heek, Enschede - Overijssel Mijn motivatie? De mensen in Indië bevrijden uit de Jappenkampen. Goderd van Heek (1923) wil na de oorlog '40-'45 de wijde wereld in. In 1947 komt hij aan op Java. Zuiveringsacties voert hij uit tegen het leger van Soekarno. Drie dagen voor de onafhankelijkheid gaat hij terug naar Nederland. Daar neemt hij het initiatief tot het Indië-Monument, want "wij moeten ook iets doen voor de gevallenen in Indië".

'door Anita van Stel'

Naar Duitsland of Indië?

"Na de bevrijding van Enschede, op 1 april 1945, voelde ik de drang om te helpen. De mensen in Indië moesten uit de kampen gehaald worden. Daarnaast trok na vijf jaar Duitse bezetting het avontuur en de wijde wereld. Ik meldde me aan als een van de 40.000 oorlogsvrijwilligers. Op 28 mei tekende ik. Een opleiding in Engeland volgde. Maar toen Japan op 15 augustus 1945 capituleerde, veranderde de situatie. Ik herinner me de twijfel, want de strijd tegen Japan was immers onze drijfveer. Minister Meijnen van Defensie kwam in september speciaal naar Essex om ons toe te spreken. De kans bestond dat we naar Duitsland gestuurd zouden worden, als bezettingstroepen. In de loop van de herfst besloot de regering echter dat we toch naar Indië zouden vertrekken."

Zuiveringsacties op de Drentse hei

"In Nederland moest ik als pelotonscommandant een bataljon Infanterie dienstplichtigen in zeven maanden klaarstomen voor Indië. Lessen Maleis, tropenhygiëne en Indische tactiek stonden op het programma. Met veel fantasie werden op de Drentse hei zuiveringsacties opgezet tegen opstandige kampongs als Westerbork en Uffelte."

Rust en welvaart

"In juli 1947 kwamen we ons bataljon aan in Batavia. Ik gaf leiding aan een peloton van 30 man. Via West-Java verhuisden we begin 1948 naar Midden-Java. Tussen Bandjar en Tjilatjap bestreken we een langgerekt gebied, waar we uiteindelijk elf maanden bleven. Volgens de Renville-overeenkomst van begin februari werden alle troepen van de TNI, het Indonesische leger van Soekarno, afgevoerd naar een resterend stuk republiek in Midden- en Oost-Java en konden wij de bevolking helpen om rust en welvaart te herstellen."

Spoedig vrijheid

"In de week van 31 augustus 1948 was ook Indië in de ban van het vijftigjarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina en de kroning van Prinses Juliana. Tot in de kleinste dessa's waren erepoorten opgesteld en vierde de bevolking feest. In een lied zongen zij dat de bevolking dankbaar was voor alles wat Koningin Wilhelmina voor Indonesië had gedaan, en dat zij haar trouw betuigde aan de nieuwe vorstin, maar dat de bevolking van haar verwachtte dat zij Indonesië spoedig de vrijheid zou geven. Het lied gaf de gevoelens van de Javaanse volksleiders goed weer."

Signalen aan de vijand

" Vanaf 1 september 1948 infiltreerde het leger van Soekarno weer West-Java. Wij moesten deelnemen aan zuiveringsacties langs de demarcatielijn. We kregen de opdracht een compagnie te leveren om indringers tegen te houden. Ik moest mijn kleine strijdmacht over vier paden verdelen, vijf man per hinderlaag. Aangezien de vijand meestal infiltreerde in groepen van minstens vijftig man, was dat niet aanlokkelijk. Overal in de kampongs hoorden we de bewakers op hun gongs slaan. Betekenden dat signalen aan de vijand?"

Tragedie

"De spanning nam toe. De Nederlandse regering was eind 1948 bezig het Indische bestuur over te dragen aan een interimbewind, dat gedurende twee jaar de overbrugging moest vormen tot de Verenigde Staten van Indonesië. De republikeinse politici wilden niet aan deze plannen meewerken. De inlichtingendienst kreeg onomstotelijke bewijzen in handen dat op 1 januari - de dag van de beoogde overdracht - in de gehele archipel een opstand zou worden ontketend. Een ultimatum werd gesteld waarop een onbevredigend antwoord kwam. Een vredige oplossing van het conflict was toen niet meer mogelijk. Dat is de tragedie van de krachtsinspanning van tienduizenden Nederlandse jongens voor een in hun ogen rechtvaardige zaak."

Onder vuur genomen

"Op 6 augustus 1949 kreeg ik het bevel een aantal vermiste Nederlandse soldaten uit handen van een vijandelijke eenheid in de kampong te bevrijden. Met zeventig man omsingelden we de kampong. Ik kreeg een kogel in mijn linkerlong en een in mijn hand. 'Storm meteen door, niet bij mij treuren', zei ik tegen de jongens. Ze rekenden met meerdere guerrilla's af en daarna begon de tocht naar Karanganjar. Mijn kameraden zeulden me op een kampongbedje negen kilometer lang de kali's door. In het ziekenhuis van Solo, waar omheen heftige gevechten plaatsvonden, werd ik geopereerd aan mijn long. Na twee dagen kon ik naar Batavia vkiegen. De Dakota was gevuld met gewonden."

In Batavia

"De laatste maanden van 1949 bracht ik door in het revalidatiehuis Polonia in Batavia. De welvaart was in Batavia duidelijk toegenomen, maar de stemming werd er van lieverlee onbehaaglijk. De bevolking uitte zich antifederalistisch. Overal zag je de rood-witte vlaggen van de republiek. Op 27 december droeg de Nederlandse Hoge Commissaris de soevereiniteit over aan de Verenigde Staten van Indonesië, de Republik Indonesië Serikat. Drie dagen ervoor heb ik Indonesië vaarwel gezegd. Ik vraag me nog altijd af waarom een dergelijke bloedige strijd gestreden moest worden tussen hen en ons."

Zeventig mensen in een sneeuwbui

"Zeventig mensen in een sneeuwbui in januari 1960. Intense droefheid op hun gezichten als het Indië-Monument wordt onthuld. Het beeld van Hans Petri is dan ook niet fier, maar droevig. Het probeert zich op te richten van de lichamelijke en geestelijke slagen die de mens in Indië heeft moeten doorstaan.”

Schrijfwijze

In sommige artikelen wordt de schrijfwijze 'Godert van Heek' gebruikt in plaats van 'Goderd van Heek'. Binnen Berghapedia hebben wij de schrijfwijze 'Goderd van Heek' aangehouden en alleen 'Godert van Heek' vermeld daar waar deze schrijfwijze in artikelen werd gebruikt.