Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Reichel, Hans: verschil tussen versies
k (blz. 183.) |
k (onderwerp Onderduikers) |
||
Regel 11: | Regel 11: | ||
*[[Doetinchem in oorlogstijd]], blz. 183. | *[[Doetinchem in oorlogstijd]], blz. 183. | ||
− | {{Onderwerp|Tweede Wereldoorlog|Verzet in WO II}} | + | {{Onderwerp|Tweede Wereldoorlog|Onderduikers|Verzet in WO II}} |
Versie van 3 jul 2008 om 17:02
Hans Reichel was een gedeserteerde Oostenrijkse Wehrmachtsoldaat die vanaf de zomer van 1944 in de schuilplaats van het Beekse verzet bij Berntsen in Loerbeek ondergedoken heeft gezeten.
Reichel kwam uit Wenen, waar hij een schoonmaakbedrijf had. Hij was in Rusland gelegerd toen hij inzag dat Duitsland de oorlog nooit kon winnen. Hij besloot te deserteren en ging terug naar Wenen. Hij heeft daar toen een tijd onopvallend geleefd, totdat hij door een partijlid herkend werd. Om moeilijkheden te voorkomen heeft hij zich toen gemeld bij een nieuwe eenheid die toen in Wenen geformeerd werd. Als verklaring waarom hij niet bij zijn eigen eenheid was, vertelde hij de smoes dat hij bij een Russische dame geslapen had, en de volgende dag tot de ontdekking was gekomen dat zijn onderdeel zonder hem verder was getrokken. De autoriteiten slikten dat verhaal.
Toen kwam hij met zijn eenheid in Zuid-Frankrijk terecht. Na de geallieerde invasie in Normandië op 6 juni 1944 besloot hij opnieuw te deserteren, maar op weg naar Wenen kwam hij in Straatsburg leden van zijn eigen eenheid tegen. Hij werd gepakt, en dit keer hielp geen smoes hem. Hij werd overgeplaatst naar Beek, waar hij op de dag voor hij voor de krijgsraad moest verschijnen Wim Moorman ontmoette. Die heeft hem toen laten onderduiken in de schuur van Berntsen.
Tijdens zijn onderduiktijd is Reichel het verzet van dienst geweest bij het herkennen van Duitse legeronderdelen en het kaliber van geschut en dergelijke. Na de oorlog is hij met hulp van de Beekse verzetsgroep en van Nederlanders in München teruggekeerd naar Wenen, maar drie maanden later was hij weer terug in Beek. Wat bleek: zijn vrouw had een ander. Hij was dus van haar gescheiden en had zijn twee kinderen bij zijn ouders achtergelaten. Nu ging hij als portier werken in een Haags hotel dat door een Oostenrijkse kennis gerund werd. Later is hij met een Nederlands meisje uit Naaldwijk getrouwd en weer teruggegaan naar Wenen. Met haar heeft hij nog twee kinderen gekregen. Inmiddels is hij overleden.
Bronnen
- Clemens Berntsen
- Doetinchem in oorlogstijd, blz. 183.