Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Straus, Joseph (1915): verschil tussen versies
k (gezusters Straus toegevoegd) |
(kemajoran en lt-kol toegevoegd) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Joseph [[Straus-Hertz, familie|Straus]]''', geboren op 8 december [[1915]] als zoon van Benjamin Joseph Straus en Hedwig Levita. | '''Joseph [[Straus-Hertz, familie|Straus]]''', geboren op 8 december [[1915]] als zoon van Benjamin Joseph Straus en Hedwig Levita. | ||
− | In [[1938]] werd hij beroepsofficier in het Nederlandse leger. Bij de Duitse inval was hij luitenant. In [[1942]] moest hij zich net als alle officieren van de voormalige Nederlandse krijgsmacht, melden en werd als krijgsgevangene weggevoerd. Hij zat gevangen in Stanislaw in Polen, maar overleefde de oorlog en kwam in [[1945]] vrij. | + | In [[1938]] werd hij beroepsofficier in het Nederlandse leger. Bij de Duitse inval was hij luitenant. In [[1942]] moest hij zich, net als alle officieren van de voormalige Nederlandse krijgsmacht, melden en werd als krijgsgevangene weggevoerd. Hij zat gevangen in Stanislaw in Polen, maar overleefde de oorlog en kwam in [[1945]] vrij. |
− | Hij bleef in militaire dienst en vertrok in [[1946]] na een opleiding in Engeland voor vier jaar naar Nederlands-Indië. Hij kwam in [[1950]] met de rang van majoor terug in Nederland, en werd toen op eigen verzoek uit de dienst ontslagen. | + | Hij bleef in militaire dienst en vertrok in [[1946]] na een opleiding in Engeland voor vier jaar naar Nederlands-Indië, waar hij ondermeer commandant is geweest van het vliegveld Kemajoran bij Batavia. Hij kwam in [[1950]] met de rang van majoor terug in Nederland, en werd toen op eigen verzoek uit de dienst ontslagen. |
− | Joseph emigreerde in [[1951]] naar Israël, waar hij dienst nam in het Israëlische leger. | + | Joseph emigreerde in [[1951]] naar Israël, waar hij dienst nam in het Israëlische leger. Hier bereikte hij de rang van luitenant-kolonel. |
− | Joseph | + | Joseph leeft nog steeds in Israël. Hij is een broer van [[Straus, Bernhardine Else|Diny]], [[Straus, Harry|Harry]] en [[Straus, Sara Betty|Betty Straus]]. |
== Bron == | == Bron == | ||
+ | *[[Straus, Harry|Harry Straus]] | ||
* Dagboek van Harry Straus in [[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 377-378 | * Dagboek van Harry Straus in [[Azem van 't Hof tot heden]], blz. 377-378 | ||
* ''Het oude volk; kroniek van joods leven in de Achterhoek, Liemers en het grensgebied'', Hans Kooger, [[Doetinchem]], [[2001]], noot 113 | * ''Het oude volk; kroniek van joods leven in de Achterhoek, Liemers en het grensgebied'', Hans Kooger, [[Doetinchem]], [[2001]], noot 113 | ||
{{Onderwerp|Joodse gemeenschap in 's-Heerenberg|Tweede Wereldoorlog|Militairen van mei 1940|Deelnemers Politionele Acties|Emigranten}} | {{Onderwerp|Joodse gemeenschap in 's-Heerenberg|Tweede Wereldoorlog|Militairen van mei 1940|Deelnemers Politionele Acties|Emigranten}} |
Versie van 28 nov 2008 om 15:31
Joseph Straus, geboren op 8 december 1915 als zoon van Benjamin Joseph Straus en Hedwig Levita.
In 1938 werd hij beroepsofficier in het Nederlandse leger. Bij de Duitse inval was hij luitenant. In 1942 moest hij zich, net als alle officieren van de voormalige Nederlandse krijgsmacht, melden en werd als krijgsgevangene weggevoerd. Hij zat gevangen in Stanislaw in Polen, maar overleefde de oorlog en kwam in 1945 vrij.
Hij bleef in militaire dienst en vertrok in 1946 na een opleiding in Engeland voor vier jaar naar Nederlands-Indië, waar hij ondermeer commandant is geweest van het vliegveld Kemajoran bij Batavia. Hij kwam in 1950 met de rang van majoor terug in Nederland, en werd toen op eigen verzoek uit de dienst ontslagen.
Joseph emigreerde in 1951 naar Israël, waar hij dienst nam in het Israëlische leger. Hier bereikte hij de rang van luitenant-kolonel.
Joseph leeft nog steeds in Israël. Hij is een broer van Diny, Harry en Betty Straus.
Bron
- Harry Straus
- Dagboek van Harry Straus in Azem van 't Hof tot heden, blz. 377-378
- Het oude volk; kroniek van joods leven in de Achterhoek, Liemers en het grensgebied, Hans Kooger, Doetinchem, 2001, noot 113