Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Adriaens, Karel Willem: verschil tussen versies
k (schrijffout verbeterd) |
k (interne link Arbeitseinsatz) |
||
(15 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Karel Adriaens''' werd geboren op 1 juli [[1925]] in Schoterland, een Friese gemeente die al in [[1934]] grotendeels is opgegaan in Heerenveen. In [[1938]] ging hij naar een katholiek internaat in het Brabantse Oudenbosch, waar hij goed bevriend raakte met [[Berntsen, Wilhelmus Clemens|Wim van Clé Berntsen]] uit [[Azewijn]]. Samen bezochten zij dit internaat tot juli [[1942]]. | '''Karel Adriaens''' werd geboren op 1 juli [[1925]] in Schoterland, een Friese gemeente die al in [[1934]] grotendeels is opgegaan in Heerenveen. In [[1938]] ging hij naar een katholiek internaat in het Brabantse Oudenbosch, waar hij goed bevriend raakte met [[Berntsen, Wilhelmus Clemens|Wim van Clé Berntsen]] uit [[Azewijn]]. Samen bezochten zij dit internaat tot juli [[1942]]. | ||
− | Toen Karel zich in januari [[1944]] | + | [[Afbeelding:Fate from the sky.jpg|thumb|right|2000px|'''De omslag van de autobiografie van Karel Adriaens]] |
+ | Toen Karel zich in januari [[1944]] moest melden voor de [[Arbeitseinsatz|Arbeidsdienst]], besloot hij onder te duiken. Per fiets en trein begaf hij zich naar het huis van zijn studievriend Wim Berntsen in Azewijn. Daar leefde hij openlijk in de dorpsgemeenschap tot er in maart 1944 geruchten de ronde gingen doen dat een [[Nationaal Socialistische Beweging|NSB-er]] alle onderduikers zou gaan verraden. Daarop werd Karel naar [[Beek]] gestuurd, waar hij als onderduiker in de letterlijke zin des woords werd ondergebracht bij grootmoeder Berntsen, die met een ongetrouwde zoon en dochter aan de [[Sint Jansgildestraat]] woonde. Karel mocht toen alleen nog maar buiten komen als het donker was. | ||
− | In die tijd maakte Karel kennis met [[Berntsen, Clemens Stephanus|Clemens Berntsen]] in [[Loerbeek]] en diens vriend [[Moorman, Wilhelmus|Wim Moorman]]. Aanvankelijk wist Karel niet dat Clemens en Wim in het verzet zaten, maar vanaf eind september, begin oktober, toen de Britse boordschutter [[Kelly, George|George Kelly]] in Loerbeek arriveerde, ging hij helpen met het rondbrengen van illegaal geld en bonkaarten aan onderduikers en met aanverwante illegale activiteiten. | + | In die tijd maakte Karel kennis met [[Berntsen, Clemens Stephanus|Clemens Berntsen]] in [[Loerbeek]] en diens vriend [[Moorman, Wilhelmus|Wim Moorman]]. Aanvankelijk wist Karel niet dat Clemens en Wim in [[Verzet in WO II|het verzet]] zaten, maar vanaf eind september, begin oktober, toen de Britse boordschutter [[Kelly, George|George Kelly]] in Loerbeek arriveerde, ging hij helpen met het rondbrengen van illegaal geld en bonkaarten aan onderduikers en met aanverwante illegale activiteiten. |
− | Toen Wim Moorman begin januari [[1945]] de ondergedoken politieagent Jan Ellen naar zijn ouders in Friesland moest brengen, lag het voor de hand dat Karel mee zou gaan. Hij was immers een Fries. Nadat Ellen was afgeleverd, werden Wim en Karel op 12 januari door de Duitsers opgepakt. Zij werden naar de gevangenis in Leeuwarden gebracht, waar ze gescheiden van elkaar werden opgesloten. Van een behulpzame cipier hoorde Karel dat Wim op 22 januari was gefusilleerd in Dokkum. Via diezelfde cipier is het gelukt het bericht van de dood van Wim naar Loerbeek over te brengen. | + | Toen Wim Moorman begin januari [[1945]] de ondergedoken politieagent [[Ellen, Jan|Jan Ellen]] naar zijn ouders in Friesland moest brengen, lag het voor de hand dat Karel mee zou gaan. Hij was immers een Fries. Nadat Ellen was afgeleverd, werden Wim en Karel op 12 januari door de Duitsers opgepakt. Zij werden naar de gevangenis in Leeuwarden gebracht, waar ze gescheiden van elkaar werden opgesloten. Van een behulpzame cipier hoorde Karel dat Wim op 22 januari was gefusilleerd in Dokkum. Via diezelfde cipier is het gelukt het bericht van de dood van Wim naar Loerbeek over te brengen. |
− | |||
Eind februari werden Karel en andere gevangenen per trein naar Duitsland gebracht, maar omdat de rails gebombardeerd waren, kwamen ze niet verder dan Groningen. Daarop werden de gevangen naar een school in Erica in Drenthe overgebracht, waar het Karel op 4 april lukte te ontsnappen. De volgende dag waren de Canadese bevrijders ter plaatse. | Eind februari werden Karel en andere gevangenen per trein naar Duitsland gebracht, maar omdat de rails gebombardeerd waren, kwamen ze niet verder dan Groningen. Daarop werden de gevangen naar een school in Erica in Drenthe overgebracht, waar het Karel op 4 april lukte te ontsnappen. De volgende dag waren de Canadese bevrijders ter plaatse. | ||
− | Na bezoeken aan zijn familie was Karel op 23 april 1945 terug in Loerbeek. Van Wims ouders in Beek kreeg Karel de opdracht Wims lichaam in Dokkum te gaan ophalen. Hiervoor moesten speciale volmachten worden geregeld voor het gebruik van een personenauto en het vervoer van het lijk. | + | Na bezoeken aan zijn familie was Karel op 23 april 1945 terug in Loerbeek. Van Wims ouders in Beek kreeg Karel de opdracht Wims lichaam in Dokkum te gaan ophalen. Hiervoor moesten speciale volmachten worden geregeld voor het gebruik van een personenauto en het vervoer van het lijk. Met de taxi van [[Lambooij, Wilhelmus Gerhardus Reinirus|Wim Lambooij]] en verder in gezelschap van Harry Berndsen uit Loerbeek, is Karel op 23 mei naar Dokkum vertrokken. Na overnachting bij zijn ouders in Heerenveen, waren zij de volgende dag terug in Loerbeek. De kist hadden ze op het dak van de taxi vervoerd. Op 26 mei werd Wim Moorman plechtig herbegraven in Beek. |
Kort na de oorlog is Karel naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd. Aanvankelijk zat hij daar in de wolhandel, maar later heeft hij in Christchurch een eigen textielfabriek opgericht. In [[2005]] heeft hij zijn autobiografie gepubliceerd, in het Engels, waarin hij ruim aandacht besteedt aan de oorlog. Bij het beschrijven van zijn belevenissen in die jaren neemt hij om wille van het verhaal de nodige vrijheid. Er staan dus dingen in die niet, of in ieder geval niet zo gebeurd zijn. | Kort na de oorlog is Karel naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd. Aanvankelijk zat hij daar in de wolhandel, maar later heeft hij in Christchurch een eigen textielfabriek opgericht. In [[2005]] heeft hij zijn autobiografie gepubliceerd, in het Engels, waarin hij ruim aandacht besteedt aan de oorlog. Bij het beschrijven van zijn belevenissen in die jaren neemt hij om wille van het verhaal de nodige vrijheid. Er staan dus dingen in die niet, of in ieder geval niet zo gebeurd zijn. | ||
− | == | + | Bij een van zijn latere bezoeken aan Nederland heeft Karel foto's gemaakt van het graf van [[Skinner, Phillip Holmes|Phillip Skinner]], een van de bemanningsleden van de [[Short Stirling EF330|Britse bommenwerper]] die op 12 maart [[1943]] in Loerbeek is neergestort. Skinner kwam uit Nieuw-Zeeland en het bleek dat zijn jongere broer Galen, net als Karel, in Christchurch woonde. Het was dus niet moeilijk de foto's aan de familie over te dragen. |
− | * Karel Adriaens: ''Fate from the sky'', Compaid Graphics, Preston, Engeland (2005). | + | |
+ | Karel is drager van het [[Onderscheidingen#Verzetsherdenkingskruis|Verzetsherdenkingskruis]] en sinds [[1991]] Ridder in de [[Onderscheidingen#Orde van Oranje-Nassau|Orde van Oranje-Nassau]]. | ||
+ | |||
+ | Hij overleed in Christchurch op 11 augustus [[2013]], 88 jaar oud. | ||
+ | |||
+ | == Bronnen == | ||
+ | * Karel Adriaens: ''Fate from the sky'', Compaid Graphics, Preston, Engeland (2005) | ||
+ | *[http://press.co.nz The Press] van 13 augustus 2013 | ||
− | + | [[Categorie:Verzet in WO II Beek]] [[Categorie:Onderduikers]] [[Categorie:Andere Nederlandse onderduikers]] [[Categorie:Burgergevangenen in WO II]] [[Categorie:Orde van Oranje-Nassau]] [[Categorie:Verzetsherdenkingskruis]] [[Categorie:Friezen in Bergh]] [[Categorie:Emigranten Nieuw-Zeeland]] |
Huidige versie van 27 feb 2023 om 15:36
Karel Adriaens werd geboren op 1 juli 1925 in Schoterland, een Friese gemeente die al in 1934 grotendeels is opgegaan in Heerenveen. In 1938 ging hij naar een katholiek internaat in het Brabantse Oudenbosch, waar hij goed bevriend raakte met Wim van Clé Berntsen uit Azewijn. Samen bezochten zij dit internaat tot juli 1942.
Toen Karel zich in januari 1944 moest melden voor de Arbeidsdienst, besloot hij onder te duiken. Per fiets en trein begaf hij zich naar het huis van zijn studievriend Wim Berntsen in Azewijn. Daar leefde hij openlijk in de dorpsgemeenschap tot er in maart 1944 geruchten de ronde gingen doen dat een NSB-er alle onderduikers zou gaan verraden. Daarop werd Karel naar Beek gestuurd, waar hij als onderduiker in de letterlijke zin des woords werd ondergebracht bij grootmoeder Berntsen, die met een ongetrouwde zoon en dochter aan de Sint Jansgildestraat woonde. Karel mocht toen alleen nog maar buiten komen als het donker was.
In die tijd maakte Karel kennis met Clemens Berntsen in Loerbeek en diens vriend Wim Moorman. Aanvankelijk wist Karel niet dat Clemens en Wim in het verzet zaten, maar vanaf eind september, begin oktober, toen de Britse boordschutter George Kelly in Loerbeek arriveerde, ging hij helpen met het rondbrengen van illegaal geld en bonkaarten aan onderduikers en met aanverwante illegale activiteiten.
Toen Wim Moorman begin januari 1945 de ondergedoken politieagent Jan Ellen naar zijn ouders in Friesland moest brengen, lag het voor de hand dat Karel mee zou gaan. Hij was immers een Fries. Nadat Ellen was afgeleverd, werden Wim en Karel op 12 januari door de Duitsers opgepakt. Zij werden naar de gevangenis in Leeuwarden gebracht, waar ze gescheiden van elkaar werden opgesloten. Van een behulpzame cipier hoorde Karel dat Wim op 22 januari was gefusilleerd in Dokkum. Via diezelfde cipier is het gelukt het bericht van de dood van Wim naar Loerbeek over te brengen.
Eind februari werden Karel en andere gevangenen per trein naar Duitsland gebracht, maar omdat de rails gebombardeerd waren, kwamen ze niet verder dan Groningen. Daarop werden de gevangen naar een school in Erica in Drenthe overgebracht, waar het Karel op 4 april lukte te ontsnappen. De volgende dag waren de Canadese bevrijders ter plaatse.
Na bezoeken aan zijn familie was Karel op 23 april 1945 terug in Loerbeek. Van Wims ouders in Beek kreeg Karel de opdracht Wims lichaam in Dokkum te gaan ophalen. Hiervoor moesten speciale volmachten worden geregeld voor het gebruik van een personenauto en het vervoer van het lijk. Met de taxi van Wim Lambooij en verder in gezelschap van Harry Berndsen uit Loerbeek, is Karel op 23 mei naar Dokkum vertrokken. Na overnachting bij zijn ouders in Heerenveen, waren zij de volgende dag terug in Loerbeek. De kist hadden ze op het dak van de taxi vervoerd. Op 26 mei werd Wim Moorman plechtig herbegraven in Beek.
Kort na de oorlog is Karel naar Nieuw-Zeeland geëmigreerd. Aanvankelijk zat hij daar in de wolhandel, maar later heeft hij in Christchurch een eigen textielfabriek opgericht. In 2005 heeft hij zijn autobiografie gepubliceerd, in het Engels, waarin hij ruim aandacht besteedt aan de oorlog. Bij het beschrijven van zijn belevenissen in die jaren neemt hij om wille van het verhaal de nodige vrijheid. Er staan dus dingen in die niet, of in ieder geval niet zo gebeurd zijn.
Bij een van zijn latere bezoeken aan Nederland heeft Karel foto's gemaakt van het graf van Phillip Skinner, een van de bemanningsleden van de Britse bommenwerper die op 12 maart 1943 in Loerbeek is neergestort. Skinner kwam uit Nieuw-Zeeland en het bleek dat zijn jongere broer Galen, net als Karel, in Christchurch woonde. Het was dus niet moeilijk de foto's aan de familie over te dragen.
Karel is drager van het Verzetsherdenkingskruis en sinds 1991 Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Hij overleed in Christchurch op 11 augustus 2013, 88 jaar oud.
Bronnen
- Karel Adriaens: Fate from the sky, Compaid Graphics, Preston, Engeland (2005)
- The Press van 13 augustus 2013