Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Bombardement Doetinchem: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | Eén van de '''bombardementen op Doetinchem''' tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] werd [[Lucassen, Maria Antonia|Marie Lucassen]] uit [[Kilder]] noodlottig. Er waren op dat moment echter veel meer inwoners uit [[gemeente Bergh|Bergh]] in [[Doetinchem]] aanwezig. | |
− | Eén van de '''bombardementen op Doetinchem''' tijdens de [[Tweede Wereldoorlog]] werd [[Lucassen, Maria Antonia|Marie Lucassen]] uit [[Kilder]] noodlottig. Er waren op dat moment veel meer inwoners uit [[gemeente Bergh|Bergh]] in [[Doetinchem]] aanwezig. | ||
Vaak heeft men zich afgevraagd of het bombardement een vergissing was. | Vaak heeft men zich afgevraagd of het bombardement een vergissing was. | ||
Regel 6: | Regel 5: | ||
Volgens Jan Houtsma was er vanaf eind [[1944]] in Doetinchem een Duits verbindingscentrum gevestigd dat informatie over artilleriebeschietingen coördineerde en daarbij een gebied bestreek dat ongeveer reikte vanaf het vliegveld Deelen tot in [[Duitsland]] aan de [[Rijn]] bij [[Rees]]. Berichten over arttilleriebechietingen werden via veldtelefoons aan het centrum in Doetinchem doorgegeven, maar ook via de PTT. Hierdoor had het verzet dit beangrijke verbindingscentrum ook kunnen ontdekken; zij luisterden geregeld de telefoongesprekken van de PTT af. | Volgens Jan Houtsma was er vanaf eind [[1944]] in Doetinchem een Duits verbindingscentrum gevestigd dat informatie over artilleriebeschietingen coördineerde en daarbij een gebied bestreek dat ongeveer reikte vanaf het vliegveld Deelen tot in [[Duitsland]] aan de [[Rijn]] bij [[Rees]]. Berichten over arttilleriebechietingen werden via veldtelefoons aan het centrum in Doetinchem doorgegeven, maar ook via de PTT. Hierdoor had het verzet dit beangrijke verbindingscentrum ook kunnen ontdekken; zij luisterden geregeld de telefoongesprekken van de PTT af. | ||
− | Dit verbindingscentrum moest vernietigd worden en wel vlak voor het [[Bergh in de frontlinie|geallieerde offensief]] in de nacht van 23 op 24 maart [[1945]] zou beginnen. Hierdoor zou de effectiviteit van de Duitse | + | Dit verbindingscentrum moest vernietigd worden en wel vlak voor het [[Bergh in de frontlinie|geallieerde offensief]] in de nacht van 23 op 24 maart [[1945]] zou beginnen. Hierdoor zou de effectiviteit van de Duitse artilleriebeschietingen verminderd worden en de Duitsers tevens de kant ontnomen worden het verbindingscentrum voor het begin van het geallieerde offensief te herstellen of te verplaatsen. |
− | Jan | + | Jan Houtsma en de zijnen hadden verschillende plannen gemaakt om het verbindingscentrum uit te schakelen. De laatste mogelijkheid om het centrum te vernietigen leek een gericht bombardement. De heer Houtsma vraagt zich af, waarom de bommen bij het eerste bombardement van 19 maart verkeerd terechtgekomen zijn, namelijk aan de andere kant van de Waterstraat. Jan Houtsma meent dat het bombardement "aan vele burgers het leven heeft gekost, doch hoeveel duizenden burgers en geallieerde militairen in het gebied van de geallieerde opmars zijn hierdoor gespaard gebleven?" |
− | Onderzoek gedaan door H.H.T.M. Tomesen - de bouwer van de '' | + | Onderzoek gedaan door H.H.T.M. Tomesen - de bouwer van de ''maquette van een verdwenen stad'' - heeft uitgewezen dat het bombardement van 21 maart 1945, het tweede bombardement dus, op een vergissing berustte en dat het eerste bombardement van 19 maart slechts de Nemaho-fabriek als doel had. Over het laatste bombardement van 23 maart heeft hij geen gegevens kunnen vinden. |
− | {{ | + | ==Bron== |
+ | Inge Volker: ''Doetinchem in oorlogstijd'' | ||
+ | |||
+ | {{Onderwerp|Tweede Wereldoorlog|Oorlogsslachtoffers|Ziekenhuizen Doetinchem}} |
Versie van 9 jan 2008 om 18:45
Eén van de bombardementen op Doetinchem tijdens de Tweede Wereldoorlog werd Marie Lucassen uit Kilder noodlottig. Er waren op dat moment echter veel meer inwoners uit Bergh in Doetinchem aanwezig.
Vaak heeft men zich afgevraagd of het bombardement een vergissing was.
Volgens Jan Houtsma was er vanaf eind 1944 in Doetinchem een Duits verbindingscentrum gevestigd dat informatie over artilleriebeschietingen coördineerde en daarbij een gebied bestreek dat ongeveer reikte vanaf het vliegveld Deelen tot in Duitsland aan de Rijn bij Rees. Berichten over arttilleriebechietingen werden via veldtelefoons aan het centrum in Doetinchem doorgegeven, maar ook via de PTT. Hierdoor had het verzet dit beangrijke verbindingscentrum ook kunnen ontdekken; zij luisterden geregeld de telefoongesprekken van de PTT af.
Dit verbindingscentrum moest vernietigd worden en wel vlak voor het geallieerde offensief in de nacht van 23 op 24 maart 1945 zou beginnen. Hierdoor zou de effectiviteit van de Duitse artilleriebeschietingen verminderd worden en de Duitsers tevens de kant ontnomen worden het verbindingscentrum voor het begin van het geallieerde offensief te herstellen of te verplaatsen.
Jan Houtsma en de zijnen hadden verschillende plannen gemaakt om het verbindingscentrum uit te schakelen. De laatste mogelijkheid om het centrum te vernietigen leek een gericht bombardement. De heer Houtsma vraagt zich af, waarom de bommen bij het eerste bombardement van 19 maart verkeerd terechtgekomen zijn, namelijk aan de andere kant van de Waterstraat. Jan Houtsma meent dat het bombardement "aan vele burgers het leven heeft gekost, doch hoeveel duizenden burgers en geallieerde militairen in het gebied van de geallieerde opmars zijn hierdoor gespaard gebleven?"
Onderzoek gedaan door H.H.T.M. Tomesen - de bouwer van de maquette van een verdwenen stad - heeft uitgewezen dat het bombardement van 21 maart 1945, het tweede bombardement dus, op een vergissing berustte en dat het eerste bombardement van 19 maart slechts de Nemaho-fabriek als doel had. Over het laatste bombardement van 23 maart heeft hij geen gegevens kunnen vinden.
Bron
Inge Volker: Doetinchem in oorlogstijd