Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Boeseken, Meinoldus: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
 
k (Boeseken hernoemd naar Boeseken, Meinoldus)
(geen verschil)

Versie van 5 mei 2007 om 09:02

Meinoldus Boeseken was van 1677 tot 1724 dominee van Zeddam. Hij volgde Isaacus Caatman op. Na hem werd Johannes Eerligh dominee te Zeddam.

Meinoldus is omstreeks 1655 geboren in Zevenaar, als zoon van Henricus Boeseken en Agnes Boesen. Zijn broer Casper Boeseken heeft daar dan een leerlooierij en schoenmakerij. Waarschijnlijk is hij de kleinzoon van de Zeddamse koster Meinoldus Suevius. Op 6 januari treedt hij in het huwelijk met Clara van Sprangh, dochter van Adrianus van Sprangh, predikant te Pannerden, en in de volgende jaren noteert dominee successievelijk zijn tien kinderen in het doopboek van Zeddam.

Als Clara sterft, hertrouwt Meinoldus op 13-12-1715 met Swaantje van Salingen, lidmaat van de Zeddamse gemeente; uit dit huwelijk worden nog twee kinderen geboren. Zijn zoon Adriaan Boeseken (gedoopt 23-8-1691) wordt predikant in Vorden. Als hij op 7-11-1714 zijn proefpreek en examen en "de eed van suiveringe" voor de classis aflegt, noteert de scriba in de Acta: "De vergaderinge hadde wel gewenst dat wat meerder genoegen hadde gegeven" wat zijn kennis betreft, maar ook "ten opsigt van sijn gelaat en gedragh, terwijl daar in sigh niet vertoonde die sedigheit en nedrigheit die een Leeraar betaamde".

In 1677 legt dominee Meinoldus Boeseken het oudste trouwboek aan dat bewaard is gebleven. Hij is een graag gezien en bemind man: hij komt uit de buurt en kent de mentaliteit van zijn dorpsgenoten. Ook in kerkelijke bestuurskringen staat hij hoog aangeschreven. In 1694 werkt hij als veldprediker. Zelf zegt hij daarover: "29 Mei 1694, ik ds M.Boeseken, op ordre van de Classis Zutphen, naar 't leger der Verenigde Nederlanden gereisd en hebbe de gehele veldtocht bij 't regiment van de heer Generaal-Majoor Wijnbergen de predikdienst bedient, na welke veldtocht ik in goede gezondheid en met loffelijke getuigenissen betreffende mijn leer en leven (Gode zij dank) tot mijn gemeente weergekeerd en voor 't eerst gepreekt 7 october 1694".

Tijdens zijn afwezigheid vervult de inspector van de classis Dominee Evert Mattheus enkele predikbeurten in Zeddam, waarvoor hij bij de kerkmeesters ƒ15,00 declareert. Boeseken is een van de weinige Zeddamse predikanten die een bijzonder spoor nalaten: op 13-4-1686 geeft de Classikale vergadering hem permissie om zijn tractaat "De welgelucksaligheden van tvolck des Heeren" te laten drukken. Het is een geschrift dat in 1688 wordt gedrukt te Amsterdam bij Johannes Wolters, boekverkoper aan 't Water. in het boekje, 366 bladzijden op een formaat van 100 x 150 mm, staat een loflied op Zeddam in latijnse versregels, gedicht door de zoon van zijn voorganger Winand van Lindt die koster-schoolmeester is te 's-Heerenberg. Het boekje is in te zien in de Atheneum Bibliotheek te Deventer. Een foto van het titelblad is afgedrukt in 'Hervormde Kerken Zeddam'.

In 1711 verschijnt bij Henricus Teering in Leiden opnieuw een wetenschappelijke studie: "Disquissitionum Philogarum biga, et ad Gen III:15 et ad Act III:24 (254 blz), waarvoor hij in de classicale vergadering van 29-4-1710 "approbatie" krijgt "en is over sijn neerstigheit en goede Meijninge van de Eerw: vergaderinge gelaudeert".- Op 26-4-1718 legt hij een derde werk aan de Classis voor: "Dissertatio philologica ad vers 24, 25, 26 Cap: 3 ad Rom:"; tot een uitgave schijnt dit niet te komen, want dominee wordt steeds meer met "lijfsswackheijd" bezocht. Gememoreerd moet ook nog worden dat het Meinoldus Boeseken is die op 24-4-1688 in de Classis te Zutphen voorstelt om gelden in te zamelen voor "een nieuwe predikplaats tot Weel". Het duurt vele jaren, voordat dit plan waarmee alle broeders instemmen, gerealiseerd wordt. In 1721 krijgt Wehl zijn eigen gereformeerde gemeente en een jaar later zijn eerste predikant.

Uit: Hervormde kerken Zeddam. Historische notities bij het 400-jarig bestaan op 16 juli 1998. (auteur John Thoben).