Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Berntsen, Wilhelmus Henricus: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (link Höpink)
(vernieuwde pagina gedeeltelijk ingevoerd)
Regel 1: Regel 1:
[[Afbeelding:Wim_Berntsen_bidprentje.jpg|thumb|right|250px|'''Wim Berntsen (1920-1940)''']]
+
{{wiu2}}
'''Wim Berntsen''' werd geboren te [[Loerbeek]] op 2 augustus [[1920]] als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada [[Benzel|ten Bensel]]. Een jongere broer van hem is [[Berntsen, Clemens Stephanus|Clemens Berntsen]]. Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als [[Te Bensel|molenaar]], maar het lot heeft anders beslist.
+
== Zijn jeugd ==
 +
'''Wim Berntsen''' werd geboren te [[Loerbeek]] op 2 augustus [[1920]] als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada [[Benzel|ten Bensel]].  
  
Wim is in september [[1939]] opgekomen voor militaire dienst bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI) in de Kolonel Palmkazerne in Bussum. In vredestijd lag 8 RI vanouds in de Menno van Coehoornkazerne in Arnhem, maar vanwege de oorlogsdreiging vond de opleiding van de rekruten in het westen van het land plaats.
+
Als oudste hielp Wim al vroeg mee op de [[Te Bensel|molen van zijn vader]], maar hij hielp zijn moeder ook. Hij paste wanneer nodig op zijn jongere broers en zussen, en stak zijn handen uit de mouwen bij het huishoudelijk werk. Hij was ernstig en probeerde alles goed aan te pakken. Daarbij had hij een soort droge humor over zich.
  
In Bussum kreeg Wim een opleiding in de bediening van het pantserafweergeschut (PAG). Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig, en daarnaast hoorde er nog wat ander personeel bij, zoals de commandant (een sergeant) en een motorordonnans. Ook was er een zogenaamde trekker (een soort autobus zonder dak) met chauffeur om het kanon te trekken en de soldaten en de munitie naar de stelling te rijden.
+
[[Afbeelding: WH Berntsen in Oudenbosch.jpg|thumb|right|400px|'''Wim met klasgenoten en een broeder van het internaat''']]
 +
Na de lagere school is Wim drie jaar naar het Instituut Saint-Louis in Oudenbosch geweest. Aan dit internaat van de Broeders van Oudenbosch heeft hij de Handelsschool gevolgd, die hij in [[1934]] met een examen heeft afgesloten. In de tijd op het internaat heeft Wim bij allerlei wedstrijden verscheidene mooie boeken gewonnen. Wims neef en naamgenoot [[Berntsen, Wilhelmus Clemens|Wim Berntsen]] uit [[Azewijn]] is van [[1938]] tot [[1942]] ook naar het internaat in Oudenbosch geweest.
  
Na de opleiding werd Wim niet bij een van de PAG-compagnieën van 8 RI geplaatst, maar bij '''1-IV Bat. Pag.''' Aldus behoorde Wim niet meer tot 8 RI. De commandant van 1-IV Bat. Pag. was [[Höpink, Andreas Gerrit|kapitein Höpink]], met wie Wims broer Clemens later in de oorlog zou samenwerken.
+
Na zijn terugkeer uit Oudenbosch heeft Wim een schriftelijke cursus voor molenaarsgezel gevolgd bij het Station voor Maalderij en Bakkerij in Wageningen. Daarna heeft hij in 1938 in [[Doetinchem]] een cursus Pluimveekennis gevolgd, en bovendien als 18-jarige zijn rijbewijs gehaald. Al deze opleidingen kwamen hem goed van pas bij zijn werk op het bedrijf van zijn vader, maar zijn interesses reikten verder, en zo vond hij ook nog tijd voor een cursus Esperanto.
  
1-IV Bat. Pag. was een reserve-eenheid die direct onder de commandant van de IVe Divisie van het Veldleger viel. Elke veldlegerdivisie beschikte over zo'n extra compagnie pantserafweergeschut. De IVe Divisie moest in mei 1940 het gebied rond de Grebbeberg verdedigen, en de reservetroepen zouden al naar gelang het verloop van de strijd worden ingezet waar dat nodig was.
+
Ondanks zijn drukke werk heeft Wim toch steeds voldoende tijd gehad voor ontspanning. Thuis of met vrienden speelde hij gezelschapsspellen, en hij hield van voetballen, schaatsen en biljarten (ook later als soldaat), en in Oudenbosch was hij met plezier lid geweest van het jongenskoor. Hij fietste ook graag, en zo is hij in [[1937]] met zijn broer Harrie en een dorpsgenoot naar Bloemendaal bij Haarlem gefietst, waar van 31 juli tot 9 augustus de vijfde Wereldjamboree van de padvinderij plaatsvond.
  
Zo kwam Wim in het voorjaar van [[1940]] in Amerongen te liggen, een eindje achter de Grebbelinie. De Grebbelinie was de verdedigingslinie die liep van het IJsselmeer naar de Grebbeberg. In Amerongen heeft Wim de oorlog afgewacht. Op Hemelvaartsdag, 2 mei [[1940]], is hij voor het laatst thuis geweest. Toen op 10 mei de oorlog uitbrak, werd zijn compagnie direct verplaatst naar een meubelfabriek in Remmerden, een plaatsje tussen Elst en Rhenen vlak achter de Grebbeberg. In afwachting van verdere orders hebben de jongens daar niet veel meer gedaan dan op wacht staan en wat patrouille lopen. Ze konden de strijd bij de Grebbeberg wel horen, en ook hebben ze een aantal Duitse vliegtuigen zien neerstorten, maar in Remmerden bleef het nog rustig.
+
Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als [[Molenaars|molenaar]], maar het lot heeft anders beslist.
  
Op zondagmorgen 12 mei, eerste pinksterdag, liep Wim met een patrouille ergens buiten zijn bivak, toen een boodschapper kwam zeggen dat ze onmiddellijk terug moesten. De compagnie had orders gekregen zich te melden bij de commandant van het 8e Regiment Infanterie, die zijn commandopost vlak bij de Grebbeberg had. Het peloton van Wim kreeg opdracht met zijn drie kanonnen stellingen te betrekken op de Grebbeberg.
+
== Zijn militaire dienst ==
 +
=== De opleiding in Bussum ===
 +
Wim is op 23 oktober [[1939]] opgekomen voor militaire dienst bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI) in de Kolonel Palmkazerne in Bussum. Dit was een nieuwe kazerne, die juist in dat jaar was gereedgekomen. In vredestijd lag 8 RI vanouds in de Menno van Coehoornkazerne in Arnhem, maar vanwege de oorlogsdreiging vond de opleiding van de rekruten in het westen van het land plaats.
  
Wie tegenwoordig van de kant van Wageningen de Grebbeberg oprijdt, kan de plek waar het stuk van Wim heeft gestaan nog makkelijk terugvinden. Op de top van de berg aangekomen, ziet men aan de rechterhand eerst het Militair Ereveld. Daarna volgt een open stuk bouwland, waarna het bos begint waarin Ouwehands Dierenpark ligt. Juist op de grens tussen het bouwland en het bos liep in mei 1940 een verdedigingslinie van loopgraven, de zogenaamde stoplijn. Wims stuk stond op 12 mei aan de noordkant van de weg, daar waar de stoplijn de weg sneed.
+
Wim is waarschijnlijk niet met plezier in dienst gegaan, maar hij heeft zich er ook niet tegen verzet. Hij beschouwde het als iets dat er bij hoorde; je deed het gewoon. Gelukkig trof hij een paar goede kameraden, en ook met een aantal Bussumse families heeft hij kennis kunnen maken. Met hen heeft hij na zijn overplaatsing naar het veldleger nog gecorrespondeerd.
  
Op 12 mei stonden de Duitsers al onderaan de berg, en die nacht is een voorhoede van de SS via de weg over de Grebbeberg doorgebroken tot in Rhenen. Dit heeft tot grote paniek en wanorde onder de Nederlandse troepen geleid. Hoewel de Nederlanders zich enigszins hebben kunnen hergroeperen, waardoor de voorhoede van de SS afgesneden raakte van de hoofdmacht, was de weerstand op de Grebbeberg toen eigenlijk al gebroken.
+
[[Afbeelding: WH Berntsen met PAG.jpg|thumb|right|400px|'''Wim (tweede van rechts) als lader bij een PAG-kanon''']]
 +
In de Kolonel Palmkazerne kreeg Wim een opleiding in de bediening van het pantserafweergeschut (PAG). Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen, verdeeld over twee pelotons. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig: de schutter, de richter, de lader en twee munitiehalers. Daarnaast waren er nog de stukscommandant (een sergeant), de motorordonnans en de chauffeur van de zogenaamde PAG-trekker (een soort autobus zonder dak). Bij verplaatsingen trok de trekker het kanon en vervoerde de soldaten en de munitie. De stukscommandant zat dan als duopassagier bij de motorordonnans achterop.
  
Er zijn aanwijzingen dat het kanon van Wim op 12 mei is uitgeschakeld, of in ieder geval onklaar is geraakt. De PAG-soldaten konden dus niet meer doen waar ze voor opgeleid waren. Toen die nacht de SS doorbrak, zijn de jongens van het PAG elkaar in de ontstane paniek waarschijnlijk kwijtgeraakt. Er was voor hen op zich ook geen reden meer om bij elkaar te blijven.
+
Op nevenstaande winterse foto, die waarschijnlijk tijdens een schietoefening is gemaakt, is Wim de tweede man van rechts. De wielen zijn van het kanon afgehaald, zoals dat gebruikelijk was als het in stelling stond. Op de voorgrond, met zijn hand aan het sluitstuk, zit de schutter. Aan de andere kant van het kanon zit de richter (die als korporaal tevens plaatsvervangend stukscommandant was). In deze opstelling neemt Wim de plaats van de lader in, dus was dit waarschijnlijk zijn functie. In dat geval was hij, ondanks zijn rijbewijs, niet de chauffeur van de PAG-trekker. De twee mannen achteraan zijn normaliter de twee munitiehalers (of -dragers), maar hier zijn het waarschijnlijk een schietinstructeur (achteraan) en de stukscommandant. Laatstgenoemde draagt een chroomleren jas, omdat hij zich met de ordonnans per motor verplaatste. Onderaan op zijn mouw heeft hij de enkelvoudige gouden "bananenschil" die het rangonderscheidingsteken van een sergeant was.
  
Op 13 mei, tweede pinksterdag, ging de Duitse aanval door. Bij een artilleriebeschieting sneuvelde die dag luitenant Van der Kuijp, Wims pelotonscommandant. Hij en Wim zijn de enige twee doden van 1-IV Bat. Pag. Wim was op het moment dat Van der Kuijp sneuvelde nog in leven. Hoe hij zelf precies omgekomen is, kan niet meer met zekerheid achterhaald worden, maar er zijn aanwijzingen dat hij door de Duitsers is neergeschoten toen hij zich overgaf. Volgens deze reconstructie bevond Wim zich met vijf soldaten van andere onderdelen, allemaal uitgeput van de spanning en de slapeloze nachten, in een schuilplaats die deel uitmaakte van de stoplijn. Toen de Duitsers op de deur bonkten en 'heraus, heraus' riepen, kwamen ze een voor een naar buiten. Maar omdat ze niet geleerd hadden, hoe je je moet overgeven, hadden ze hun geweer nog in de hand. De eerste twee werden door de Duitsers meteen neergeschoten. Daarop hief de volgende die naar buiten kwam in een reflex, of in woede, zijn geweer op, waarop de Duitsers hem en de overige drie ook doodschoten. Het is niet zeker of het zo gegaan is, maar verschillende overlevenden hebben over zulke incidenten verteld.
+
=== Soldaat bij 1-IV Bat. Pag. ===
 +
Na de opleiding werd Wim niet bij een van de PAG-compagnieën van 8 RI geplaatst, maar bij '''1-IV Bat. Pag.''' (de 1e compagnie van het IVe Bataljon Pantserafweergeschut). Aldus behoorde Wim niet meer tot 8 RI. De commandant van 1-IV Bat. Pag. was [[Höpink, Andreas Gerrit|kapitein Höpink]]. Het toeval wil dat Wims [[Berntsen, Clemens Stephanus|broer Clemens]] later in de oorlog in [[Verzet in WO II|het verzet]] met kapitein Höpink zou samenwerken.
  
Wel is bekend dat het lichaam van Wim, samen met die van de andere vijf, op donderdag 16 mei is gevonden. Ze lagen niet meer waar ze gevallen waren, maar wat verderop, afgedekt met dekens bij een ondergrondse hulpverbandplaats (een medische post) ten oosten van de ingang van de dierentuin. Vandaar zijn de lichamen een voor een naar hun graf op het Militair Ereveld Grebbeberg (dat toen aan het ontstaan was) gedragen. Aldus heeft Wim al een dag nadat met de berging van de doden werd begonnen, zijn laatste rustplaats gevonden. Andere gesneuvelden, waaronder luitenant Van der Kuijp, zijn eerst begraven op de plek waar ze gevonden werden, en na 27 mei op het Ereveld herbegraven. Weer andere doden zijn pas na dagen of weken, soms zelfs pas na maanden of nog langer gevonden. Een voorbeeld hiervan is korporaal [[Til, Bernard Hendrik van|Van Til]].
+
1-IV Bat. Pag. was een reserve-eenheid die direct onder de commandant van de IVe Divisie van het Veldleger viel. Elke veldlegerdivisie beschikte over zo'n extra compagnie pantserafweergeschut. De IVe Divisie moest in mei 1940 het gebied rond de Grebbeberg verdedigen, en de reservetroepen zouden al naar gelang het verloop van de strijd worden ingezet waar dat nodig was.
 
 
De doden werden op het Ereveld begraven in de volgorde waarin ze aangevoerd werden. Uit de grafnummers is aldus af te leiden dat Wim als laatste van de zes bij de hulpverbandplaats is weggedragen. Hij kwam te liggen in de eerste rij, graf 55. Dat is vandaag de dag nog steeds zijn graf, met nog steeds hetzelfde nummer.
 
 
 
Wims naam staat op de oorlogsmonumenten in [[Oorlogsmonument 's-Heerenberg|'s-Heerenberg]] en [[Oorlogsmonument Beek|Beek]].
 
 
 
Een foto van het graf van Wim is te vinden op de websites van onderstaande bronnen.
 
 
 
===Bronnen===
 
*[http://www.grebbeberg.nl Stichting De Greb]
 
*[http://www.ogs.nl/pages/text.asp?Subject_ID=87 De Oorlogsgravenstichting]
 
  
{{Onderwerp|Personen|Tweede Wereldoorlog|Militairen|Militairen van mei 1940|Oorlogsslachtoffers|Oorlogsmonumenten}}
+
Zo kwam Wim in het voorjaar van [[1940]] in Amerongen te liggen, een eindje achter de Grebbelinie. De Grebbelinie was de verdedigingslinie die liep van het IJsselmeer naar de Grebbeberg. In Amerongen heeft Wim de oorlog afgewacht. Op Hemelvaartsdag, 2 mei [[1940]], is hij voor het laatst thuis geweest. Elf dagen later, op 13 mei, sneuvelde hij.

Versie van 7 mrt 2010 om 15:01

Wiu2.gif Werk in uitvoering.
Aan dit artikel wordt de komende dagen nog (druk) gewerkt.

Zijn jeugd

Wim Berntsen werd geboren te Loerbeek op 2 augustus 1920 als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada ten Bensel.

Als oudste hielp Wim al vroeg mee op de molen van zijn vader, maar hij hielp zijn moeder ook. Hij paste wanneer nodig op zijn jongere broers en zussen, en stak zijn handen uit de mouwen bij het huishoudelijk werk. Hij was ernstig en probeerde alles goed aan te pakken. Daarbij had hij een soort droge humor over zich.

Wim met klasgenoten en een broeder van het internaat

Na de lagere school is Wim drie jaar naar het Instituut Saint-Louis in Oudenbosch geweest. Aan dit internaat van de Broeders van Oudenbosch heeft hij de Handelsschool gevolgd, die hij in 1934 met een examen heeft afgesloten. In de tijd op het internaat heeft Wim bij allerlei wedstrijden verscheidene mooie boeken gewonnen. Wims neef en naamgenoot Wim Berntsen uit Azewijn is van 1938 tot 1942 ook naar het internaat in Oudenbosch geweest.

Na zijn terugkeer uit Oudenbosch heeft Wim een schriftelijke cursus voor molenaarsgezel gevolgd bij het Station voor Maalderij en Bakkerij in Wageningen. Daarna heeft hij in 1938 in Doetinchem een cursus Pluimveekennis gevolgd, en bovendien als 18-jarige zijn rijbewijs gehaald. Al deze opleidingen kwamen hem goed van pas bij zijn werk op het bedrijf van zijn vader, maar zijn interesses reikten verder, en zo vond hij ook nog tijd voor een cursus Esperanto.

Ondanks zijn drukke werk heeft Wim toch steeds voldoende tijd gehad voor ontspanning. Thuis of met vrienden speelde hij gezelschapsspellen, en hij hield van voetballen, schaatsen en biljarten (ook later als soldaat), en in Oudenbosch was hij met plezier lid geweest van het jongenskoor. Hij fietste ook graag, en zo is hij in 1937 met zijn broer Harrie en een dorpsgenoot naar Bloemendaal bij Haarlem gefietst, waar van 31 juli tot 9 augustus de vijfde Wereldjamboree van de padvinderij plaatsvond.

Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als molenaar, maar het lot heeft anders beslist.

Zijn militaire dienst

De opleiding in Bussum

Wim is op 23 oktober 1939 opgekomen voor militaire dienst bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI) in de Kolonel Palmkazerne in Bussum. Dit was een nieuwe kazerne, die juist in dat jaar was gereedgekomen. In vredestijd lag 8 RI vanouds in de Menno van Coehoornkazerne in Arnhem, maar vanwege de oorlogsdreiging vond de opleiding van de rekruten in het westen van het land plaats.

Wim is waarschijnlijk niet met plezier in dienst gegaan, maar hij heeft zich er ook niet tegen verzet. Hij beschouwde het als iets dat er bij hoorde; je deed het gewoon. Gelukkig trof hij een paar goede kameraden, en ook met een aantal Bussumse families heeft hij kennis kunnen maken. Met hen heeft hij na zijn overplaatsing naar het veldleger nog gecorrespondeerd.

Wim (tweede van rechts) als lader bij een PAG-kanon

In de Kolonel Palmkazerne kreeg Wim een opleiding in de bediening van het pantserafweergeschut (PAG). Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen, verdeeld over twee pelotons. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig: de schutter, de richter, de lader en twee munitiehalers. Daarnaast waren er nog de stukscommandant (een sergeant), de motorordonnans en de chauffeur van de zogenaamde PAG-trekker (een soort autobus zonder dak). Bij verplaatsingen trok de trekker het kanon en vervoerde de soldaten en de munitie. De stukscommandant zat dan als duopassagier bij de motorordonnans achterop.

Op nevenstaande winterse foto, die waarschijnlijk tijdens een schietoefening is gemaakt, is Wim de tweede man van rechts. De wielen zijn van het kanon afgehaald, zoals dat gebruikelijk was als het in stelling stond. Op de voorgrond, met zijn hand aan het sluitstuk, zit de schutter. Aan de andere kant van het kanon zit de richter (die als korporaal tevens plaatsvervangend stukscommandant was). In deze opstelling neemt Wim de plaats van de lader in, dus was dit waarschijnlijk zijn functie. In dat geval was hij, ondanks zijn rijbewijs, niet de chauffeur van de PAG-trekker. De twee mannen achteraan zijn normaliter de twee munitiehalers (of -dragers), maar hier zijn het waarschijnlijk een schietinstructeur (achteraan) en de stukscommandant. Laatstgenoemde draagt een chroomleren jas, omdat hij zich met de ordonnans per motor verplaatste. Onderaan op zijn mouw heeft hij de enkelvoudige gouden "bananenschil" die het rangonderscheidingsteken van een sergeant was.

Soldaat bij 1-IV Bat. Pag.

Na de opleiding werd Wim niet bij een van de PAG-compagnieën van 8 RI geplaatst, maar bij 1-IV Bat. Pag. (de 1e compagnie van het IVe Bataljon Pantserafweergeschut). Aldus behoorde Wim niet meer tot 8 RI. De commandant van 1-IV Bat. Pag. was kapitein Höpink. Het toeval wil dat Wims broer Clemens later in de oorlog in het verzet met kapitein Höpink zou samenwerken.

1-IV Bat. Pag. was een reserve-eenheid die direct onder de commandant van de IVe Divisie van het Veldleger viel. Elke veldlegerdivisie beschikte over zo'n extra compagnie pantserafweergeschut. De IVe Divisie moest in mei 1940 het gebied rond de Grebbeberg verdedigen, en de reservetroepen zouden al naar gelang het verloop van de strijd worden ingezet waar dat nodig was.

Zo kwam Wim in het voorjaar van 1940 in Amerongen te liggen, een eindje achter de Grebbelinie. De Grebbelinie was de verdedigingslinie die liep van het IJsselmeer naar de Grebbeberg. In Amerongen heeft Wim de oorlog afgewacht. Op Hemelvaartsdag, 2 mei 1940, is hij voor het laatst thuis geweest. Elf dagen later, op 13 mei, sneuvelde hij.