Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Berntsen, Wilhelmus Henricus: verschil tussen versies
k (link Höpink) |
(vernieuwde pagina gedeeltelijk ingevoerd) |
||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | + | {{wiu2}} | |
− | '''Wim Berntsen''' werd geboren te [[Loerbeek]] op 2 augustus [[1920]] als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada [[Benzel|ten Bensel]] | + | == Zijn jeugd == |
+ | '''Wim Berntsen''' werd geboren te [[Loerbeek]] op 2 augustus [[1920]] als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada [[Benzel|ten Bensel]]. | ||
− | Wim | + | Als oudste hielp Wim al vroeg mee op de [[Te Bensel|molen van zijn vader]], maar hij hielp zijn moeder ook. Hij paste wanneer nodig op zijn jongere broers en zussen, en stak zijn handen uit de mouwen bij het huishoudelijk werk. Hij was ernstig en probeerde alles goed aan te pakken. Daarbij had hij een soort droge humor over zich. |
− | + | [[Afbeelding: WH Berntsen in Oudenbosch.jpg|thumb|right|400px|'''Wim met klasgenoten en een broeder van het internaat''']] | |
+ | Na de lagere school is Wim drie jaar naar het Instituut Saint-Louis in Oudenbosch geweest. Aan dit internaat van de Broeders van Oudenbosch heeft hij de Handelsschool gevolgd, die hij in [[1934]] met een examen heeft afgesloten. In de tijd op het internaat heeft Wim bij allerlei wedstrijden verscheidene mooie boeken gewonnen. Wims neef en naamgenoot [[Berntsen, Wilhelmus Clemens|Wim Berntsen]] uit [[Azewijn]] is van [[1938]] tot [[1942]] ook naar het internaat in Oudenbosch geweest. | ||
− | Na | + | Na zijn terugkeer uit Oudenbosch heeft Wim een schriftelijke cursus voor molenaarsgezel gevolgd bij het Station voor Maalderij en Bakkerij in Wageningen. Daarna heeft hij in 1938 in [[Doetinchem]] een cursus Pluimveekennis gevolgd, en bovendien als 18-jarige zijn rijbewijs gehaald. Al deze opleidingen kwamen hem goed van pas bij zijn werk op het bedrijf van zijn vader, maar zijn interesses reikten verder, en zo vond hij ook nog tijd voor een cursus Esperanto. |
− | + | Ondanks zijn drukke werk heeft Wim toch steeds voldoende tijd gehad voor ontspanning. Thuis of met vrienden speelde hij gezelschapsspellen, en hij hield van voetballen, schaatsen en biljarten (ook later als soldaat), en in Oudenbosch was hij met plezier lid geweest van het jongenskoor. Hij fietste ook graag, en zo is hij in [[1937]] met zijn broer Harrie en een dorpsgenoot naar Bloemendaal bij Haarlem gefietst, waar van 31 juli tot 9 augustus de vijfde Wereldjamboree van de padvinderij plaatsvond. | |
− | + | Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als [[Molenaars|molenaar]], maar het lot heeft anders beslist. | |
− | + | == Zijn militaire dienst == | |
+ | === De opleiding in Bussum === | ||
+ | Wim is op 23 oktober [[1939]] opgekomen voor militaire dienst bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI) in de Kolonel Palmkazerne in Bussum. Dit was een nieuwe kazerne, die juist in dat jaar was gereedgekomen. In vredestijd lag 8 RI vanouds in de Menno van Coehoornkazerne in Arnhem, maar vanwege de oorlogsdreiging vond de opleiding van de rekruten in het westen van het land plaats. | ||
− | + | Wim is waarschijnlijk niet met plezier in dienst gegaan, maar hij heeft zich er ook niet tegen verzet. Hij beschouwde het als iets dat er bij hoorde; je deed het gewoon. Gelukkig trof hij een paar goede kameraden, en ook met een aantal Bussumse families heeft hij kennis kunnen maken. Met hen heeft hij na zijn overplaatsing naar het veldleger nog gecorrespondeerd. | |
− | + | [[Afbeelding: WH Berntsen met PAG.jpg|thumb|right|400px|'''Wim (tweede van rechts) als lader bij een PAG-kanon''']] | |
+ | In de Kolonel Palmkazerne kreeg Wim een opleiding in de bediening van het pantserafweergeschut (PAG). Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen, verdeeld over twee pelotons. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig: de schutter, de richter, de lader en twee munitiehalers. Daarnaast waren er nog de stukscommandant (een sergeant), de motorordonnans en de chauffeur van de zogenaamde PAG-trekker (een soort autobus zonder dak). Bij verplaatsingen trok de trekker het kanon en vervoerde de soldaten en de munitie. De stukscommandant zat dan als duopassagier bij de motorordonnans achterop. | ||
− | + | Op nevenstaande winterse foto, die waarschijnlijk tijdens een schietoefening is gemaakt, is Wim de tweede man van rechts. De wielen zijn van het kanon afgehaald, zoals dat gebruikelijk was als het in stelling stond. Op de voorgrond, met zijn hand aan het sluitstuk, zit de schutter. Aan de andere kant van het kanon zit de richter (die als korporaal tevens plaatsvervangend stukscommandant was). In deze opstelling neemt Wim de plaats van de lader in, dus was dit waarschijnlijk zijn functie. In dat geval was hij, ondanks zijn rijbewijs, niet de chauffeur van de PAG-trekker. De twee mannen achteraan zijn normaliter de twee munitiehalers (of -dragers), maar hier zijn het waarschijnlijk een schietinstructeur (achteraan) en de stukscommandant. Laatstgenoemde draagt een chroomleren jas, omdat hij zich met de ordonnans per motor verplaatste. Onderaan op zijn mouw heeft hij de enkelvoudige gouden "bananenschil" die het rangonderscheidingsteken van een sergeant was. | |
− | + | === Soldaat bij 1-IV Bat. Pag. === | |
+ | Na de opleiding werd Wim niet bij een van de PAG-compagnieën van 8 RI geplaatst, maar bij '''1-IV Bat. Pag.''' (de 1e compagnie van het IVe Bataljon Pantserafweergeschut). Aldus behoorde Wim niet meer tot 8 RI. De commandant van 1-IV Bat. Pag. was [[Höpink, Andreas Gerrit|kapitein Höpink]]. Het toeval wil dat Wims [[Berntsen, Clemens Stephanus|broer Clemens]] later in de oorlog in [[Verzet in WO II|het verzet]] met kapitein Höpink zou samenwerken. | ||
− | + | 1-IV Bat. Pag. was een reserve-eenheid die direct onder de commandant van de IVe Divisie van het Veldleger viel. Elke veldlegerdivisie beschikte over zo'n extra compagnie pantserafweergeschut. De IVe Divisie moest in mei 1940 het gebied rond de Grebbeberg verdedigen, en de reservetroepen zouden al naar gelang het verloop van de strijd worden ingezet waar dat nodig was. | |
− | |||
− | De | ||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | |||
− | + | Zo kwam Wim in het voorjaar van [[1940]] in Amerongen te liggen, een eindje achter de Grebbelinie. De Grebbelinie was de verdedigingslinie die liep van het IJsselmeer naar de Grebbeberg. In Amerongen heeft Wim de oorlog afgewacht. Op Hemelvaartsdag, 2 mei [[1940]], is hij voor het laatst thuis geweest. Elf dagen later, op 13 mei, sneuvelde hij. |
Versie van 7 mrt 2010 om 15:01
Inhoud
Zijn jeugd
Wim Berntsen werd geboren te Loerbeek op 2 augustus 1920 als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada ten Bensel.
Als oudste hielp Wim al vroeg mee op de molen van zijn vader, maar hij hielp zijn moeder ook. Hij paste wanneer nodig op zijn jongere broers en zussen, en stak zijn handen uit de mouwen bij het huishoudelijk werk. Hij was ernstig en probeerde alles goed aan te pakken. Daarbij had hij een soort droge humor over zich.
Na de lagere school is Wim drie jaar naar het Instituut Saint-Louis in Oudenbosch geweest. Aan dit internaat van de Broeders van Oudenbosch heeft hij de Handelsschool gevolgd, die hij in 1934 met een examen heeft afgesloten. In de tijd op het internaat heeft Wim bij allerlei wedstrijden verscheidene mooie boeken gewonnen. Wims neef en naamgenoot Wim Berntsen uit Azewijn is van 1938 tot 1942 ook naar het internaat in Oudenbosch geweest.
Na zijn terugkeer uit Oudenbosch heeft Wim een schriftelijke cursus voor molenaarsgezel gevolgd bij het Station voor Maalderij en Bakkerij in Wageningen. Daarna heeft hij in 1938 in Doetinchem een cursus Pluimveekennis gevolgd, en bovendien als 18-jarige zijn rijbewijs gehaald. Al deze opleidingen kwamen hem goed van pas bij zijn werk op het bedrijf van zijn vader, maar zijn interesses reikten verder, en zo vond hij ook nog tijd voor een cursus Esperanto.
Ondanks zijn drukke werk heeft Wim toch steeds voldoende tijd gehad voor ontspanning. Thuis of met vrienden speelde hij gezelschapsspellen, en hij hield van voetballen, schaatsen en biljarten (ook later als soldaat), en in Oudenbosch was hij met plezier lid geweest van het jongenskoor. Hij fietste ook graag, en zo is hij in 1937 met zijn broer Harrie en een dorpsgenoot naar Bloemendaal bij Haarlem gefietst, waar van 31 juli tot 9 augustus de vijfde Wereldjamboree van de padvinderij plaatsvond.
Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als molenaar, maar het lot heeft anders beslist.
Zijn militaire dienst
De opleiding in Bussum
Wim is op 23 oktober 1939 opgekomen voor militaire dienst bij het 8e Regiment Infanterie (8 RI) in de Kolonel Palmkazerne in Bussum. Dit was een nieuwe kazerne, die juist in dat jaar was gereedgekomen. In vredestijd lag 8 RI vanouds in de Menno van Coehoornkazerne in Arnhem, maar vanwege de oorlogsdreiging vond de opleiding van de rekruten in het westen van het land plaats.
Wim is waarschijnlijk niet met plezier in dienst gegaan, maar hij heeft zich er ook niet tegen verzet. Hij beschouwde het als iets dat er bij hoorde; je deed het gewoon. Gelukkig trof hij een paar goede kameraden, en ook met een aantal Bussumse families heeft hij kennis kunnen maken. Met hen heeft hij na zijn overplaatsing naar het veldleger nog gecorrespondeerd.
In de Kolonel Palmkazerne kreeg Wim een opleiding in de bediening van het pantserafweergeschut (PAG). Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen, verdeeld over twee pelotons. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig: de schutter, de richter, de lader en twee munitiehalers. Daarnaast waren er nog de stukscommandant (een sergeant), de motorordonnans en de chauffeur van de zogenaamde PAG-trekker (een soort autobus zonder dak). Bij verplaatsingen trok de trekker het kanon en vervoerde de soldaten en de munitie. De stukscommandant zat dan als duopassagier bij de motorordonnans achterop.
Op nevenstaande winterse foto, die waarschijnlijk tijdens een schietoefening is gemaakt, is Wim de tweede man van rechts. De wielen zijn van het kanon afgehaald, zoals dat gebruikelijk was als het in stelling stond. Op de voorgrond, met zijn hand aan het sluitstuk, zit de schutter. Aan de andere kant van het kanon zit de richter (die als korporaal tevens plaatsvervangend stukscommandant was). In deze opstelling neemt Wim de plaats van de lader in, dus was dit waarschijnlijk zijn functie. In dat geval was hij, ondanks zijn rijbewijs, niet de chauffeur van de PAG-trekker. De twee mannen achteraan zijn normaliter de twee munitiehalers (of -dragers), maar hier zijn het waarschijnlijk een schietinstructeur (achteraan) en de stukscommandant. Laatstgenoemde draagt een chroomleren jas, omdat hij zich met de ordonnans per motor verplaatste. Onderaan op zijn mouw heeft hij de enkelvoudige gouden "bananenschil" die het rangonderscheidingsteken van een sergeant was.
Soldaat bij 1-IV Bat. Pag.
Na de opleiding werd Wim niet bij een van de PAG-compagnieën van 8 RI geplaatst, maar bij 1-IV Bat. Pag. (de 1e compagnie van het IVe Bataljon Pantserafweergeschut). Aldus behoorde Wim niet meer tot 8 RI. De commandant van 1-IV Bat. Pag. was kapitein Höpink. Het toeval wil dat Wims broer Clemens later in de oorlog in het verzet met kapitein Höpink zou samenwerken.
1-IV Bat. Pag. was een reserve-eenheid die direct onder de commandant van de IVe Divisie van het Veldleger viel. Elke veldlegerdivisie beschikte over zo'n extra compagnie pantserafweergeschut. De IVe Divisie moest in mei 1940 het gebied rond de Grebbeberg verdedigen, en de reservetroepen zouden al naar gelang het verloop van de strijd worden ingezet waar dat nodig was.
Zo kwam Wim in het voorjaar van 1940 in Amerongen te liggen, een eindje achter de Grebbelinie. De Grebbelinie was de verdedigingslinie die liep van het IJsselmeer naar de Grebbeberg. In Amerongen heeft Wim de oorlog afgewacht. Op Hemelvaartsdag, 2 mei 1940, is hij voor het laatst thuis geweest. Elf dagen later, op 13 mei, sneuvelde hij.