Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Appel, buurtschap: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Bronnen: toevoeging)
k (Link ijzerwinning)
 
Regel 1: Regel 1:
 
'''Appel''' is een buurtschap bij Nijkerk op de Veluwe. Hier werden in [[2006]] de restanten ontdekt van een walburcht van 100x90 meter die waarschijnlijk heeft behoord [[Wichman IV van Hamaland]]. Behalve graaf van [[Hamaland]] was hij onder meer ook graaf van Veluwe, maar in Appel heeft hij waarschijnlijk nooit zelf gewoond.
 
'''Appel''' is een buurtschap bij Nijkerk op de Veluwe. Hier werden in [[2006]] de restanten ontdekt van een walburcht van 100x90 meter die waarschijnlijk heeft behoord [[Wichman IV van Hamaland]]. Behalve graaf van [[Hamaland]] was hij onder meer ook graaf van Veluwe, maar in Appel heeft hij waarschijnlijk nooit zelf gewoond.
  
De walburcht bestond uit een aarden wal omringd door een gracht. Opgravingen wijzen op ijzerbewerking, iets waaraan de adel destijds macht ontleende. Het ijzererts werd in de omgeving gewonnen en de walburcht bood bescherming aan de smeden die het verwerkten. Bij de verdeling van Wichmans goederen tussen zijn dochters, kreeg [[Liutgard I van Hamaland|Liutgard]] Appel (genoemd als ''Appeltervika''), dat vervolgens toeviel aan het [[Stift Elten]].
+
De walburcht bestond uit een aarden wal omringd door een gracht. Opgravingen wijzen op [[IJzerwinning|ijzerbewerking]], iets waaraan de adel destijds macht ontleende. Net als in het [[Bergherbos]], waar ook ijzer voor de graven van Hamaland werd gewonnen, kwam het ijzererts uit de omgeving. De walburcht bood bescherming aan de smeden die het verwerkten.
 +
 
 +
Bij de verdeling van Wichmans goederen tussen zijn dochters, kreeg [[Liutgard I van Hamaland|Liutgard]] Appel (genoemd als ''Appeltervika''), dat vervolgens toeviel aan het [[Stift Elten]].
  
 
''Die hof toe appel'' of ''den Hoff to Appel'' wordt als eerste genoemd in het tijnsboek van het Stift Elten. Pachter Pele ten Acker betaalde er vijftig gulden en tien malder rogge per jaar voor twee hoeves en een stuk land in Appelrebroek. Hierna volgen nog een aantal pachters, zoals Ghese Vrederix, die jaarlijks twaalf gulden, negen schepel rogge en negen schepel koren moest betalen. Willam Oestermans pacht bedroeg 24 gulden en vier pond was, terwijl Pelgrim Evertszoon maar zeven gulden en één pond was hoefde te betalen. Naast deze vier pachters noemt het tijnsboek nog vier Appelse pachters.
 
''Die hof toe appel'' of ''den Hoff to Appel'' wordt als eerste genoemd in het tijnsboek van het Stift Elten. Pachter Pele ten Acker betaalde er vijftig gulden en tien malder rogge per jaar voor twee hoeves en een stuk land in Appelrebroek. Hierna volgen nog een aantal pachters, zoals Ghese Vrederix, die jaarlijks twaalf gulden, negen schepel rogge en negen schepel koren moest betalen. Willam Oestermans pacht bedroeg 24 gulden en vier pond was, terwijl Pelgrim Evertszoon maar zeven gulden en één pond was hoefde te betalen. Naast deze vier pachters noemt het tijnsboek nog vier Appelse pachters.

Huidige versie van 21 aug 2019 om 05:40

Appel is een buurtschap bij Nijkerk op de Veluwe. Hier werden in 2006 de restanten ontdekt van een walburcht van 100x90 meter die waarschijnlijk heeft behoord Wichman IV van Hamaland. Behalve graaf van Hamaland was hij onder meer ook graaf van Veluwe, maar in Appel heeft hij waarschijnlijk nooit zelf gewoond.

De walburcht bestond uit een aarden wal omringd door een gracht. Opgravingen wijzen op ijzerbewerking, iets waaraan de adel destijds macht ontleende. Net als in het Bergherbos, waar ook ijzer voor de graven van Hamaland werd gewonnen, kwam het ijzererts uit de omgeving. De walburcht bood bescherming aan de smeden die het verwerkten.

Bij de verdeling van Wichmans goederen tussen zijn dochters, kreeg Liutgard Appel (genoemd als Appeltervika), dat vervolgens toeviel aan het Stift Elten.

Die hof toe appel of den Hoff to Appel wordt als eerste genoemd in het tijnsboek van het Stift Elten. Pachter Pele ten Acker betaalde er vijftig gulden en tien malder rogge per jaar voor twee hoeves en een stuk land in Appelrebroek. Hierna volgen nog een aantal pachters, zoals Ghese Vrederix, die jaarlijks twaalf gulden, negen schepel rogge en negen schepel koren moest betalen. Willam Oestermans pacht bedroeg 24 gulden en vier pond was, terwijl Pelgrim Evertszoon maar zeven gulden en één pond was hoefde te betalen. Naast deze vier pachters noemt het tijnsboek nog vier Appelse pachters.

Op 12 september 1647 ruilde abdis Maria Sophia van Salm-Reifferscheidt met het echtpaar Cornelis Aeltszoon en Evertgen Everts een stuk land in Voorthuizen, Bauernschaft Appel, Kirchspiel Nijkerk.

Bronnen