Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Meijer, Wilhelmus: verschil tussen versies
k |
|||
Regel 4: | Regel 4: | ||
Hij studeerde vanaf [[1855]] wijsbegeerte op het kleinseminarie te Culemborg en daarna theologie op het grootseminarie te Rijssenburg.Hier kwam hij in aanraking met de stichter van de congregatie van Scheut(genoemd naar een wijk in Anderlecht,Brussel)Theophiel Verbist. | Hij studeerde vanaf [[1855]] wijsbegeerte op het kleinseminarie te Culemborg en daarna theologie op het grootseminarie te Rijssenburg.Hier kwam hij in aanraking met de stichter van de congregatie van Scheut(genoemd naar een wijk in Anderlecht,Brussel)Theophiel Verbist. | ||
− | Na zijn priesterwijding vertrok hij naar Binnen-Mongolië in China als pater-missionaris van de Congregatie van het Onbevlekte Hart van Maria, beter bekend als de [[:Categorie:Missionarissen van Scheut|Missionarissen van Scheut]]. Deze congregatie richt zich op het bekeren van niet-Christenen en heeft China als voornaamste missiegebied. | + | Na zijn priesterwijding vertrok hij naar Binnen-Mongolië in China als pater-missionaris van de Congregatie van het Onbevlekte Hart van Maria, beter bekend als de [[:Categorie:Missionarissen van Scheut|Missionarissen van Scheut]]. Deze congregatie richt zich op het bekeren van niet-Christenen en heeft China als voornaamste missiegebied.Hij komt aan in november 1866 in de centrale missiepost Xiwanzi. (Si-wantzeu) het huidige Chongli. Willem vertrok in 1868 naar West Mongolië en leidde aanvankelijk te Che Peul t`ai , ten Noorden van OLV ter Pijnbomen, een tehuis voor weeskinderen d.w.z. afgewezen kinderen. Elk meisje werd vaak gedood of verstoten. |
+ | Nonnen en paters ontfermden zich over deze kinderen, dus ook Willem Meijer. Toen dit tehuis moest sluiten werd pater Meyer overgeplaatst naar Mao Chang Toung. | ||
+ | Willem verbleef dus lange tijd in de vallei van de zogenaamde “Zwarte Wateren” gelegen ten noorden van de stad Hata ,Tse Feng Hien. | ||
+ | Vanuit hier ondernam Willem diverse tochten in het omliggende gebied met name naar andere missieposten. | ||
− | + | Ook verving hij gedurende enige tijd rond 1890 Mgr. Abels als leidinggevende in dit gebied. | |
+ | In twee artikelen in het Katholieke dagblad “de Tijd” uit 1892 werden enkele brieven van pater Meyer gepubliceerd waarin hij een op een fascinerende, goed geschreven en uitgebreide weergave gaf van de veranderingen in China met enkele concrete voorbeelden hiervan. Willem overleefde o.a. een tyfusbesmetting in 1868, de * bokseropstand in 1900, de vele zeer strenge winters en de vele reizen, veelal te voet of per paard, door de uitgestrekte woeste omgeving in vooral later Oost-Mongolië op de missiepost Songshuzuizi genaamd Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen. | ||
+ | Deze laatste missiepost, inclusief kerk, is in 1947 totaal vernield. | ||
+ | Een moeilijke, lange speurtocht langs onder andere informatie op Chinese sites leidde uiteindelijk naar het huidige SHYI Cun.(士毅村) | ||
− | + | Hij was verder onder andere leraar in Hsi-Wan-Tzu en Sung-Shu-Tsui-Tzu. Hij was een belangrijk figuur in die streken en had zitting in verschillende belangrijke overlegorganen, kapittels genoemd. Daarin hadden vertegenwoordigers van de Kerk en van het Chinese keizerrijk zitting.Rond [[1908]] werd hij benoemd tot [[Onderscheidingen#Orde_van_Oranje-Nassau (1892)|ridder in de Orde van Oranje-Nassau]]. | |
Pater Meijer overleed in november [[1909]] in Sung-Shu-Tsui-Tzu, Mongolië, 71 jaar oud. | Pater Meijer overleed in november [[1909]] in Sung-Shu-Tsui-Tzu, Mongolië, 71 jaar oud. |
Versie van 19 apr 2024 om 10:52
Wilhelmus Meijer, roepnaam Willem, was missionaris. Hij werd op 6 oktober 1838 geboren bovenop het Montferland in Zeddam als zoon van Franciscus Meijer en Berndina Bolder. Zijn vader was bosbeheerder en rentmeester op Huis Bergh. Laurens Meijer, die later ook rentmeester op Huis Bergh werd, was een halfbroer van hem.
Hij studeerde vanaf 1855 wijsbegeerte op het kleinseminarie te Culemborg en daarna theologie op het grootseminarie te Rijssenburg.Hier kwam hij in aanraking met de stichter van de congregatie van Scheut(genoemd naar een wijk in Anderlecht,Brussel)Theophiel Verbist.
Na zijn priesterwijding vertrok hij naar Binnen-Mongolië in China als pater-missionaris van de Congregatie van het Onbevlekte Hart van Maria, beter bekend als de Missionarissen van Scheut. Deze congregatie richt zich op het bekeren van niet-Christenen en heeft China als voornaamste missiegebied.Hij komt aan in november 1866 in de centrale missiepost Xiwanzi. (Si-wantzeu) het huidige Chongli. Willem vertrok in 1868 naar West Mongolië en leidde aanvankelijk te Che Peul t`ai , ten Noorden van OLV ter Pijnbomen, een tehuis voor weeskinderen d.w.z. afgewezen kinderen. Elk meisje werd vaak gedood of verstoten. Nonnen en paters ontfermden zich over deze kinderen, dus ook Willem Meijer. Toen dit tehuis moest sluiten werd pater Meyer overgeplaatst naar Mao Chang Toung. Willem verbleef dus lange tijd in de vallei van de zogenaamde “Zwarte Wateren” gelegen ten noorden van de stad Hata ,Tse Feng Hien. Vanuit hier ondernam Willem diverse tochten in het omliggende gebied met name naar andere missieposten.
Ook verving hij gedurende enige tijd rond 1890 Mgr. Abels als leidinggevende in dit gebied. In twee artikelen in het Katholieke dagblad “de Tijd” uit 1892 werden enkele brieven van pater Meyer gepubliceerd waarin hij een op een fascinerende, goed geschreven en uitgebreide weergave gaf van de veranderingen in China met enkele concrete voorbeelden hiervan. Willem overleefde o.a. een tyfusbesmetting in 1868, de * bokseropstand in 1900, de vele zeer strenge winters en de vele reizen, veelal te voet of per paard, door de uitgestrekte woeste omgeving in vooral later Oost-Mongolië op de missiepost Songshuzuizi genaamd Onze Lieve Vrouwe der Pijnbomen. Deze laatste missiepost, inclusief kerk, is in 1947 totaal vernield. Een moeilijke, lange speurtocht langs onder andere informatie op Chinese sites leidde uiteindelijk naar het huidige SHYI Cun.(士毅村)
Hij was verder onder andere leraar in Hsi-Wan-Tzu en Sung-Shu-Tsui-Tzu. Hij was een belangrijk figuur in die streken en had zitting in verschillende belangrijke overlegorganen, kapittels genoemd. Daarin hadden vertegenwoordigers van de Kerk en van het Chinese keizerrijk zitting.Rond 1908 werd hij benoemd tot ridder in de Orde van Oranje-Nassau.
Pater Meijer overleed in november 1909 in Sung-Shu-Tsui-Tzu, Mongolië, 71 jaar oud.