Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

B-17G Flying Fortress 42-31016

Uit Berghapedia
Versie door Verre neef (overleg | bijdragen) op 1 jul 2010 om 16:48 (vier man krijgsgevangen genomen in Azewijn)
Ga naar: navigatie, zoeken

Op 4 januari 1944 rond elf uur 's morgens stortte bij Vinkwijk de Amerikaanse B-17G bommenwerper "Sweet Sixteen" neer. Het serienummer van het toestel was 42-31016 en het behoorde tot het 326th Bombardment Squadron van de 92nd Bombardment Group. Het was op de terugweg van een aanval op Kiel in Noord-Duitsland geraakt door Duits luchtdoelgeschut en vuur van jachtvleigtuigen.

Een Flying Fortress B-17G zoals in Vinkwijk is neergestort.

De B-17 bommenwerper werd niet voor niets Flying Fortress (Vliegend Fort) genoemd. Het toestel had mitrailleurs in maar liefst vier geschutskoepels (in de neus, in de buik, op de rug en in de staart) en nog twee mitrailleurs die door open ramen in de beide flanken schoten. De bommenrichter en de boordwerktuigkundige bedienden elk tevens een geschutskoepel, terwijl de buikkoepelschutter ook de bommenluiken bediende. Ter vergelijking: de meeste types Britse bommenwerpers hadden maar drie geschutskoepels; in de neus, op de rug en in de staart.

De bemanning van dit Vliegende Fort bestond uit:

  1. tweede luitenant Joseph C. Hughes (piloot)
  2. tweede luitenant Bromby S. Westlake (co-piloot)
  3. tweede luitenant Albert Stern (navigator)
  4. tweede luitenant Ford W. Babcock (bommenrichter en neuskoepelschutter)
  5. staff sergeant Richard L. Martin (radiotelegrafist)
  6. staff sergeant. John P. Tonon (boordwektuigkundige en rugkoepelschutter)
  7. sergeant William W. Ward (buikkoepelschutter)
  8. sergeant Harold Kurlanshik, (linker flankschutter)
  9. sergeant John S. Toth (rechter flankschutter)
  10. sergeant Raymond M. Milcsik (staartkoepelschutter)

Toen dit Vliegend Fort op klaarlichte dag bij Vinkwijk naar beneden kwam, trok het natuurlijk de aandacht van iedereen in de omgeving. Ook de bewoners van De Tuger in Vethuizen liepen uit. Een van hen, Anna Banning, vertelde later aan haar man en kinderen hoe vlak bij hun huis (aan de Lange Wei) kleding was gevonden van geallieerden. Ze hadden er zich omgekleed. Ze was er ook twee "niet-Nederlands uitziende" mannen tegengekomen, maar had zich pas later gerealiseerd dat die weleens uit het vliegtuig afkomstig konden zijn.

Theet Tiggelovend (geboren in 1923) uit de Krommestraat in Klein Azewijn herinnerde zich in 2007 het volgende:

Er is in de Tweede Wereldoorlog een vliegtuig neergestort bij Thuis. Zo'n beetje waar nu de weg ligt. Hij cirkelde hier eerst rond en vloog heel laag. Het was een viermotorige bommenwerper die terug kwam van Duitsland. Een van de motoren stond in brand en een van de inzittenden probeerde die brand te blussen met een blusapparaat. Hij liep over de vleugel van het toestel. Toen dat niet lukte zijn alle inzittenden eruit gesprongen met parachutes. Het waren er elf in totaal. Ze verzamelden zich in de Lange Wei en daar zijn ze door de Duitsers opgepakt. Ze hadden gehoopt de Rijn over te komen, want daar waren de bevrijders destijds al.

De joodse onderduiker Harry Straus zag vanuit zijn schuilplaats bij Frits Beijer in Azewijn vier man aan parachutes laag overkomen. Zij landden midden in het dorp, waar toevallig soldaten van de Luftwaffe aan het werk waren. Ze werden dus meteen krijgsgevangen genomen. Kort daarop gingen Duitse patrouilles het dorp rond op zoek naar nog meer Amerikanen.

In ieder geval één Amerikaan heeft kunnen ontsnappen. De navigator, luitenant Albert Stern, was in de richting van Gendringen geland en daar door behulpzame mensen aan het verzet in Azewijn overgedragen. Die avond zijn Harry Straus en verzetsman Teun Hettelaar Stern gaan halen, maar hadden moeite hem te vinden. Met z'n tweeën zwierven ze door de "reven", terwijl Harry de Stars and Stripes en een joods liedje floot on Stern te lokken. Stern was namelijk ook jood. Hij was een boom van een vent van zo'n 1,90 meter, en heeft tot 20 januari samen met Harry Straus ondergedoken gezeten. Toen is hij via een escape line bij Olburgen de IJssel overgebracht en via Amsterdam en Maastricht in Brussel beland. Daar is hij toch nog door de Duitsers gepakt en heeft de rest van de oorlog in krijgsgevangenschap doorgebracht. Stern is levenslang bevriend gebleven met Harry Straus.

Wie op internet naar verdere gegevens over dit vliegtuig zoekt, zal een aantal verhalen vinden die elkaar niet goed dekken. De radiotelegrafist staff sergeant Richard L. Martin is bij de beschieting van het vliegtuig gewond geraakt en kort nadat hij is afgesprongen, overleden, maar dit blijkt niet niet eenduidig uit de verhalen op internet. De overige bemanningsleden zijn (met parachutes) levend aan de grond gekomen, waarbij sommige het toestel wellicht eerder hebben verlaten dan de rest. De bommenrichter, luitenant Ford W. Babock, zou in Sinderen zijn neergekomen, waar de ondergrondse hem heeft helpen ontsnappen. Later is hij door de Duitsers gepakt en opgesloten in een gevangenis in Brussel. Daaruit (of tijdens transport naar Duitsland per trein) heeft hij kunnen ontsnappen. Het verzet in Sinderen zou een bericht hebben ontvangen dat Babock in Lissabon was aangekomen.

Over het lot van de andere bemanningsleden zijn geen gegevens gevonden.

Bronnen

Sjabloon:Onderwerp