Kasteel Enghuizen als noodziekenhuis

Kasteel Enghuizen in Hummelo was in de Tweede Wereldoorlog na de luchtlandingen bij Arnhem in september 1944 als noodziekenhuis in gebruik.

Na de Slag om Arnhem hadden de Duitsers onderdak nodig voor hun gewonde militairen en vorderden het kasteel om er een hospitaal in te richten. Het Haagse weeshuis dat er in 1943 was ingetrokken, moest daarom vertrekken.

Nadat de gewonden weer afgevoerd waren, werden er begin februari 1945 parachutisten gelegerd. Dit werd door de ondergrondse aan de geallieerden doorgegeven. Deze parachutisten waren echter spoedig weer verdwenen. Waarschijnlijk zijn zij naar de Rijn gestuurd, waar de Britse veldmaarschalk Montgomery zich opmaakte voor Operatie Plunder met als doel om met zijn leger over te steken. De geallieerde luchtmacht kreeg opdracht om alle vervoer van of voor de Duitsers over de weg of per spoor onmogelijk te maken. Er werd geschoten alles geschoten wat reed.

In de veronderstelling dat er nog Duitse soldaten gelegerd waren, werd Kasteel Enghuizen op 25 maart 1945 gebombardeerd. Maar de Duitsers waren al vertrokken. Er lagen gewonden van de bombardementen op Doetinchem en gewonde en ondervoede mensen uit Kamp Rees.

A. Veldkamp telde bij het bombardement 32 vliegtuigen, die splinter- of fragmentatiebommen afgooiden. Zo gauw deze bommen de grond raakten, barstten ze uit elkaar, maar maakten slechts een klein kuiltje in de grond. Ze hadden echter een verschrikkelijke scherfwerking. Gelukkig waren er veel helpers van het Rode Kruis in het kasteel, zodat er onmiddellijk hulp geboden kon worden. Alle patiënten werden met bed en al naar buiten gebracht en in het bos neergezet.

Het kasteel met z'n zware muren, heeft weinig geleden; er was alleen glas- en houtschade. Zoals zo vele bombardementen was ook deze raid, zowel letterlijk als figuurlijk, een misser.

De Canadezen hebben het kasteel pas echt vernield doordat zij op onverantwoorde wijze met vuur zijn omgegaan (waarschijnlijk kooktoestellen gestookt op benzine). Hierdoor is het kasteel in brand geraakt. De kosten voor wederopbouw waren zo hoog, dat besloten werd het af te breken.

Bron

• A. Veldkamp: Kasteel Enghuizen tijdens de oorlogsjaren in Over leven in de 2e Wereldoorlog in Angerlo, Doesburg, Hummelo en Keppel (Uitgave Stad en Ambt Doesborgh 1995)