Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Hartjes, Reinirus
Reinirus Hartjes is geboren in Loerbeek op 1 december 1903 als zoon van Antonius Johannes Hartjes (Braamt) en Anna Oostendorp (Braamt). Reinirus heeft zelf ook even in Braamt gewoond en verder in Beek en Stokkum. In het bevolkingsregister van Stokkum staat vermeld dat hij arbeider is in een emaillefabriek. Het hele gezin Hartjes verhuisde in 1934 naar Velswijk (gemeente Zelhem).
Reinirus werkte eind 1940 in een fabriek van Daimler-Benz in Berlijn. In het begin van de oorlog werden Nederlanders nog niet gedwongen in Duitsland tewerkgesteld, maar op werkelozen werd wel druk uitgeoefend werk in Duitsland aan te nemen. Weigering zou leiden tot stopzetting van de werkelozensteun. Waarschijnlijk is Hartjes als gevolg van deze maatregeel in Berlijn terchtgekomen. Tezamen met andere arbeiders was hij gehuisvest in een woonbarak in de Säntisstraße in Berlijn-Mariendorf. Tijdens een Britse luchtaanval op 14 november 1940, is een vliegtuig op de woonbarak van Hartjes neergestort. Hierbij zijn 33 mensen door verbranding om het leven gekomen of korte tijd later aan hun verwondingen overleden. De slachtoffers waren twintig Nederlanders, acht personen uit Tsjechoslowakije, twee Duitsers en drie personen van onbekende nationaliteit. Zij delen een verzamelgraf in vak 13K op de evangelische begraafplaats Berlijn-Marienfelde. Het verzamelgraf wordt gemarkeerd door een grote zwerfkei met inscriptie en een plaquette met de namen van de slachtoffers, en is omgeven door rododendrons en sparren.
Waarschijnlijk is Reinirus Hartjes naar Doesburg verhuisd. In Er op of er onder, hoofdstuk over Doesburg, staat: "Als direct uitvloeisel van het wegvoeren van de Hollandsche arbeidersbevolking direct na den oorlog naar Duitschland, werd Doesburg vrij spoedig in rouw gedompeld, waarbij 10 Doesburgsche gezinnen direct betrokken waren.
Als gevolg van de nacht aan nacht plaats vindende Engelsche bombardementen op Duitschland, kwam op 10 november 1940 een neerstortend vliegtuig terecht op een barak van het Lager in de Daimler Säntisstrasse te Berlijn.
Een tiental Doesburgse burgers kwamen hierbij om het leven. Het waren J.J. Snik, Th.A. Celissen, J.F. Demmink, P.G. Rutten, E. Schaaf, J. Nachtegaal, D. Posthuma, R. Hartjes, A.J. Brunsveld, en E. Buenk."
Als achtjarige jongen moest Reinirus getuigen na de moord te Beek in 1912 op zijn zusje Marietje. Er is een ballade van gemaakt, getiteld Afgrijselijke kindermoord.
Bronnen
- Oorlogsgravenstichting
- Begraafplaats Berlijn-Marienfelde
- Kerspel Beek in de Liemers deel II
- Er op of er onder, hoofdstuk Doesburg