Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Maria Clara van den Bergh
Maria Clara van den Bergh was de oudste dochter van graaf Albert en zijn tweede vrouw Madeleine de Cusance. Door haar huwelijk in 1666 met Maximiliaan van Hohenzollern-Sigmaringen is het graafschap Bergh uiteindelijk in het bezit gekomen van de vorsten van Hohenzollern-Sigmaringen.
Maria Clara werd op 27 april 1644 geboren in Boxmeer. Daar trouwde zij op 12 januari 1666 met Maximiliaan van Hohenzollern-Sigmaringen. Hij was op 20 januari 1636 geboren in München als zoon van Meinrad Karl Anton van Hohenzollern-Sigmaringen en Anna Maria van Törring-Seefeldt. Van 1681 tot zijn dood in 1689 was hij regerend vorst van Hohenzollern-Sigmaringen.
Haar broer, de kinderloze graaf Oswald III, bepaalde kort voor zijn dood in 1712 per testament dat zijn rechten moesten overgaan op haar tweede kleinzoon Frans Willem van Hohenzollern-Sigmaringen. De eisen daarbij waren dat de kleinzoon in Nederland kwam wonen en het wapen en de naam van de graven van Bergh aannam. Daarmee werd het nieuwe grafelijke Huis Hohenzollern-Bergh gesticht. Toen deze tak al in 1787 uitstierf kwam Bergh door vererving in het bezit van de het Huis van Hohenzollern-Sigmaringen.
Maria Clara had acht zonen en vier dochters. Haar oudste zoon Meinrad Karl Anton was de vader van Frans Willem.
Zij overleed op 15 juli 1715 in Sigmaringen, 71 jaar oud, en werd daar begraven.
In 1684 schonk zij een gebrandschilderd raam aan het karmelietenklooster in Boxmeer, dat haar vader in 1653 had gesticht. Het raam is gewijd aan het Wonder van Chester. Bovenaan, onder het wapen van de graven van Bergh staat:
- Mari Claire, par la Grace de Dieu, princesse de Zollern, neé Contesse de Bergh, de Sigmaringen, Verighe, Swabeeck, Dame de Haigerlockstein 1684
Het Wonder van Chester vond in de veertiende eeuw plaats in de Engelse plaats Chester. De karmelieten noemen zich ook broeders van de zalige maagd Maria, maar in Engeland werd hen deze titel betwist. Nadat er onder deze tegenstanders plotseling mensen stierven, hielden de karmelieten in Chester een processie om het kwaad af te wenden. Toen zij een Mariabeeld passeerden, groette dit de stoet met gebogen hoofd en riep drie keer met uitgestoken wijsvinger: "Ziet, dit zijn mijn broeders."
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 70, 73
- Duitse Wikipedia
- Limburg's Jaarboek, derde jaargang, nummer 2 (1896), blz. 204 op Delpher
- De gebrandschilderde ramen in het Karmelklooster te Boxmeer