Meijer, Wilhelmus

Franciscus Meijer kreeg behalve Laurentius ook nog een zoon, gedoopt Wilhelmus, Willem Meijer in 1838. Deze Willem, halfbroer van Laurens, studeerde wijsbegeerte op het Kleinseminarie te Culemborg en theologie op het Grootseminarie te Rijssenburg. Hij vertrok na de priesterwijding naar China en daarna naar Oost-Mongolië als pater-missionaris.

Hij was onder anderen leraar in Hsi-Wan-Tzu en Sung-Shu- Tsui-Tzu. Hij was een belangrijk figuur in die streken en had zitting in verschillende belangrijke overlegorganen in die tijd. Deze werden Kapittels genoemd, met daarin vertegenwoordigers van kerk en Chinese keizerrijk. In 1868 overleefde hij een tyfusepidemie. Hij genas. Hij werd rond 1908 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.