Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Aan

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Aan – 1) “Der aan bun” – gesteld zijn met. “O, bunt gi-j der zo aan?” (o, is het zo met je gesteld?). 2) “’t Der ook aan hemme” – (meestal van dieren gezegd) lijden aan hetzelfde gebrek, dezelfde kwaal hebben. “Dat ene peerd is kröppel en dat andere het ’t der ook aan”. 3) “Der aan!”, “der aan met de biel!” – aansporing, zoveel betekenend als: aan het werk. Zie: aangaon. 4) “Niks van aan” – onjuist, niet waar, gelogen. “Daor mó-j niks van gleuve, daor is niks van aan”. 5) “Aan zitte” – (geld) opleveren. “Zit der veur mien ook nog ’n paar gulde aan?”

Bron