Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Aangaon

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken

Aangaon

  1. op bezoek gaan. “Laowwe is ’n keertje bi-j Jan en Trui aangaon”.
  2. betreffen. “Wat dat aangeet, he’j geliek”.
  3. aanpakken. “Hoe mo’k dat toch aangaon?”.
  4. “Der aangaon” – a) sterven; fig.: tot een einde komen. “Nów gao’j der aan!” (nu is het met je gebeurd). b) aan het werk gaan. “Wi-j gaon der aan (met de biel)”. Zie: aan.

Bronn