Cool, Jan Reneri

Het gebrandschilderde raam dat Jan Cool en zijn vrouw hebben geschonken aan het karmelietenklooster in Boxmeer

Jan Cool en zijn vrouw Anna van den Hoove hebben in 1655 een van de gebrandschilderde ramen in het karmelietenklooster in Boxmeer geschonken. Cool overleed op 20 december 1664. Zoals uit de tekst op het raam blijkt, was hij een constigh chirurgijn.

Meester Jan Reneri Cool Ende Anna van den Hoove syn huysvrouw.

Een constigh chirurgijn gheneest Met Godts Ghenade,

door syne kloecke handt Alle die uterlike schade,

ontlast daardoor De mensch van queling ende pijn

Waer de mensch gebreekt gheneest de medicijn. 1655

Het wapen bovenaan combineert dat van Cool (het zwarte kruis) met dat van zijn vrouw (een V bovenop een A met daarboven en daaronder drie mispelbloemen).

Het raam van Jan Cool en zijn vrouw is gewijd aan koning Lodewijk IX van Frankrijk (1214–1270), die in 1279 door paus Bonifatius VIII heilig werd verklaard. Volgens de legende kwam Lodewijks schip op weg naar het Heilige Land in een storm terecht. Op voorspraak van de Maagd Maria vond het schip een veilige haven, geleid door het klokgelui van de Mariakapel aan de voet van de berg Karmel. Daar trof hij een aantal karmelieten aan, die voor hun leven vreesden vanwege de oprukkende moslims. De afbeelding op het raam toont hoe Lodewijk en de karmelieten scheepgaan voor de (terug)reis naar Frankrijk.

Dit raam en het Heilig Bloedraam van de stad Diksmuide zijn de enige van de achttien gebrandschilderde ramen in de kloostergang die niet zijn geschonken door een van de graven van Bergh of hun familieleden.

Bronnen

• Limburg's Jaarboek, derde jaargang, nummer 2 (1896), blz. 208–209, op Delpher
• De gebrandschilderde ramen in het Karmelklooster te Boxmeer