Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Koelinitsj, Georgi Ivanovitsj
Georgi Ivanovitsj Koelinitsj was een Rus die werd geboren op 26 september 1926 in Taganrog aan de Zee van Azov, niet ver van Rostov-aan-de-Don. Zijn vader was Ivan Koelinitsj en zijn moeder Maria Karezkaja.
In de Tweede Wereldoorlog raakte Georgi in Azewijn verzeild. Hij was als krijgsgevangene in een kolenmijn bij Essen te werk gesteld, maar daar gevlucht. Hij werd door Joep Garben ergens in een weiland gevonden en kreeg meteen een plaats als onderduiker. Harry Straus vermeldt de komst van Georgi in zijn dagboek, maar aangezien het verhaal zowel in oktober 1944 als in februari 1945 te lezen is, blijft onduidelijk wanneer Georgi arriveerde. Hij was er in ieder geval wel toen Constantino Albanese op 18 maart overleed.
In de mijnen had Georgi geleerd wat stutten is, en een van de eerste dingen die hij deed, was het onderduikersverblijf in de kelder verstevigen tegen artilleriebeschietingen. Straus besefte toen nog niet dat die stutten weldra nodig zouden zijn, toen Bergh vanaf 24 maart 1945 in de frontlinie lag.
Georgi was een lenige jongen. Zo is hij eens bovenop de schoorsteen van de steenfabriek van Den Daas geklommen. Ook stond hij op het dak van "de villa", het onderduikershuis van Garben, te preken in het Russisch. Hij leed aan een soort godsdienstwaanzin, maar preken op het dak was natuurlijk veel te gevaarlijk voor hem en de andere onderduikers. Later heeft hij Zeno en Lied Deurvorst een paar woorden Russisch geleerd. Hij zei dan: "Георгий Иванович Кулинич, Красноармейская двадцать семь ,Таганрог." Zeno en Lied hebben dat onthouden als He-orchi Iwanowisch Kgoelinitsch, Krasnoarmischaja dwodjasem, Taganrok, ofwel Georgi's volledige naam en zijn adres in Taganrog, namelijk Rode-Legerstraat 27.
Na de oorlog is Georgi in de Mattheüsparochie in Azewijn van het Russisch-orthodoxe naar het rooms-katholieke geloof overgegaan. Het Parochiearchief van 1946 vermeldt hierover:
"Zaterdag 6 juli werd in onze noodkerk de Russische evacué GEORGE KULINITZ, sedert de oorlog ondergebracht bij de familie Garben, in de katholieke kerk opgenomen. De plechtige geloofsbelijdenis en afzwering der dwalingen werd afgenomen door Pater DALMATIUS O.F.M. Cap., die hem in de katholieke leer had onderwezen.
Pater Dalmatius was lid van de orde der minderbroeders kapucijnen ofwel de Ordo Fratrum Minorum Capucinorum (O.F.M.Cap.)
Over het verdere lot van Georgi zijn geen gegevens voorhanden. Mogelijk is hij (eerst) naar de Noordoostpolder gegaan, of (later) terug naar de Sovjetunie.
In het boek Doetinchem in oorlogstijd komen drie ondergedoken Russen voor: op bladzijde 194 worden ze alledrie genoemd: Andrej, Alex en Nikolaj. Nikolaj zat ondergedoken op een woonark bij de Kemnade. Er zullen in de grensstreek vast en zeker meer Russen ondergedoken hebben gezeten.
Bron
- Azem van 't Hof tot heden: Dagboek Harry Straus (blz. 412 en 417), Doopboeken (blz. 468) en Parochiearchief (blz. 492).
- Lied Deurvorst