Lenting, August Bernardus

August Bernardus Lenting was KNIL-militair. Hij werd op 15 november 1897 geboren in Braamt als natuurlijke zoon van Hendrina Lenting. Op 28 september 1915 heeft zijn moeder hem officieel als haar zoon erkend. Zijn (half)broer Jan Lenting heeft ook bij het KNIL gediend.

Zijn eerste periode in Indië

Op 17 november 1915 heeft hij zich aangemeld bij het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) voor een verbintenis van zes jaar. Op die dag ontving hij een premie van 400 gulden.

Op 4 december 1915 is hij met het stoomschip Prins der Nederlanden van Amsterdam naar Nederlands-Indië vertrokken. De aankomst in Batavia was op 12 januari. Over zijn Indische diensttijd zijn geen verdere gegevens voorhanden. Het stamboek vermeldt wel dat hij de rang van wachtmeester 1e klas heeft bereikt. Na zijn dienstverband van zes jaar heeft hij niet meteen bijgetekend en is met een certificaat van goed gedrag naar Nederland teruggekeerd. Op 21 december 1921 ging hij aan boord van het stoomschip Tabanan en arriveerde op 21 januari 1922 in Rotterdam.

Lentings KNIL-stamboekgegevens over zijn eerste periode in Indië

Zijn tweede periode in Indië

Al drie weken na zijn terugkeer heeft Lenting op 11 februari 1922 voor drie jaar bijgetekend als wachtmeester 1e klas der artillerie. De verbintenis ging twee dagen later in. Hij ontving toen een premie van 200 gulden. Op 18 maart is hij met het stoomschip Johan de Witt van Amsterdam vertrokken en kwam op 22 april in Batavia aan.

In Indië heeft hij een aantal malen bijgetekend en wel op 13 februari 1925 voor een jaar, op 13 februari 1926 voor twee jaar en op 13 februari 1928 voor vier jaar. In deze laatste periode is hij met verlof in Nederland geweest om te trouwen. Hij kwam op 14 september 1928 met het stoomschip Slamat aan in Rotterdam. Op 21 maart 1929 trouwde hij in Doetinchem met Elisabeth Maria Visser, geboren op 1 augustus 1903 in Kilder als dochter van Antonius Martinus Visser en Theodora Maria van Londen. Op 17 april 1929 begon hij, weer op de Slamat, aan de terugreis naar Indië. Is zijn vrouw toen met hem meegereisd?

Zijn vierjarig contract eindigde in februari 1934. Op 23 mei van dat jaar vertrok bij met de Johan de Witt naar Nederland en kwam op 21 juni aan in Amsterdam. Hij werd eervol uit de dienst ontslagen onder toekenning van een pensioen van 1274 gulden per jaar, ingaande op 22 juni 1934.

Lentings KNIL-stamboekgegevens over zijn tweede periode in Indië

Zijn verdere levensloop

Uit De Graafschapbode van 7 augustus 1946

Over zijn levensloop na terugkeer uit Indië zijn geen bijzonderheden voorhanden. Wel is bekend dat zijn zoon Leo Albert Tjibbe Cornelis op 6 augustus 1946 bij een verkeersongeluk in Ermelo is omgekomen. Hij was negen jaar oud. Lenting heeft dit overlijden zelf aangegeven in Ermelo. Als zijn beroep vermeldt de overlijdensakte machinaal houtbewerker. Het overlijden is op 12 augustus ingeschreven in Doetinchem op grond van een uittreksel uit het overlijdensregister van Ermelo.

Lenting overleed op 16 maart 1958 in Doetinchem, zestig jaar oud.

Bronnen

• Archieven.nl]
• Nationaal Archief, 2.10.50 Inventaris van het archief van het Ministerie van Koloniën: Stamboeken en pensioenregisters van Militairen KNIL in Oost- en West-Indië, 1815-1949 (1954), suppletiefolia 45357 en 46632
• De Graafschapbode van 7 augustus 1946 op Delpher