Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Bosch, Antonius Lambertus van den: verschil tussen versies
k (data gecorrigeerd) |
k (link Verhoef) |
||
Regel 5: | Regel 5: | ||
Hij werd priester gewijd op 10 augustus [[1859]], waarna hij kapelaan te Vleuten was tot hij in september [[1861]] werd benoemd in de [[Sint Oswalduskerk|parochie Zeddam]]. Hij diende er onder de pastoors [[Goris, Henricus|Goris]] en [[Otten, Joannes Antonius|Otten]]. Zijn voorganger was [[Rootselaar, Wilhelmus Franciscus Nicolaus van|kapelaan Van Rootselaar]]. | Hij werd priester gewijd op 10 augustus [[1859]], waarna hij kapelaan te Vleuten was tot hij in september [[1861]] werd benoemd in de [[Sint Oswalduskerk|parochie Zeddam]]. Hij diende er onder de pastoors [[Goris, Henricus|Goris]] en [[Otten, Joannes Antonius|Otten]]. Zijn voorganger was [[Rootselaar, Wilhelmus Franciscus Nicolaus van|kapelaan Van Rootselaar]]. | ||
− | In december [[1863]] kreeg [[Zeddam]] een tweede kapelaan in de persoon van [[Rutjes, Remigius Everardus Thomas|kapelaan Rutjes]]. Diens benoeming kan in verband hebben gestaan met het overlijden van pastoor Goris, maar hij bleef ruim drie jaar, tot maart [[1867]]. Kapelaan Van den Bosch kreeg na Rutjes' vertrek [[ | + | In december [[1863]] kreeg [[Zeddam]] een tweede kapelaan in de persoon van [[Rutjes, Remigius Everardus Thomas|kapelaan Rutjes]]. Diens benoeming kan in verband hebben gestaan met het overlijden van pastoor Goris, maar hij bleef ruim drie jaar, tot maart [[1867]]. Kapelaan Van den Bosch kreeg na Rutjes' vertrek [[Verhoef, Joannes|kapelaan Verhoef]] als collega. |
Ruim een half jaar later, op 12 oktober [[1867]], vertrok Van den Bosch zelf en werd kapelaan in Gendt in de Overbetuwe. Er werd voor hem geen opvolger benoemd, zodat de parochie met kapelaan Verhoeff weer één kapelaan had. | Ruim een half jaar later, op 12 oktober [[1867]], vertrok Van den Bosch zelf en werd kapelaan in Gendt in de Overbetuwe. Er werd voor hem geen opvolger benoemd, zodat de parochie met kapelaan Verhoeff weer één kapelaan had. |
Versie van 22 dec 2010 om 16:56
Antonius Lambertus van den Bosch werd geboren te Utrecht op 2 februari 1830 als zoon van Gerardus Lambertus van den Bosch en Joanna Maria Eibergen.
Hij werd priester gewijd op 10 augustus 1859, waarna hij kapelaan te Vleuten was tot hij in september 1861 werd benoemd in de parochie Zeddam. Hij diende er onder de pastoors Goris en Otten. Zijn voorganger was kapelaan Van Rootselaar.
In december 1863 kreeg Zeddam een tweede kapelaan in de persoon van kapelaan Rutjes. Diens benoeming kan in verband hebben gestaan met het overlijden van pastoor Goris, maar hij bleef ruim drie jaar, tot maart 1867. Kapelaan Van den Bosch kreeg na Rutjes' vertrek kapelaan Verhoef als collega.
Ruim een half jaar later, op 12 oktober 1867, vertrok Van den Bosch zelf en werd kapelaan in Gendt in de Overbetuwe. Er werd voor hem geen opvolger benoemd, zodat de parochie met kapelaan Verhoeff weer één kapelaan had.
Van den Bosch bleef in Gendt tot augustus 1868 en was daarna kapelaan in Mijdrecht. In 1871 werd hij benoemd tot pastoor in Wierden en in 1876 tot pastoor in Driel
Van den Bosch overleed in Amersfoort op 8 december 1888, 58 jaar oud.
Bronnen
- Het boek Hofman in Azem van 't Hof tot heden, blz. 485
- Bevolkingsregister Bergh
- Genlias
- Historische kranten
- Parochie van St. Jan de Doper, Wierden
- Parochie Zeddam 1150-1975, blz. 59