Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Oswald van den Bergh (1561-1586): verschil tussen versies
k (→Bronnen: 120) |
k (kelder) |
||
Regel 3: | Regel 3: | ||
Hij was [[Militairen tijdens de Tachtigjarige Oorlog|militair]] in de [[Tachtigjarige Oorlog]]. In [[1584]] is hij samen met zijn vader en zijn broers overgelopen naar de Spaanse kant. Met zijn broer [[Herman van den Bergh|Herman]] nam hij op 23 mei [[1585]] deel aan een veldslag bij Amerongen. Tijdens de Slag bij Boxum (Friesland) op 27 januari [[1586]] veroverde hij een Fries vaandel. Toen hij dat omhoog hield, werd hij door een van zijn eigen soldaten voor een tegenstander aangezien en doodgestoken. | Hij was [[Militairen tijdens de Tachtigjarige Oorlog|militair]] in de [[Tachtigjarige Oorlog]]. In [[1584]] is hij samen met zijn vader en zijn broers overgelopen naar de Spaanse kant. Met zijn broer [[Herman van den Bergh|Herman]] nam hij op 23 mei [[1585]] deel aan een veldslag bij Amerongen. Tijdens de Slag bij Boxum (Friesland) op 27 januari [[1586]] veroverde hij een Fries vaandel. Toen hij dat omhoog hield, werd hij door een van zijn eigen soldaten voor een tegenstander aangezien en doodgestoken. | ||
− | Hij werd bijgezet in | + | Hij werd bijgezet in de kelder van een van de kleine torens van [[kasteel Ulft]]. In die jaren zijn ook zijn overleden vader, moeder, zussen [[Juliana van den Bergh|Juliana]] en [[Wilhelmina van den Bergh|Wilhelmina]], broer [[Adam van den Bergh (±1570-1590)|Adam]] en mogelijk ook broer [[Lodewijk van den Bergh|Lodewijk]] hier bijgezet. |
In de loop van de [[:Categorie:Jaartallen 1700-1799|18e eeuw]] raakte kasteel Ulft in verval en werd geleidelijk aan afgebroken. In [[1761]] werd de toren met de stoffelijke resten gesloopt, waarna de doodskisten werden overgebracht naar de kerk in [[Gendringen]]. Bij de [[Gendringen#De_brand_van_1830|grote brand]] van Gendringen in [[1830]] is ook de kerk in vlammen opgegaan. In [[1955]] zijn bij opgravingen ter plekke menselijke beenderen gevonden, maar die konden niet aan de graaflijke familie worden gerelateerd. | In de loop van de [[:Categorie:Jaartallen 1700-1799|18e eeuw]] raakte kasteel Ulft in verval en werd geleidelijk aan afgebroken. In [[1761]] werd de toren met de stoffelijke resten gesloopt, waarna de doodskisten werden overgebracht naar de kerk in [[Gendringen]]. Bij de [[Gendringen#De_brand_van_1830|grote brand]] van Gendringen in [[1830]] is ook de kerk in vlammen opgegaan. In [[1955]] zijn bij opgravingen ter plekke menselijke beenderen gevonden, maar die konden niet aan de graaflijke familie worden gerelateerd. |
Versie van 7 jan 2018 om 13:21
Oswald van den Bergh was het vierde kind van de zestien kinderen van Willem IV van den Bergh en Maria van Nassau. Hij werd geboren in 1561. De naam Oswald kwam in het geslacht Van den Bergh vaker voor. Klik hier voor een overzicht.
Hij was militair in de Tachtigjarige Oorlog. In 1584 is hij samen met zijn vader en zijn broers overgelopen naar de Spaanse kant. Met zijn broer Herman nam hij op 23 mei 1585 deel aan een veldslag bij Amerongen. Tijdens de Slag bij Boxum (Friesland) op 27 januari 1586 veroverde hij een Fries vaandel. Toen hij dat omhoog hield, werd hij door een van zijn eigen soldaten voor een tegenstander aangezien en doodgestoken.
Hij werd bijgezet in de kelder van een van de kleine torens van kasteel Ulft. In die jaren zijn ook zijn overleden vader, moeder, zussen Juliana en Wilhelmina, broer Adam en mogelijk ook broer Lodewijk hier bijgezet.
In de loop van de 18e eeuw raakte kasteel Ulft in verval en werd geleidelijk aan afgebroken. In 1761 werd de toren met de stoffelijke resten gesloopt, waarna de doodskisten werden overgebracht naar de kerk in Gendringen. Bij de grote brand van Gendringen in 1830 is ook de kerk in vlammen opgegaan. In 1955 zijn bij opgravingen ter plekke menselijke beenderen gevonden, maar die konden niet aan de graaflijke familie worden gerelateerd.
Correspondentie met Willem van Oranje
In de overgeleverde correspondentie van Willem van Oranje bevindt zich één brief van Oswald aan zijn oom. Hij heeft deze brief op 7 juni 1574 samen met zijn broers Herman en Frederik en zijn neven Willem Lodewijk, Jan VII en Georg, zoons van oom Jan VI van Nassau, geschreven op Dillenburg, het stamslot van de Nassaus. Het is een bemoediging na de verloren Slag op de Mokerheide van 14 april 1574, waarbij zijn ooms Lodewijk en Hendrik van Nassau waren gesneuveld.
Bronnen
- Het archief van het Huis Bergh (boek), blz. 53, 120
- R.W. Tadama in Verslag over het oud grafelijk-Berghse archief te 's-Heerenberg, uitgeverij I.A. Nijhoff, Arnhem (1846), blz. 10
- Biographisch Woordenboek der Nederlanden , deel 2-1, Van der Aa et al., Haarlem 1852-1878, blz. 393-394
- De correspondentie van Willem van Oranje
- Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, inleiding bij toegangsnummer 0189