Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Berntsen, Wilhelmus Henricus: verschil tussen versies
Regel 1: | Regel 1: | ||
'''Wilhelmus Henricus Berntsen''' is een van de [[oorlogsslachtoffers]] uit [[Loerbeek]] in de voormalige [[gemeente Bergh]]. Wim werd geboren als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada ten Bensel. Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als molenaar, maar het lot heeft anders beslist. | '''Wilhelmus Henricus Berntsen''' is een van de [[oorlogsslachtoffers]] uit [[Loerbeek]] in de voormalige [[gemeente Bergh]]. Wim werd geboren als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada ten Bensel. Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als molenaar, maar het lot heeft anders beslist. | ||
+ | |||
+ | Wim is in september 1939 opgekomen voor militaire dienst in de Palmkazerne in Bussum. Daar kreeg hij een opleiding in de bediening van het pantserafweergeschut (PAG). Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig, en daarnaast hoorde er nog wat ander personeel bij, zoals een motorordonnans. Ook was er vrachtwagen met chauffeur om het kanon te trekken, en de soldaten en de munitie naar de stelling te rijden. |
Versie van 17 feb 2007 om 18:52
Wilhelmus Henricus Berntsen is een van de oorlogsslachtoffers uit Loerbeek in de voormalige gemeente Bergh. Wim werd geboren als oudste van de negen kinderen van Albertus Johannes Wilhelmus Berntsen en Theodora Grada ten Bensel. Het was de bedoeling dat Wim zijn vader zou opvolgen als molenaar, maar het lot heeft anders beslist.
Wim is in september 1939 opgekomen voor militaire dienst in de Palmkazerne in Bussum. Daar kreeg hij een opleiding in de bediening van het pantserafweergeschut (PAG). Dit was een in die tijd uiterst modern kanon van Oostenrijkse makelij om tanks en pantserwagens mee uit te schakelen. Hoewel het Nederlandse leger toen vooral met oud wapentuig was uitgerust, had het toch 386 stukken PAG. Elk infanteriebataljon had ter ondersteuning een compagnie met zes van zulke kanonnen. Voor de bediening waren er per kanon vijf man nodig, en daarnaast hoorde er nog wat ander personeel bij, zoals een motorordonnans. Ook was er vrachtwagen met chauffeur om het kanon te trekken, en de soldaten en de munitie naar de stelling te rijden.