Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !

Hazelekke, Albertus: verschil tussen versies

Uit Berghapedia
Ga naar: navigatie, zoeken
k (Bronnen: Link Lettele geactualiseerd)
k (Bronnen: cat)
Regel 28: Regel 28:
 
*Parochiearchief Mattheüskerk in ''Azem van 't Hof tot heden'', blz. 486, 488, 489
 
*Parochiearchief Mattheüskerk in ''Azem van 't Hof tot heden'', blz. 486, 488, 489
 
*Doopboek Mattheüskerk in ''Azem van 't Hof tot heden'', blz. 431-443
 
*Doopboek Mattheüskerk in ''Azem van 't Hof tot heden'', blz. 431-443
*[http://www.genlias.nl Genlias]
+
*[http://www.wiewaswie.nl WieWasWie]
 
*[http://www.heiligelebuinus.nl/locaties/nicolaas-lettele/geschiedenis Geschiedenis parochie Lettele]
 
*[http://www.heiligelebuinus.nl/locaties/nicolaas-lettele/geschiedenis Geschiedenis parochie Lettele]
  
{{Onderwerp|Pastoors en Kapelaans|Azewijn}}
+
[[Categorie:Pastoors Azewijn]]

Versie van 1 feb 2016 om 11:34

Pastoor Hazelekke zoals hij in 1919 (veertien jaar na zijn dood) door de Arnhemse portretschilder Louis de Breet (1870-1940) geschilderd werd. Op de achtergrond zien we links de nieuwe kerk van Azewijn uit 1891 en rechts de pastorie uit 1867. De pastorie is afgebeeld zoals hij er uitzag voor de verbouwing van 1908. Het jaartal in de wimpel is 1891, het jaar dat de nieuwe kerk werd ingewijd.
Het bidprentje van pastoor Hazelekke

Albertus Hazelekke was de tweede pastoor van de Mattheüskerk in Azewijn. Hij werd geboren op 14 november 1840 in Lettele in de toenmalige gemeente Diepenveen.

Op 10 augustus 1867 werd hij in Rijsenburg tot priester gewijd door mgr. A.I. Schaepman, die toen president was van het grootseminarie aldaar. Vervolgens was hij werkzaam in een aantal Overijsselse plaatsen. Hij begon op 8 september 1867 als kapelaan in Tubbergen, ging in 1870 als assistent naar Haarle en werd twee jaar later kapelaan in Ootmarsum. Daar bleef hij tien jaar.

Op 9 juli 1882 werd hij benoemd tot pastoor in Azewijn als opvolger van Henricus Meurs, de eerste pastoor van de parochie aldaar. Toen hij op 14 juli in Azewijn aankwam, was hij zo veel vroeger dan verwacht, dat hij helaas niet plechtig ingehaald heeft kunnen worden.

Bij zijn aantreden was Hazelekke 39 jaar oud en daarmee de jongste van alle pastoors van Azewijn. Toch komt zijn pastoraat van 23 jaar qua lengte op de tweede plaats na dat van pastoor Van Hal, wiens pastoraat maar liefst 29 jaar geduurd heeft.

Pastoor Hazelekke nam het grote besluit een nieuwe kerk in neogotische stijl te bouwen ter vervanging van het kerkgebouw uit 1819. Dit was vooral mogelijk door het bedrag van tienduizend gulden dat de ongehuwde Berendina Aleida Hoegen in 1873 aan de parochie had nagelaten. Toen de nieuwe kerk in 1891 werd ingewijd, gebeurde dat net als in 1819 op de feestdag van de Heilige Mattheüs: 21 september.

In Hazelekkes geboortedorp Lettele werd in 1894 een nieuw kerk gebouwd, de Nicolaaskerk. Op 2 december van dat jaar werd er in deze kerk een klok van 520 kilo opgehangen die een gezamenlijk geschenk was van de pastoor van de Nicolaaskerk en pastoor Hazelekke.

Tijdens Hazelekkes pastoraat zijn er in Azewijn 357 kinderen gedoopt, verreweg de meeste door Hazelekke zelf. Opvallend is dat hij gedurende de nieuwbouw van de kerk vaak vervangen werd door ene eerwaarde A. Jansen. Of dit met de bouwactiviteiten te maken had, of bijvoorbeeld met Hazelekkes gezondheidstoestand, is (nog) niet bekend.

Pastoor Hazelekke verrichtte zijn laatste doop op 25 januari 1905. Zijn gezondheid ging daarna zodanig achteruit dat er in mei officieel een assistent werd benoemd. Dit was kapelaan Holtslag, die tot augustus bleef.

Pastoor Hazelekke overleed op 18 juli 1905 in Azewijn en werd drie dagen later onder algemene deelneming ten grave gedragen. Al in januari van dat jaar had hij voor het laatst een kind gedoopt. Sindsdien hadden tot de komst van zijn opvolger pastoor Berndes op 11 augustus, verschillende geestelijken zijn taken waargenomen.

In 1919 werd feestelijk herdacht dat Azewijn sinds honderd jaar een eigen kerkgebouw had. Ter gelegenheid daarvan heeft Louis de Breet twee portretten geschilderd; een van pastoor Meurs en een van pastoor Hazelekke. Deze schilderijen zijn nog steeds in het bezit van de kerk.

Bronnen