Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Ankoné, Antonius Hermanus: verschil tussen versies
k (→Gedetacheerd naar Slenaken: correctie) |
k (→Gedetacheerd naar Slenaken: aanvulling, redactie) |
||
Regel 10: | Regel 10: | ||
Na terugkeer uit Arnhem was hij maar korte tijd terug in Ulft, want nu werd hij gedetacheerd naar Slenaken in het uiterste zuiden van Limburg. Zoals ook al in [[Gelderland]] was hij in Zuid-Limburg actief in het plaatselijk verzet. | Na terugkeer uit Arnhem was hij maar korte tijd terug in Ulft, want nu werd hij gedetacheerd naar Slenaken in het uiterste zuiden van Limburg. Zoals ook al in [[Gelderland]] was hij in Zuid-Limburg actief in het plaatselijk verzet. | ||
− | Zo hielp Ankoné de Britse vliegenier Tom Wingham, die hij op 24 april [[1944]] volledig uitgeput | + | Zo hielp Ankoné de Britse vliegenier Tom Wingham, die hij op 24 april [[1944]] volledig uitgeput was tegengekomen. ''Flying Officer'' Wingham was de bommenrichter van de Handly Page Halifax met serienummer MZ578 die twee dagen eerder op weg naar Düsseldorf was neergeschoten door een Duitse nachtjager. De piloot en een van de boordschutters waren daarbij omgekomen. Wingham had zich met zijn parachute kunnen redden en was neergekomen in het uiterste zuiden van Limburg, maar door zich 's nachts te verplaatsen was bij aangeland bij Teuven, net aan de Belgische kant van de grens. Daar nam een geitenhoedster hem mee naar haar huis. In het huis aan de overkant van de weg was de dag tevoren een bruiloft gevierd, waar Ankoné ook te gast was geweest. Vanwege de avondklok had hij niet meer naar Slenaken kunnen terugkeren en was in Teuven blijven overnachten. Toen hij zich de volgende dag stond te scheren, zag hij buiten de geitenhoedster lopen met een man in RAF-uniform. Zo kwam Wingham in handen van Ankoné en zijn collega's. Ze hielden hem een aantal dagen verborgen, onder meer in de marechausseekazerne in Slenaken, om met hulp van het Belgische verzet diens vlucht voor te bereiden. De vlucht verliep niet geheel volgens plan en uiteindelijk was Wingham nog maar in Wandré, een Belgisch dorp aan de Maas bij Luik, toen hijn op 10 september door het oprukkende Amerikaanse leger werd bevrijd. Niet lang daarna was hij terug in Engeland om daar zijn deelname aan de bombardementen op Duitsland te hervatten. |
Winghams Halifax was van 76 Squadron van de RAF, waartoe ook [[Halifax DK143|de Halifax]] behoorde die op 5 mei [[1943]] bij [[Kilder]] neerstortte. | Winghams Halifax was van 76 Squadron van de RAF, waartoe ook [[Halifax DK143|de Halifax]] behoorde die op 5 mei [[1943]] bij [[Kilder]] neerstortte. | ||
− | In maart [[1977]] hebben Ankoné en Wingham elkaar weer ontmoet in Slenaken. Het bericht dat hierover in het Limburgs Dagblad verscheen klopt op een aantal punten niet met het relaas zoals Wingham dat heeft | + | In maart [[1977]] hebben Ankoné en Wingham elkaar weer ontmoet in Slenaken. Het bericht dat hierover in het Limburgs Dagblad verscheen klopt op een aantal punten niet met het relaas zoals Wingham dat in [[2009]] heeft gepubliceerd in zijn boek ''Halifax down!''. Het bovenstaande volgt Winghams boek. |
== Van Ulft naar Beek == | == Van Ulft naar Beek == |
Versie van 16 mei 2021 om 11:17
Antonius Hermanus Ankoné werd op 13 november 1918 geboren in Oldenzaal. Hij was tijdens de Tweede Wereldoorlog wachtmeester bij de marechaussee.
Inhoud
Marechaussee in de Achterhoek
In 1939 werd hij opgeroepen voor militaire dienst en was tijdens de Duitse inval in mei 1940 gelegerd op de Grebbeberg. Na de capitulatie nam hij dienst bij de marechaussee. Zijn ervaringen tijdens de verloren strijd op de Grebbeberg hebben mede bijgedragen aan dit besluit. Gebruik makend van de vrijheden die zijn functie van marechaussee hem gaven, kon hij op plaatsen komen die voor anderen gesloten waren. Aldus kon hij bijdragen aan het verzet tegen de Duitse bezetter.
Begin 1941 werd hij geplaatst bij het Detachement Gendringen. Op 15 juni van dat jaar volgde overplaatsing naar de Brigade Ulft, vanwaaruit hij van midden augustus tot midden september gedetacheerd was naar de Brigade Arnhem.
Gedetacheerd naar Slenaken
Na terugkeer uit Arnhem was hij maar korte tijd terug in Ulft, want nu werd hij gedetacheerd naar Slenaken in het uiterste zuiden van Limburg. Zoals ook al in Gelderland was hij in Zuid-Limburg actief in het plaatselijk verzet.
Zo hielp Ankoné de Britse vliegenier Tom Wingham, die hij op 24 april 1944 volledig uitgeput was tegengekomen. Flying Officer Wingham was de bommenrichter van de Handly Page Halifax met serienummer MZ578 die twee dagen eerder op weg naar Düsseldorf was neergeschoten door een Duitse nachtjager. De piloot en een van de boordschutters waren daarbij omgekomen. Wingham had zich met zijn parachute kunnen redden en was neergekomen in het uiterste zuiden van Limburg, maar door zich 's nachts te verplaatsen was bij aangeland bij Teuven, net aan de Belgische kant van de grens. Daar nam een geitenhoedster hem mee naar haar huis. In het huis aan de overkant van de weg was de dag tevoren een bruiloft gevierd, waar Ankoné ook te gast was geweest. Vanwege de avondklok had hij niet meer naar Slenaken kunnen terugkeren en was in Teuven blijven overnachten. Toen hij zich de volgende dag stond te scheren, zag hij buiten de geitenhoedster lopen met een man in RAF-uniform. Zo kwam Wingham in handen van Ankoné en zijn collega's. Ze hielden hem een aantal dagen verborgen, onder meer in de marechausseekazerne in Slenaken, om met hulp van het Belgische verzet diens vlucht voor te bereiden. De vlucht verliep niet geheel volgens plan en uiteindelijk was Wingham nog maar in Wandré, een Belgisch dorp aan de Maas bij Luik, toen hijn op 10 september door het oprukkende Amerikaanse leger werd bevrijd. Niet lang daarna was hij terug in Engeland om daar zijn deelname aan de bombardementen op Duitsland te hervatten.
Winghams Halifax was van 76 Squadron van de RAF, waartoe ook de Halifax behoorde die op 5 mei 1943 bij Kilder neerstortte.
In maart 1977 hebben Ankoné en Wingham elkaar weer ontmoet in Slenaken. Het bericht dat hierover in het Limburgs Dagblad verscheen klopt op een aantal punten niet met het relaas zoals Wingham dat in 2009 heeft gepubliceerd in zijn boek Halifax down!. Het bovenstaande volgt Winghams boek.
Van Ulft naar Beek
In het voorjaar van 1944, kort nadat hij Wingham geholpen had, werd Ankoné teruggeroepen naar Ulft. Niet veel later werd hij gestationeerd in Beek. Ook daar werd hij actief in het verzet. Als leider van de Beekse verzetsgroep zorgde hij voor het contact tussen zijn groep, waarin Wim Moorman en Clemens Berntsen toen de belangrijkste personen waren, en Jan Houtsma in Doetinchem. Ook stond hij in contact met kapitein Höpink in Giesbeek. Een van de taken van zijn groep was hulp bieden aan neergeschoten geallieerde vliegeniers om terug te keren naar Engeland of bevrijd gebied. In Slenaken had hij hiermee al ervaring opgedaan.
Op 19 september 1944 werden alle Berghse marechaussee op gezag van de Gestapo in Emmerik uit hun ambt gezet. Herman Ankoné besloot daarop om net als zijn groepscommandant Sterrenburg onder te duiken. Hij vond een schuilplaats bij Nijenhuis in Loerbeek, maar in gemeenschappelijk overleg met andere marchaussees werd na veertien dagen besloten om terug te keren in het belang van de Berghse bevolking.
Op de begrafenis van Wim Moorman op 26 mei 1945 heeft een peloton van de Binnenlandse Strijdkrachten onder commando van Herman een eresalvo afgevuurd.
Na de bevrijding was Herman hoofd van de Politieke Opsporingsdienst afdeling Bergh. Bij de oprichting van de Rijkspolitie in 1945, ging hij over naar dit korps. Eind 1946, toen hij nog in Beek gestationeerd was, werd hij bevorderd tot wachtmeester 1e klas. Later werkte hij bij de Rijkspolitie in Silvolde.
Hij was drager van het Oorlogsherinneringskruis.
Persoonlijk leven
In de oorlog was Herman in de kost bij de familie Berndsen aan de Doetinchemseweg in Loerbeek. Hun dochter Marietje was als koerierster betrokken bij het verzet. Op 15 oktober 1946 is hij met haar getrouwd.
Herman Ankoné overleed op 23 december 1983 in Silvolde, 65 jaar oud, en werd begraven op de r.-k. begraafplaats aldaar. Zijn vrouw overleed op 3 mei 2006, 89 jaar oud, en werd bij hem begraven.
Op zijn graf zit een kleine plaquette van de Royal Air Forces Escaping Society (RAFES). Dit was een vereniging van vliegeniers van de luchtstrijdkrachten van het Britse Gemenebest die na te zijn neergeschoten met hulp van de illegaliteit konden terugkeren naar Groot-Brittannië. RAFES heeft bestaan van 1945 tot 1995 en werkte samen met verenigingen van pilotenhelpers in de landen die door Duitsland bezet waren geweest. In Nederland was dit onder andere de Nederlandse Vereniging van Pilotenhelpers uit de Tweede Wereldoorlog 'The Escape', die van 1970 tot 2004 heeft bestaan. Gestorven leden van The Escape konden van de RAFES een plaquette op hun grafsteen krijgen. Op het embleem van de RAFES staat de Latijnse spreuk solvitur ambulando: al lopende wordt de oplossing gevonden. Ook Joep en Ag Garben en Leo Kempers hebben een RAFES-plaquette op hun graf.
Bronnen
- De Achterhoekse Courant, april 2021, nummer 13, blz. 8–9
- Old Ni-js nr. 61, blz. 22–25
- Er op of er onder: blz. 106-109
- Archieven.nl
- Op Delpher:
- De Graafschapbode van 13 juni, 13 augustus en 12 september 1941, 10 maart 1944 en 2 december 1946
- Limburgs Dagblad van 21 maart 1977
- Air Crew Remembered