Nuy

Nuy's matrassenfabriek en groothandel in aanverwante artikelen werd op 15 maart 1953 opgericht door Wilhelmus Gerardus Nuy, geboren op 1 juni 1922 in 's-Heerenberg. Hij woonde toen aan de Touwslagersbaan 7.

De fabriek was in het begin gevestigd in voormalig Hotel Welvant aan de Oudste Poortstraat te 's-Heerenberg. Binnen een half jaar, eind 1953 begin 1954, ontstond er tweemaal een felle brand in het pand.

In 1956 verhuisde het bedrijf naar de Plantsoensingel Noord 44-46, dit was toen een bedrijventerreintje tussen de Plantsoensingel Noord en de Hyacintstraat. In 1958 werd buurman Dorado Veren Industrie Plantsoensingel Noord 42 overgenomen, dit bedrijf was in 1950 gesticht onder de naam Berghse Veren Industrie door de heren A. Gazenbeek en H.G. Brinkert.

In november 1960 vestigde Nuy zich in een voor die tijd grote meubelfabriek en meubelshowroom aan de Lengelseweg 60a te 's-Heerenberg. Het gebouw werd getypeerd door vier à vijf grote bogen.

In de jaren zestig werkten daar zo'n zestig personen aan het maken van matrassen en stalen meubelen. In november 1961 is een uit Amerika afkomstige machine geplaatst voor het maken van spiraalmatrassen. Hierdoor werd de productie verhoogd, gelijk aan het extra inzetten van acht mensen.

Begin jaren zeventig brandde het pand van Nuy weer geheel af. Tot 2014 is op deze plek Van Dillen Meubelen gevestigd. Het bedrijf van Nuy verhuisde na de laatste brand naar een manege aan de Hartjensstraat 6 net buiten Lengel, richting Azewijn.

Wim Arendsen kocht in 1978 de gronden van Nuy om er een garagebedrijf te beginnen, Automobielbedrijf Wim Arendsen. Het stuk grond waar later v Dillen meubelen zat heeft hij verkocht aan Joop Timmermans, die er toen De Bedstee is begonnen.

Gallerij

Vrijdag, maart 1954 brand Nuy aan de Oudste Poortstraat, naast het huis van de familie B. Sak. Archief Benny Schuurman Klik voor een vergroting.	Vrijdag, maart 1954 brand Nuy aan de Oudste Poortstraat. Archief Benny Schuurman Nuy aan de Lengelseweg (voor de brand) gezien vanaf de Bloemenbuurt
‎	‎

Bron o.a.

• De Gelderlander maart 1954
• Jan Arendsen, juli 2019