Bijdragen aan Berghapedia? Klik hier om je aan te melden !
Gerechten: verschil tussen versies
k |
k (interne link (smaltappel en kabbes)) |
||
Regel 31: | Regel 31: | ||
*[[Smalt]] | *[[Smalt]] | ||
*[[Zwaardemaag]] | *[[Zwaardemaag]] | ||
− | *Smaltappel | + | *[[Smaltappel]] |
− | *Kabbes | + | *[[Kabbes]] |
==Bronnen== | ==Bronnen== |
Versie van 7 nov 2008 om 21:18
Sjabloon:Beg De plattelandssamenleving was op het einde van de 19e eeuw overwegend agrarisch. Vrijwel iedereen was afhankelijk van wat het land bood. Dat gold niet alleen voor de boeren, ook de dagloners, fabrieksarbeiders, winkeliers, kasteleins, molenaars, de schoolmeesters, kosters en pastoors hadden allemaal wel wat vee en een lapje grond om te zorgen voor hun eigen groenten, aardappelen, eieren en vlees. Ruilhandel nam een grote plaats in. Geld was er weinig in omloop. Wat men zelf had hoefde men niet te kopen, vandaar dat er zoveel mogelijk zelf werd verbouwd. Eten wat de pot schaft hield daarom vooral in: eten wat men zelf produceerde.
In de zomer was er een betrekkelijke overvloed en deden de mensen lichamelijke kracht op voor de winter. Omdat de natuur zijn producten zo ongelijk over het jaar verdeelde werd het voedsel geconserveerd. Er waren verschillende manieren om bederf tegen te gaan en voedsel voor de winter op te slaan. De belangrijkste was het inzouten. Al het vlees van de slacht werd eerst gezouten en daarna gedroogd of gerookt. Ook groente zoals andijvie, snijbonen en witte kool werd met zout in de Keulse pot geconserveerd. Een andere manier was drogen. Bonen en erwten werden aan de struik te drogen gehangen. Ze werden 's-winters in de familiekring gedopt, een nacht in de week gelegd en vervolgens gekookt. Zoete appels, peren en pruimen werden thuis of bij de bakker in de oven gedroogd. Aardappelen werden ingekuild en in de kelder werden o.a. wortels en knolrapen bewaard. In de dertiger jaren van de vorige eeuw kwam het wecken van vlees en bepaalde groenten- en fruitsoorten in zwang.
Op het platteland werden vaak bepaalde gerechten op vaste dagen gegeten:
zondag: aardappelen met saus en spek
maandag: zuurkool
dinsdag: snijbonen
woensdag: bruine bonen met wortels en appels
donderdag: doorgestampte Gelderse pot
vrijdag: pekelvlees en worst; in roomse gezinnen vis
zaterdag: erwten- of bonensoep
Berghse gerechten
- Balkenbrij
- Barghs Neutje (kruidenbitter)
- Heite bliksem
- Hipsepoot
- Hutspötje
- Moes met èèk
- Riefpannekoek (Recept Aardappel pannekoek in dialect)
- Smalt
- Zwaardemaag
- Smaltappel
- Kabbes
Bronnen
- oa: Cost en cleer in het Gasthuis (in: Gasthuis Sint-Gertrudis in 's-Heerenberg blz 160)
- Pot-deurmekare - Rita Keuper, Henk Harmsen, Harry Alberts - Uitgeverij Gherre - Gaanderen